Waar bent u naar op zoek?

Een teken van leven

ds. M. Maas
Door: ds. M. Maas
03-02-2022

Al lezend in het Evangelie van Markus merken we bij hem een groot geloof en een vast vertrouwen in de Heere Jezus, de beloofde Messias, de Zoon van God. Hij wijst op het ene graf dat leeg is. Wie is schrijver Markus? En hoe en in welke tijd is dit Evangelie ontstaan?

Markus is een zoon van een zekere Maria en ook een neef van de bekende Barnabas, die een leviet was (Kol.4:16). Er wordt tevens aangenomen dat de vader van Markus van priesterlijke afkomst was. Zijn moeder stelde haar huis open als ontmoetingsplaats voor christenen in Jeruzalem (Hand.12:12). Markus wordt met name genoemd in de Handelingen van de apostelen en in enkele brieven van Paulus, met name in Kolossenzen, Filémon en 2 Timotheüs. Overigens wordt zijn naam niet altijd gelijkluidend genoemd. De ene keer heet hij Markus, dan weer Johannes Markus en soms ook wel Johannes, maar hij is het meest bekend onder zijn Latijnse naam Markus.

Band met Petrus

Markus leert onder anderen Petrus kennen, omdat Petrus vaak in het huis van zijn moeder komt (Hand. 12:12-16). Tussen hen beiden groeit een geestelijke band. Petrus noemt Markus ‘mijn zoon’ (1 Petr.5:13). Ten aanzien van het zendingswerk met Paulus en Barnabas is Markus een ‘helper’ en zodoende betrokken bij de verbreiding van het Evangelie onder de heidenen. Echter, Markus verlaat het zendingsterrein en daarmee Paulus en Barnabas. Dat neemt Paulus hem zeer kwalijk (Hand.15:38). Paulus is van mening dat hij zich onttrekt aan de prediking van het Evangelie. Markus’ vertrek heeft ook te maken met een andere opvatting over heidenen die tot de gemeente toetreden. Hij wil dat ze besneden worden en dat ze de mozaïsche wet onderhouden (proselietendoop). Later, als Paulus in de gevangenis zit, worden de verschillen bijgelegd en vindt er verzoening plaats (Kol.4:10; 2 Tim.4:11). We merken dat de ‘grote mannen’ ook maar mensen waren en moesten leven van genade.

Verlangen

De Heilige Geest heeft Markus geïnspireerd bij het schrijven van zijn Evangelie. Hij is daarbij ook geholpen door Petrus, die hem, volgens de traditie, als zegsman van veel informatie voorzag. Markus heeft een vast vertrouwen in de Heere Jezus, de beloofde Messias, de Zoon van God. Hij wijst Hem aan als de Mensenzoon, Die dient. Hij vindt het ook een voorrecht om dienaar van Hem te zijn. Al lezend in het Evangelie proeven we het verlangen van de evangelist: neem en lees en vertrouw u toe aan de Heere Jezus, Die uw lot deelde en uw dood stierf. Maar let ook op Zijn lege graf, want dat is de garantie dat ook uw graf in de dag der dagen zal opengaan. Markus verkondigt het Evangelie van de Levende en niet van een dode.

Ontstaan

Vrijwel alle verklaarders nemen aan dat Markus zijn Evangelie schreef rond het jaar 70 na Christus. Ook zijn veel uitleggers ervan overtuigd dat dit Evangelie de oudste evangeliebeschrijving is. Markus schreef zijn boek in de tijd dat de Romeinen de stad Jeruzalem hadden verwoest. Wie denkt in dit verband niet aan Psalm 79?

Getrouwe God, de heid’nen zijn gekomen.

Zij hebben stout (trots) Uw erfland ingenomen:

Jeruzalem, de tempel, Uw altaren,

’t Ligt al verwoest door die geweldenaren!

Van stad en tempel bleef niet veel meer over. Het Joodse verzet was door de Romeinen gebroken. Duizenden waren omgebracht, overlevenden werden weggejaagd of tot slaaf gemaakt. Wie het er levend vanaf bracht, had geen huis om in te wonen en ook geen plek om God te ontmoeten. Je leefde op verre afstand van je geliefde stad, die in puin lag, waarin ook de tempel was verwoest. De rabbijnen zeggen: als stad en tempel in puin liggen, dan ligt de hele wereld in puin, als het hart (Israël) niet meer klopt, dan is ook het lichaam (de wereld) dood. Gaat het niet goed met Gods volk, dan ook niet met de wereld. Als het Joodse volk dakloos is, dan zijn alle volkeren dakloos. Als Jeruzalem in puin ligt, is er ook geen hoop meer voor Rome. Je kunt nog wel in weelde leven en welvarend zijn, maar dat is voor zolang je leeft.

