Waar bent u naar op zoek?

Een levendmakende kracht

Ds. A. Langeweg
Door: Ds. A. Langeweg
02-06-2022

‘Het gebed is een dochter van het geloof, maar het is de dochter die de moeder moet onderhouden.’ Deze ontdekkende woorden willen ons gebedsleven bevragen. Hoe gaat het met deze moeder en dochter in de christelijke gemeente en in mijn eigen leven?

Het citaat is van de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813-1855). Hij maakt ons duidelijk: Is de gezondheid van moeder tanende? Spreek dochterlief erop aan! Dat willen we in dit artikel doen. Immers, een gezond geloofsleven ontspruit uit een biddend leven. Daarom wordt het gebed in de Bijbel een wapen genoemd (Ef.6:18). Er is namelijk nog iemand die weet dat het gebed een dochter van het geloof is: de satan.

Biddeloos

Als hij de kerk ergens dodelijk kan verwonden, is het wel op dat terrein. Hij legt allerlei struikelblokken op onze gebedsweg. Het ligt voor de hand om te wijzen op onze jachtige tijd. Daardoor komen we nauwelijks tot verstilling, waarin we Gods aangezicht zoeken. Laten we ook de invloed van onze cultuur niet onderschatten. De bekende socioloog Max Weber (1864- 1920) sprak in de twintigste eeuw over ‘de onttovering van de wereld’. De raadsels en problemen van het leven leg je toch niet voor een onzichtbare God neer? Die leg je onder de microscoop. Niet in gebedskamers, maar in laboratoria beslechten we de problemen van ziekte en gezondheid, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren (vergelijk HC, zondag 10). Zomaar heerst dit denken ook over ons hart. Heeft bidden echt wel zin? Als deze gure wind door het bidvertrek waait, loert de teleurstelling om de hoek. Voor ons gevoel komt het gebed niet verder dan het plafond. De gebedsluiken gaan dicht.

Gebedsgebod

Het is een wonder als er toch nog geopende gebedsluiken en gevouwen handen worden gevonden. Juist over dat wonder gaat het met Pinksteren. God, Die door Zijn Geest het onmogelijke mogelijk maakt. Het is Judas, de broer van Jezus, die in zijn algemene zendbrief op de levendmakende kracht van de Geest in het gebedsleven wijst. Hij spoort de gemeente aan met een gebedsgebod: ‘Bid in de Heilige Geest!’ Dat roept twee vragen wakker: Wat is dit voor gebed en hoe doe je dit bidden? Om hier een antwoord op te vinden, moeten we eerst kijken in welk verband Judas dit schrijft.

Judas waarschuwt in zijn brief voor mensen die de gemeente zijn binnengeslopen. Vermoedelijk zijn het dwaalleraars. Helder schildert Judas waarom deze lieden zo gevaarlijk zijn voor de gemeente. Ze zijn vroom in de mond, maar verdorven in hun hart en wandel. Waar dat uit blijkt? Ze wandelen naar hun eigen goddeloze begeerten (vs.4,18). Ze woelen in de modder van zonden en beweren met droge ogen dat dit prima samengaat met Gods genade. Dit ruikt naar goedkope genade. Deze leer en wandel is niet alleen een gevaar voor henzelf, maar ook voor de gemeente. We kunnen ons goed voorstellen dat deze kwetsbare jonge gemeente, in de buurt van Antiochië, zich zomaar door hen laat meetrekken in de zonden en losbandigheid.

Tegen die donkere achtergrond ontsteekt Judas het Pinkstervuur. Nu wendt hij zich met een vurige aansporing tot de gemeente: ‘Maar u […], bid in de Heilige Geest!’ (vs.20) Tegen deze achtergrond wordt duidelijk wat Judas bedoelt. Het doet denken aan de woorden van Jezus in Gethsémané: ‘Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.’ (Matt.26:41) Die strijd is in deze gemeente ook gaande, de strijd tussen vlees en geest.

Open oren voor Gods Woord

Bidden in de Geest is daarom een gebed in de kracht van Gods Geest. Zo wordt het hart bewaard in Gods liefde, gaan de ogen open voor Gods wil en de oren open voor Gods Woord. Met woorden van K.H. Miskotte: ‘De Heilige Geest wordt de dirigent over onze geest.’ Hij wapent en versterkt onze geest tegen verleidingen. Alleen in de kracht van de Heilige Geest kan de gemeente immers deze gevaarlijke verleidingen en aanvechtingen afslaan. In de kracht van de Heilige Geest lukt het hun om te volharden in geloof, hoop en liefde. De gemeente opbouwen en bewaren, begint dus met geopende gebedsluiken en met gevouwen handen (vs.20,21). Hoe is dat dan in ons leven? Ervaren wij de kracht van de Geest in en door onze gebeden?

