Waar bent u naar op zoek?

column

Engelen

23-01-2012

‘De oude engelen zijn weggegaan. Er zijn nieuwe engelen gekomen.' Een jongetje van een jaar of vier komt met dit nieuws uit de kerk.

Zijn vader heeft geen idee waar hij het over heeft. De preek ging toch echt ergens anders over. Over engelen is niet gerept.

Z’n pa is zondagsschoolmeester en dus wel gewend aan bijzondere uitspraken van kinderen. Hij besluit goed door te vragen. Langzaam komt de waarheid aan het licht. De nieuwe engelen hebben een zwart pak aan en zitten voorin. Het zijn de nieuwe ouderlingen die een week eerder in de middagdienst zijn bevestigd.

Kinderen letten vreselijk goed op wat er in de kerk gebeurt. Een paar weken eerder werd het heilig avondmaal bediend. Mijn zondagsschoolkinderen wisten precies waar ik zat. Direct naast de dominee. Dat zagen ze als een ereplek. Als ik dit kleine jongetje moet geloven, is het zelfs een plekje naast de Heere. Dat is het vervolg van zijn uitleg. Als de ouderlingen de engelen zijn, dan is de dominee de Heere God.

In zijn onbevangenheid slaat het jongetje, voor wat betreft de engelen, de plank niet zo ver mis. In het Oude Testament worden priesters en profeten ook wel aangeduid als engelen. Zij zijn boodschappers van Gods Woord. In Openbaring wordt gesproken over de engelen van de zeven gemeenten, wat volgens de kanttekeningen bij de Statenvertaling wijst op leraars of opzieners.

Ik was zelf altijd geneigd dit vooral op de predikanten te betrekken. Dat kan ook. De kanttekeningen laten echter de mogelijkheid open hier het gezelschap van opzieners (dus de ouderlingen) onder te verstaan. In de Vroege Kerk werd soms juist de diaken aangeduid als een engel: een gedienstige geest in de zorg voor de armen en de dienst van het avondmaal.

Het woord engel slaat volgens Augustinus dan ook niet op wat engelen zíjn, maar op wat ze doen: God dienen en Zijn Woord brengen.

Als kinderen zo goed op de engelen in de kerk letten, is het goed als de engelen de kinderen dienen en hen het Woord brengen. Opdat de kinderen een ereplekje krijgen bij de Heere aan tafel.

Arjan Baarssen