Welnu, in die bange en benauwde tijd schrijft Markus zijn Evangelie, in dat stille gebied waar de dood het voor het zeggen heeft. Hij weet: ‘ach en wee’ roepen helpt niet en zwijgen ook niet. Wie zwijgend overgaat tot de orde van de dag, wordt cynisch. Daarom roept hij de blijde boodschap uit in dat doodsgebied en getuigt juist daar dat er één graf leeg is, het graf van Jezus. Hij was dood, maar leeft. Hij is niet meer op aarde, maar in de hemel. Dat is de hoop die we hebben. Niet de massagraven hebben het laatste woord, maar het lege graf dat een teken van leven is. Op de plaats van de massagraven wordt het Evangelie van het lege graf verkondigd. Daar getuigt hij van. Dat is de troost voor degenen die treuren.

In de woestijn

Evangelie

Het geschrift van Markus draagt de naam ‘Evangelie’. Het is een goede zaak om die naam te onderstrepen, want het Evangelie is de blijde boodschap die overal gebracht moet worden en door iedereen moet worden geloofd. God is in Zijn Zoon Jezus Christus van ‘boven’ naar ‘beneden’ gekomen om de wereld te redden van zonde en dood. Hij is gestorven voor onze zonden naar de Schriften en is begraven en ten derde dage opgewekt naar de Schriften (1 Kor.15:3- 4). Hij is de Gekruisigde en Opgestane. Die blijde boodschap, bestemd voor Israël en de volken, vinden we kort en krachtig verwoord door de evangelist Jesaja. Hij schrijft: ‘Zie, hier is Uw God!’ (Jes.40:9) en: ‘Uw God is Koning.’ (Jes.52:7) Ieder die God kent en liefheeft, moet als een vreugdebode die boodschap luid en duidelijk verkondigen.

Vier manieren

Welnu, Markus is ook zo’n evangeliedienaar die de blijde boodschap heeft opgeschreven. Later hebben anderen, naar aanleiding van de eerste zin van zijn geschrift, het voorzien van het opschrift: ‘Evangelie volgens Markus’. De andere Evangeliën hebben hetzelfde opschrift meegekregen, maar we moeten niet vergeten dat het gaat om het ene Evangelie van Jezus Christus, dat op vier verschillende manieren en door vier verschillende mensen beschreven is. Ze vertellen geen ándere dingen, maar ze vertellen de dingen anders, zoals je ook een lied op verschillende melodieën kunt zingen. Neem, lees, verwonder je en vind hoop en troost in Hem, Die het al regeert.


Zorgvuldig gerangschikte evangelieverhalen

Vraag kinderen (en hun ouders) waar ze het liefst over horen preken en je hoort vaak: de evangelieverhalen. Geef hun eens ongelijk. Al die verhalen zijn mooi om naar te luisteren en ook niet moeilijk om te begrijpen. Tegelijk worden de evangelieverhalen nog rijker wanneer we ontdekken dat die niet willekeurig achter elkaar gezet zijn, maar zorgvuldig zijn gerangschikt. De ene gebeurtenis roept de andere op. Het ene woord legt qua bedoeling en betekenis de loopplank uit naar het andere woord. Hoofdstuk na hoofdstuk stellen de evangelisten Jezus Christus centraal, de Zoon des mensen, God in ons midden. Om de zonden van de mensen te vergeven en zelf het oordeel daarover te dragen. Onze enige troost in leven en sterven is dat er één graf leeg is: het graf van de Heere Jezus. Hij was gestorven, maar is opgestaan. Dat is de hoop die we hebben. Daar is ons geloof op gebaseerd. Daar getuigt Markus van. Niets meer, maar ook niets minder. Mijn liefde voor het Evangelie naar Markus begon tijdens de colleges Grieks, toen ik de helft van dit Evangelie moest vertalen. Mijn docent vertelde vanuit de Griekse woorden allerlei interessante en saillante details die me vaak een Aha-erlebnis bezorgden en hielpen om de diepe zin van teksten te verstaan. Dat was een stimulans om met Markus bezig te blijven. In vijf artikelen probeer ik daar iets van door te geven.


Leeswijzer bij Markus

De opzet van deze serie over het Evangelie naar de beschrijving van Markus is als volgt:

1. Wie was Markus en hoe en in welke tijd is het Markusevangelie ontstaan en geschreven?

2. Wat is de centrale boodschap van het Markusevangelie, hoe is het opgebouwd en welke dingen zijn kenmerkend voor dit Evangelie?

3. De proloog van het Markusevangelie.

4. De profeet Jesaja als leeswijzer bij het Markusevangelie.

5. De vele uitdrukkingen uit het Oude Testament in het Markusevangelie.

ds. M. Maas
ds. M. Maas