Waar bent u naar op zoek?

Emoties in de Psalmen

dr. H. van den Belt
Door: dr. H. van den Belt
13-04-2023

‘De Heilige Geest heeft in het boek van de Psalmen alle pijnen, zorgen, angsten, twijfels, hoop, verlangens, verbijstering, kortom alle verwarrende gevoelens, die de geest van de mens doorgaans meeslepen, tot leven gebracht’, zegt Johannes Calvijn.

De reformator noemt het boek van de Psalmen een anatomie van de ziel. Er is geen enkele menselijke emotie die hier niet als in een spiegel wordt weergegeven. De Psalmen geven stem aan de geloofsbeleving, niet alleen in de eredienst, maar in het hele christenleven voor het aangezicht van God, het aangezicht dat vrolijkheid en licht verspreidt (Ps.97:11).

Dat aangezicht van God is in Psalm 97 trouwens niet zo vriendelijk als de berijming suggereert: ‘Vuur gaat voor Zijn aangezicht uit en zet rondom Zijn tegenstanders in vlam. (…) De bergen smelten als was voor het aangezicht van de Heere, voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde.’ (Ps.97:3-5) Er is in de Psalmen een spanning tussen Gods verhevenheid en Zijn nabijheid. De kern van de bijbelse geloofsbeleving is de aanbidding. ‘Heilig, heilig, heilig is de Heere van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid.’ Gods heiligheid is de binnenkant van Gods heerlijkheid en Gods heerlijkheid is de uitstraling van Zijn heiligheid.

Frozen chosen

De psychologie onderscheidt zes basisemoties: vreugde, verdriet, boosheid, angst, verwondering en afschuw. Het is opvallend dat juist in de Psalmen al deze emoties voorkomen en dat er vaak sprake is van een bepaald evenwicht. De uitbundigste lofpsalmen zijn doortrokken van een diep ontzag voor God. Sommige Psalmen, zoals Psalm 150, zijn een en al loflied.

Meestal gaat de droeve klacht over in aanbidding. Alleen Psalm 88 is één jammerklacht, al begint Heman dit gebed met de belijdenis dat de Heere de God is van zijn heil. In de meeste Psalmen wisselen verschillende emoties elkaar af.

De Psalmen bewaren ons bij het bijbelse evenwicht met betrekking tot de verschillende emoties die het geloof vergezellen. We worden niet gered door ons goede gevoel en zelfs niet door ons slechte gevoel over onszelf als we berouw hebben over de zonde, maar alleen door het geloof in het volbrachte werk van Christus. Dat geloof is een kwestie van kennen en vertrouwen.

Er is in de gereformeerde traditie soms sprake van intellectualisme, zo’n nadruk op het verstand dat het lijkt alsof je gered wordt door het juiste begrip van de geloofsleer. Daar komt geen gevoel aan te pas. In het Engels spreekt men wel van de frozen chosen, de bevroren uitverkorenen… Soms sta je op de preekstoel en dan denk je inderdaad, hoe kan ik die bevroren christenen een beetje laten ontdooien…? Is er ruimte voor het werk van de Geest, is er passie voor het Evangelie? Waar zijn de tranen? Waar is het reikhalzende verlangen naar de Heere Jezus?

De gereformeerde theologie kan verdorren en verstarren, maar dat kan alleen door een verkeerd begrip van het geloof. Het gaat immers niet om het verstandelijk instemmen met de feiten, maar om een relationele, bevindelijke kennis. Het gaat om de kennis van een Persoon.

Tegen de klippen op

Er is soms wel een geloof tegen de klippen op, een je vastklemmen aan God en Zijn beloften, ook als je je alleen maar leeg, dor en koud voelt. Dat gevoel en het feit dat je daar last van hebt, is trouwens ook een emotie. Er is echter geen geloof zonder vernieuwing en heiliging van het gevoelsleven door de Heilige Geest. De Heidelbergse Catechismus geeft die gevoelens weer bij de definitie van de bekering. De afsterving van de oude mens is een innig berouw dat wij God door onze zonden vertoornd hebben en dat we die hoe langer hoe meer haten en ontvluchten. De opstanding van de nieuwe mens is een hartelijke vreugde in God door Christus en een ernstig en liefdevol verlangen om naar de wil van God alle goede werken te verrichten.