Geestkracht

Dat brengt ons bij een spannende vraag. Woont de Geest in mij? Bidden in de Heilige Geest kan namelijk alleen als de Geest in mij woont. Onomwonden zegt Judas over de dwaalgeesten: ‘Zij zijn natuurlijke mensen, die de Geest niet hebben.’ (vs.19) Die gedachte kan ons hart blokkeren en de moed benemen om te bidden.

Als er iemand is die daar oog voor heeft gehad, is het Calvijn. Hij noemt het gebed verbondsverkeer. Bidden in de Heilige Geest is bidden in vertrouwen op Gods geschonken beloften. In het uur van de doop klonk de belofte van inwoning en heiliging: ‘Als wij gedoopt worden in de Naam van de Heilige Geest, verzekert ons de Heilige Geest door dit heilig sacrament, dat Hij in ons wonen en ons tot leden van Christus heiligen wil.’ Dat is bidden in de Heilige Geest. Iemand die zich biddend in Gods beloften wikkelt, in vertrouwen op de werkzame kracht van Gods Geest door het gebed. Zulke bidders kan God niet leeg wegsturen. Hij kan niet om Zijn eigen beloften heen. Wie zo tot de Vader bidden, zal Hij de Heilige Geest geven (Luk.11:13). De kracht van Gods Geest komt vrij in het leven van zo’n bidder. Hij gaat meebidden, meezuchten, aanvuren, doorgloeien, reinigen (Rom.8).

Optrekken

Hoe we dat merken? Ik noem twee dingen. Hij gaat ons hart optrekken en ons leven leiden (J.H. Bavinck). Hij trekt ons hart op in het verlossingswerk van Jezus Christus. Het hoog opgerichte kruis laat de torenhoge prijs zien van mijn zonden en schuld. De Geest laat ons hart opbloeien in Gods liefde. Waar dat gebeurt, komt er verlangen om de zonden te doden en meer en meer op Christus te gaan lijken. Daarom is het zo belangrijk om naast onze gevouwen handen een open Bijbel te hebben. Lezen en bidden komen als twee gevouwen handen samen. Zo trekt de Geest ons biddende hart op in het verlossingswerk van Jezus.

Leiden

En dan het alledaagse leven in! Het is goed om te beseffen dat de Geest niet achterblijft in ons bidvertrek. Hij woont in ons. Hij is er bij in onze dagelijkse strijd tegen de zonden en begeerten. Hij is erbij als we voor moeilijke keuzes staan. Wat is het belangrijk dat ons leven een voortdurend gebed is. Op de werkvloer, achter de computer, in de auto: ‘Geest van God, laat mij wandelen in de liefde van Christus en leven naar Zijn wil.’ Hij gaat onze levenswandel reinigen en regeren. Hij geeft de liefde van Christus handen en voeten. Wat een machtige wetenschap dat de Geest onze zwakheden te hulp komt! (Rom. 8:26)


Praktische richtingwijzers

We zouden onszelf hopeloos overschatten, als we menen zonder gebedsleven de satan en zijn rijk te kunnen overwinnen. Laten we het gebedsgebod ‘Bid in de Heilige Geest’ ter harte nemen. Daarom volgt hier een aantal praktische richtingwijzers:

• Zoek iedere dag de stilte om in gesprek te zijn met God. Wees trouw. Laat Hem niet tevergeefs op ons wachten…

• Bidden in de Heilige Geest is bidden in geloof. Dat kan als een belemmering voelen als mijn geloofsleven tanend is. Bedenk dan dat bidden verbondsverkeer is. Hij heeft in uw doop beloofd met Zijn Geest in u te wonen en u te heiligen in Christus. Wikkel uzelf in deze beloften en werp u zo neer voor God, in het vertrouwen dat God niet om Zijn eigen beloften heen kan.

• De kracht van Gods Geest komt vrij. Hij gaat meebidden, meezuchten, aanvuren, doorgloeien, reinigen.

• De Geest gaat ons hart optrekken in het verlossingswerk van Christus en onze geest leiden in de strijd tegen de zonden en in de keuzes die we moeten maken.

• Leg daarom naast uw gevouwen handen een geopende Bijbel, zodat Zijn liefde kan opbloeien.

• Besef dat de Geest niet in het bidvertrek achterblijft, maar in u is. Hij komt onze zwakheden te hulp.


Meer lezen over gelovig weerstand bieden aan de boze kan in: Dr. G.C. Vreugdenhil, Geestelijke strijd in de kracht van Jezus (Artios-reeks), uitg. Groen, Heerenveen; 214 blz.; € 13,99.

Ds. A. Langeweg
Ds. A. Langeweg