Een liefderijke Bemiddelaar
Jezus ging al in het jaar 33 na Christus naar de hemel. Maar de Hebreeënschrijver zegt rond 90 dat Hij ‘nu voor het aangezicht van God is verschenen voor ons’ (Hebr.9:24). Nu! Dit heeft ook in 2022 zeggingskracht.
Als Christus zo’n 57 jaar na Zijn hemelvaart nog steeds ‘nu’ verschijnt voor Gods aangezicht, dan mogen wij dat ‘nu’ zo’n kleine 2000 jaar later ook met volkomen zekerheid geloven. Hij is nú Anno Domini 2022 zichtbaar aan het verschijnen voor Gods aangezicht. Als het Lam, Dat staat als geslacht, spreekt Hij Hem aan. Voor ons. Vanwege dit aanspreken van de Vader als tussenpersoon voor ons noemt 1 Johannes 2:1 Hem ‘Parakleet’.
Parakleet
Deze Griekse titel parakletos wordt in de Bijbel slechts vijf keer gebruikt en alleen door Johannes (Joh.14:16; 14:26; 15:26; 16:7; 1 Joh.2:1). Naast 1 Johannes 2:1 geeft alleen Johannes 14:16 aan dat Jezus Zelf ook parakletos is. De Heilige Geest is dan ‘de andere Parakleet’. Er zijn dus twee Parakleten: Eén in de hemel (Jezus) en Eén op de aarde (Heilige Geest). Parakletos, vaak vertaald met ‘Trooster’, wordt nogal eens juridisch uitgelegd. Dan zou Jezus ‘Advocaat’ of ‘Verdediger’ zijn. Het gedegen Grieks-Engelse woordenboek van Walter Bauer zegt dat deze vertaling niet onjuist is, maar wel zeldzaam.
Een parakletos was vroeger wel aanwezig in de rechtszaal, maar niet zozeer als advocaat. De gedaagde persoon verdedigde doorgaans zichzelf. Daarbij nam hij sympathisanten mee, stille getuigen die meevoelden met zijn zaak. Zo’n meevoelende persoon was vaak iemand met veel aanzien. Zo’n persoon werd parakletos genoemd. Via de presentie van zo’n parakleet oefende de gedaagde invloed op de rechtbank uit.
Maar meestal was de rol van de parakleet niet in de rechtszaak. Als geziene, invloedrijke begunstiger (patroon) was het iemand die erbij geroepen werd om een tussenpersoon te zijn, vooral in relaties met hogere figuren in de samenleving, waarvan de lagere klasse afhankelijk was. De parakleet hielp dan en functio neerde als kruiwagen, doordat Hij als voorspreker een goed woordje voor de afhankelijke persoon deed.
Tussenpersoon
Als Parakleet mogen we de Heere Jezus zo ook zien als een meevoelende en tegelijk invloedrijke Tussenpersoon. Hij staat tussen God de hoge Vader en ons afhankelijke, zondige mensenkinderen. Als Voorspreker neemt Hij vanuit een hogepriesterlijk medelijden onze zaak, die kansloos lijkt, toch ter hand (Hebr.4:15). Wij vallen namelijk dagelijks vanuit onze zwakheid in zonde. Wij zijn diep gezakt als zondaren. Wij kunnen voor onszelf geen toegang tot de Vader creëren. We zijn volstrekt kansloos. De toegang is gesloten! Vanuit onszelf liggen we in die geestelijke dood. Volledig. Maar met Zijn invloedrijke presentie is Hij een eeuwig appèl op de Vader en beweegt Hij Hem met Zijn krachtige tussenkomst tot gebedsverhoring.
Zo is Christus een liefderijke Bemiddelaar tussen God en mensen (1 Tim.2:5). Hij doet recht aan God én ondertussen voelt Hij mee met mensen. ‘Wie heeft ons meer lief dan Hij?’ (NGB art.26) Zijn bemiddelende werk ligt al volledig besloten in Christus’ eigen identiteit, omdat Hij de goddelijke en menselijke natuur beide in Zichzelf verenigt.
Pleitgrond
Als Jezus thuiskomt in de hemel, dan komt Hij niet met dezelfde handen terug bij de hemelse Vader. Doorboorde handen met littekens brengt Hij thuis. Die verwijzen naar Zijn volbrachte offer en de daarmee aangebrachte gerechtigheid. In die gerechtigheid ligt de diepste pleitgrond voor Zijn voorbidding. Daarvan geldt dat wat Christus deed in het verleden (de rechtvaardiging op Golgotha), Hij dat tot op heden toepast door een goed woord voor ons te doen. Christus’ voorspreken is dus heel actueel. Het is niet maar een bonus-gedachte. Niet maar ‘een aardige gedachte terzijde. Daarvan is de volkomen zaligheid afhankelijk.’ (W.H. Velema)
Jezus’ priesterschap is dus niet beperkt tot het verleden van het offer op Golgotha, maar Zijn priesterschap gaat verder in de hemel. De oudtestamentische priesters leefden een tijd en stierven. Zij konden niet volkomen (= voor altijd) zaligen. Christus’ eeuwigdurende voorbidding wel. Daarom is deze noodzakelijk (Hebr.7:25). Wij kunnen het dus zo zien: bovenop Zijn offer ter verzoening is Hij ook nog actief met Zijn eeuwige voorbidding om ons geheel en al zalig te maken.