Bekering is dus diep emotioneel, het is droefheid en blijdschap, afschuw en verlangen. Dat is echt iets anders dan het objectieve geloof in het feit dat je een zondaar bent en dat Jezus jouw zonden vergeeft als je maar gelooft. Dat is zeker iets anders dan de psychologie van de godsaanvaarding als bron van zelfaanvaarding.

Geen manipulatie

We worden niet gered door ons gevoel, maar door het geloof. Maar waar komt dat geloof dan vandaan?

Van de Heilige Geest, Die het werkt door het Evangelie. Het is karakteristiek voor de gereformeerde theologie – en voor de hele westerse theologie sinds Augustinus – dat de Geest het niet forceert. God is geen inbreker. Toch is het geloof ook niet afhankelijk van de menselijke instemming, maar een geschenk van God.

Hoe gaat dat dan? In ieder geval niet door een direct beroep te doen op de wil: Zo van: geloof of ik schiet. Dat is het Evangelie niet, al moet het wel verkondigd worden met een bevel van bekering of boetvaardigheid en geloof. Het Evangelie speelt ook niet rechtstreeks in op de emoties van de mens. Dat zou een vorm van manipulatie worden. Dat kan gebeuren als een oproep om naar voren te komen en je leven aan Jezus te geven gepaard gaat met indringende en misschien wel opzwepende muziek. Dan komt het inderdaad wel tot een keuze, maar waarschijnlijk niet tot een blijvende bekering, een vernieuwing van de wil door de Heilige Geest. In de gereformeerde traditie hebben vooral de puriteinen nagedacht over de menselijke psyche en over de verhouding tussen verstand, wil en gevoel. Volgens hen ligt het verschil tussen het werk van de Heilige Geest en pure emotionaliteit vooral in de bron van onze emoties.

Vreugde in God of goed gevoel?

Het maakt nogal verschil of je verdrietig bent omdat je jezelf tegenvalt, of dat je berouw hebt omdat je tegen God gezondigd hebt. Is je blijdschap vreugde in God of is het een goed gevoel over de erkenning van innerlijke pijn? Onder verstand en gevoel gaat onze wil schuil, daar wonen de diepste intenties en verlangens. Dat centrum, die kern van ons leven heet in de Bijbel ‘het hart’. Zo staat het eigenlijk al in de Dordtse Leerregels als het daar gaat over de wedergeboorte: a) God laat het Evangelie verkondigen, b) de Heilige Geest verlicht ons verstand en c) Hij dringt ook door tot in ons binnenste. ‘Hij opent het gesloten hart.’ Je kunt nooit precies begrijpen hoe dat in zijn werk gaat, maar de gelovigen vinden daarin rust, ‘dat zij weten en gevoelen dat zij door deze genade van God van harte geloven en hun Zaligmaker liefhebben’.

De weg naar het hart loopt via de verlichting van het verstand, de heiliging van het gevoel en de vernieuwing van de wil. Vandaar de huiver voor een onmiddellijk beroep op de wil – die wil is dood en kun je niet rechtstreeks tot leven wekken – en voor het inspelen op emoties.

De verkondiging van het Evangelie is geen geforceerd appèl op de wil en geen manipulatie van onze emoties. Het is de verkondiging van Gods heerlijke beloften, die ons ertoe verleiden om te gaan geloven. Preken is Jezus Christus zo uittekenen dat je als het ware verliefd wordt op Hem. Daarbij spelen de emoties natuurlijk helemaal mee.

dr. H. van den Belt
dr. H. van den Belt