‘Het gebed is een dochter van het geloof, maar het is de dochter die de moeder moet onderhouden.’ Deze ontdekkende woorden willen ons gebedsleven bevragen. Hoe gaat het met deze moeder en dochter in de christelijke gemeente en in mijn eigen leven?
Het citaat is van de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813-1855). Hij maakt ons duidelijk: Is de gezondheid van moeder tanende? Spreek dochterlief erop aan! Dat willen we in dit artikel doen. Immers, een gezond geloofsleven ontspruit uit een biddend leven. Daarom wordt het gebed in de Bijbel een wapen genoemd (Ef.6:18). Er is namelijk nog iemand die weet dat het gebed een dochter van het geloof is: de satan.
Biddeloos
Als hij de kerk ergens dodelijk kan verwonden, is het wel op dat terrein. Hij legt allerlei struikelblokken op onze gebedsweg. Het ligt voor de hand om te wijzen op onze jachtige tijd. Daardoor komen we nauwelijks tot verstilling, waarin we Gods aangezicht zoeken. Laten we ook de invloed van onze cultuur niet onderschatten. De bekende socioloog Max Weber (1864-1920) sprak in de twintigste eeuw over ‘de onttovering van de wereld’. De raadsels en problemen van het leven leg je toch niet voor een onzichtbare God neer? Die leg je onder de microscoop. Niet in gebedskamers, maar in laboratoria beslechten we de problemen van ziekte en gezondheid, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren (vergelijk HC, zondag 10).
Zomaar heerst dit denken ook over ons hart. Heeft bidden echt wel zin? Als deze gure wind door het bidvertrek waait, loert de teleurstelling om de hoek. Voor ons gevoel komt het gebed niet verder dan het plafond. De gebedsluiken gaan dicht.
Gebedsgebod
Het is een wonder als er toch nog geopende gebedsluiken en gevouwen handen worden gevonden. Juist over dat wonder gaat het met Pinksteren. God, Die door Zijn Geest het onmogelijke mogelijk maakt. Het is Judas, de broer van Jezus, die in zijn algemene zendbrief op de levendmakende kracht van de Geest in het gebedsleven wijst. Hij spoort de gemeente aan met een gebedsgebod: ‘Bid in de Heilige Geest!’ Dat roept twee vragen wakker: Wat is dit voor gebed en hoe doe je dit bidden? Om hier een antwoord op te vinden, moeten we eerst kijken in welk verband Judas dit schrijft.
Judas waarschuwt in zijn brief voor mensen die de gemeente zijn binnengeslopen. Vermoedelijk zijn het dwaalleraars. Helder schildert Judas waarom deze lieden zo gevaarlijk zijn voor de gemeente. Ze zijn vroom in de mond, maar verdorven in hun hart en wandel. Waar dat uit blijkt? Ze wandelen naar hun eigen goddeloze begeerten (vs.4,18). Ze woelen in de modder van zonden en beweren met droge ogen dat dit prima samengaat met Gods genade. Dit ruikt naar goedkope genade. Deze leer en wandel is niet alleen een gevaar voor henzelf, maar ook voor de gemeente. We kunnen ons goed voorstellen dat deze kwetsbare jonge gemeente, in de buurt van Antiochië, zich zomaar door hen laat meetrekken in de zonden en losbandigheid.
Praktische richtingwijzers
We zouden onszelf hopeloos overschatten, als we menen zonder gebedsleven de satan en zijn rijk te kunnen overwinnen. Laten we het gebedsgebod ‘Bid in de Heilige Geest’ ter harte nemen. Daarom volgt hier een aantal praktische richtingwijzers:
- Zoek iedere dag de stilte om in gesprek te zijn met God. Wees trouw. Laat Hem niet tevergeefs op ons wachten…
- Bidden in de Heilige Geest is bidden in geloof. Dat kan als een belemmering voelen als mijn geloofsleven tanend is. Bedenk dan dat bidden verbondsverkeer is. Hij heeft in uw doop beloofd met Zijn Geest in u te wonen en u te heiligen in Christus. Wikkel uzelf in deze beloften en werp u zo neer voor God, in het vertrouwen dat God niet om Zijn eigen beloften heen kan.
- De kracht van Gods Geest komt vrij. Hij gaat meebidden, meezuchten, aanvuren, doorgloeien, reinigen.
- De Geest gaat ons hart optrekken in het verlossingswerk van Christus en onze geest leiden in de strijd tegen de zonden en in de keuzes die we moeten maken.
- Leg daarom naast uw gevouwen handen een geopende Bijbel, zodat Zijn liefde kan opbloeien.
- Besef dat de Geest niet in het bidvertrek achterblijft, maar in u is. Hij komt onze zwakheden te hulp.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 2 juni 2022.