Pleitend
Hebreeën 7:25 zegt: ‘Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.’ Het Griekse woord voor ‘pleiten’ (entugchanein) betekent ‘een ernstig verzoek indienen bij iemand’. Of: ‘met een petitie een beroep doen op iemand’. Het woord entugchanein wordt daarbij vaak gebruikt in situaties waarbij men een hoger geplaatst iemand te spreken krijgt om een verzoek in te dienen. Het doet denken aan ‘op audiëntie gaan bij de koning’. Denk aan koningin Esther, die voor haar Joodse volk pleit bij de hoge koning Ahasveros en een verzoek indient tegen Hamans boze plan. Overigens staat Jezus in een lange Joodse traditie van pleitbezorgers. Ook Abraham pleit (Gen.18:23- 33). En Mozes pleit (Ex.32:31-32). Engelen en martelaars kunnen in het Jodendom eveneens als pleitbezorgers optreden. (H.C. van der Meulen) Dit ‘pleiten’ wordt in Hebreeën verbonden met Zijn eeuwige, hogepriesterlijk werk aan Gods rechterhand. In die machtige positie pleit Hij exclusief en effectief voor hen ‘die door Hem tot God gaan’ (Hebr.7:25). Dus niet zozeer voor de niet-gelovigen.
Vergeving
Zijn pleidooi is ten minste gericht op een drietal zaken:
1) Hij pleit voor vergeving: In 1 Johannes 2:1 is Zijn Parakleet-zijn direct verbonden met de vergeving van onze zonde. ‘En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Parakleet bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige.’ Dat Hij in het hemelse heiligdom onze Parakleet is aan Gods rechterhand, is dus voor ons geloofsleven een verzekering van volkomen vergeving. ‘Gods troon zal niet verschrikkelijk zijn, maar een genadetroon.’ (Calvijn)
Dit werkt bij de geloofszekerheid in de hand dat er een vrije toegang is en blijft tot de Vader. Deze zekerheid wordt gesymboliseerd in Israëls heiligdom door het voorhangsel dat voorgoed weggescheurd is. Vrijmoedig naderen is in de Bijbel geen subjectief begrip (zo van: ‘mag ik wel komen?’), maar een objectief begrip (‘u bent aan de beurt, u mag frank en vrij naderen: de weg is absoluut open en vrij toegankelijk naar de Vader’). Niet langer meer is God door gordijnen omhuld. Het gordijn is open. We mogen in vrijheid en vertrouwen komen.
Jezus biedt daarbij de helpende hand. Hoe Hij dat pleiten precies doet? Dat is een hemels mysterie. We kunnen ons voorstellen dat Hij zegt: ‘Kom maar. Zeg het maar. Je zorg. Je nood. Je schuld. De Vader wil horen, troosten en vergeven. Zeg het maar. Ik zie naar je om. Ik bid voor je. Ik vraag aandacht voor jouw zaak. Ik leg Mijn hand op Vaders arm en moedig Hem aan: ‘Hoort hem/haar, Vader!’’ Zou de Vader dan niet horen?
Hulp
2) Hij pleit voor goddelijke hulp in onze verdrukking: De Parakleet is er om ons te helpen om barmhartigheid te krijgen (Hebr.4:16). In Handelingen is het begrip parakaleo verbonden met hulp, vertroosting, aansporing juist in het aangezicht van de verdrukkingen en aanvechtingen. Zo zien we Christus’ hulp door een geopende hemel tijdens het sterven van Stefanus (Hand.7:55-56) Dat laat zien: Ik zal er als hemelse Hogepriester zijn ter bescherming van Mijn verdrukte en strijdende Kerk. Denk ook aan Christus’ voorbede voor Petrus (Luk.22:32).
Tegen aanklachten
3) Zijn pleidooi beschermt tegen aanklachten: In Hebreeën 9:24 staat dat Hij voor God is verschenen ‘voor’ ons. Dit mag je zien als dat Hij niet ‘tegen’ maar ‘voor’ Gods kinderen is. Romeinen 8:33 zegt: ‘Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God?’ Deze beschuldigingen zijn de aanklachten van de duivel tegen Gods kinderen. Romeinen 8:34 zet daar radicaal tegenover dat Christus voor ons pleit. En door Christus’ hemelvaart is de duivelse aanklager voorgoed uit het hemelse gerechtshof geworpen (Openb.12:10). Zijn aanklachten snijden geen hout meer, omdat onze Begunstiger en Beschermheer nu dicht bij de Vader is. Zelfs op de dag van het Laatste Oordeel mogen Gods kinderen vrijmoedigheid kennen (1 Joh.4:17). Want Christus is het, Die verdoemt. En Hij zal hen niet verdoemen, want ook op die jongste dag pleit Hij nog voor hen.
Troostrijk vergezicht
Dit zicht op de baanbrekende tussenkomst van Christus bij de Vader biedt ons een troostrijk vergezicht met Hemelvaartsdag. Onze worstelingen met zonde en pijn vinden een echo in het meevoelende hart van onze hooggeplaatste Hogepriester, Die hoewel Hij bij de Vader is, toch ook volkomen als Sympathisant aan onze kant staat.
Pastoraal gezien troost het daarbij dat wanneer ik niet meer bidden kan, dan bidt Hij door. Hij pleit mij door zonde en lijden heen. In mijn depressie of dementie spreekt Hij nog voor en door. Eén paar voetstappen blijft over: de Zijne. Wat een pastorale Parakleet. Nee, Hij is niet zo duur als binnen de advocatuur. Hij is gratis. Hij doet het letterlijk en figuurlijk pro Deo.