Waar bent u naar op zoek?

Een Weids Uitzicht

Ds. G.H. Kruijmer
Door: Ds. G.H. Kruijmer
22-07-2021

Aan alles, hoe volmaakt ook, heb ik een einde gezien; maar alleen Uw gebod is onbegrensd. Psalm 119:96

Deze lange psalm is als een heldere beek. De bron van het levende water is bij God in de hemel en Zijn trouw duurt van generatie op generatie. Nu wordt de reikwijdte van Gods geboden bezongen. We ontvangen langs de waterstroom een weids uitzicht. Het is zéér ruim.

Altijd is het water anders en toch ook altijd hetzelfde. Soms zijn er hindernissen voor de waterstroom, dan liggen er rotsblokken. Maar altijd vindt het water zijn weg. Het uitzicht is heel ruim.

Eindig

In vers 96 wordt een tegenstelling neergezet. Eindig staat tegenover oneindig, begrensd tegenover onbegrensd. De dichter heeft ontdekt dat alle dingen hun beperking hebben en eenmaal tot een einde komen. Aan alles komt een einde. Het is een algemeen menselijke wijsheid. Een vakantie, waar je lang naar hebt uitgezien, vliegt voorbij. Ook aan minder fijne dingen komt gelukkig een eind. Zelfs aan de meest volmaakte dingen komt een eind. Duidelijk is dat God de wereld altijd zal vasthouden (vs.90). Vanuit menselijk perspectief moet je constateren dat de dingen eindig zijn.

Wat is nu het Evangelie? God is Zelf in onze eindigheid gekomen door Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus, naar deze wereld te zenden. Hij kwam uit de hemel om bij ons mensen te wonen. Hij werd Mens onder ons. En Zijn leven was eindig, zoals het leven van ons allen eindig is. De dichter spreekt over alles, hoe volmaakt ook. Ons leven is niet volmaakt, maar Zijn leven wel. Hij leefde volmaakt in de liefde van God. Hij leefde volmaakt uit het Woord van God. Er kwam een einde aan Zijn aardse leven. Daarmee kwam er ook een einde aan de toorn van God over de zonde. De deur naar Gods Koninkrijk, naar het eeuwige leven, staat open voor ons.

Onbegrensd

Opeens ziet de dichter het. Hij ziet het verschil met zoveel menselijke dingen. ‘Maar alleen Uw gebod is onbegrensd.’ Er is zoveel ruimte in, veel meer dan wij voor mogelijk houden. Dat komt, omdat het is vastgesteld in de hemel. De dichter zoekt naar woorden om de Thora te bezingen: Uw gebod, Uw bepalingen, Uw getuigenissen. Woorden die vol zijn van leven. Woorden om iedere dag mee te leven. Onbegrensd, het geldt ook de samenleving. De geboden van God zijn heilzaam voor alle mensen, overal. Er is zoveel vrijheid in Zijn nabijheid.

Hindernissen

De dichter ervaart dat er hindernissen kunnen zijn. Om nog even te denken aan de stromende beek, er liggen grote stenen in het water of andere obstakels. Soms is het alsof de waterstroom helemaal stagneert. Goddelozen wilden hem zelfs ombrengen. Hoe gaat hij met die hindernissen om? In vers 95 staat: ‘Ik let op Uw getuigenissen’ en ook in vers 98: ‘Uw geboden maken mij wijzer dan mijn vijanden.’ Dat is dus de manier om ermee om te gaan: letten op wat God zegt. Het kan een zoektocht zijn op de middelbare school of universiteit. Bij de sprekende God vinden wij antwoorden op onze diepste vragen. Zoveel Godswoorden, zoveel beloften van genade. Daar is iets te vinden wat je nergens anders op de wereld zult vinden.

Bevel

Zo staat ‘alles, hoe volmaakt ook’ tegenover ‘Uw gebod’. Het is een gebod, je kunt het dus niet naast je neerleggen. In het Evangelie staat een bevel van geloof en bekering. Een gebod om de Heere de eer van Zijn Naam te geven. Dit gebod is en blijft zeer ruim. Er is dus ruimte voor zwakkelingen, voor twijfelaars. God heeft daarmee gerekend.

Het uitzicht is weids. Zijn beloftewoord is er om iedere dag mee te leven. Hij is met Zijn kerk alle dagen, alle dagen tot de voleinding van de wereld. We zien de lichtende horizon van Zijn toekomst. Paulus schrijft: ‘Opdat u ten volle zou kunnen begrijpen met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden met heel de volheid van God.’

Ds. G.H. Kruijmer
Ds. G.H. Kruijmer