Waar bent u naar op zoek?

Er is haast bij

dr. J. Kommers
Door: dr. J. Kommers
01-04-2021

De twee Maria’s horen bij het graf dat Jezus is opgewekt. Ze krijgen de opdracht om het zo snel mogelijk aan de discipelen te vertellen. Beide vrouwen zijn de eersten die het goede nieuws doorgeven, maar niet de laatsten. Ze hebben tot nu toe vele duizenden navolgers gekregen.

De eerste opdracht die de vrouwen horen bij het lege graf, heeft het gebeuren van de laatste dingen in gang gezet. Zij hebben bij het graf de stem van de engel gehoord die hun vertelde dat Jezus niet meer in het graf is, ‘want Hij is opgewekt’. Ze mogen het zelf zien, ‘Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft’ en ‘Ga haastig heen’ om het zo snel mogelijk aan de discipelen te vertellen (Matt. 28:6,7). Ze ontvangen er de belofte bij dat Jezus hun voorgaat naar Galilea en dat ze Hem daar zullen zien. Ze zijn gegaan en eenmaal op weg kwam Jezus hun tegemoet en Hij groette hen. Beiden knielden neer en aanbaden Hem. Ze ontvingen uit Jezus’ mond dezelfde opdracht: ‘Ga heen, bericht Mijn broeders…’ . Na deze twee Maria’s hebben veel andere mannen én vrouwen deze opdracht gehoord en gehoorzaamd.

Aanbidding en heengaan

Het bericht van de opstanding, dat van de ene generatie op de andere is doorgegeven, luidt dat de Opgestane onze Koning is en dat Hem gegeven is ‘alle macht in hemel en op aarde’. Opdat Hij aanbeden zal worden onder alle volken en in alle talen. De psalmen zingen het ons al voor; deuren en ramen worden wijd opengezet naar alle volken van de wereld: ‘Majesteit en glorie zijn voor Zijn aangezicht, macht en luister in Zijn heiligdom. Geef de Heere, geslachten van de volken, geef de Heere eer en macht.’ (Ps.96:6-7) Tweemaal lezen wij hier dat Jezus aanbeden wordt (vs.9,17) en daarna zien wij het heengaan om anderen van de opgestane Jezus te vertellen. Is Jezus niet alle aanbidding waard? Doel van de verkondiging en van de zending is dat onze Heere lof en aanbidding ontvangt. Zingen niet alle gezaligden die voor de troon van God en het Lam staan: ‘De lofprijzing, de heerlijk‑heid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid.’ (Openb.7:12)? Verrassend is de eerste zin in het boek van John Piper Let The Nations Be Glad!: ‘Zending is niet het hoogste doel van de kerk. Het is aanbidding.’

Opdracht

‘En ga haastig heen’. Gaan jullie heen, dan heb Ik de volgende opdracht voor jullie. In vers 19, waar dit heengaan ook wordt vermeld, komt sterk naar voren dat het accent niet ligt op het heengaan zelf. Het gaat om wat met dat heengaan gedaan moet worden. Het slot van Mattheüs 28 wordt vaak aangeduid als ‘het zendingsbevel’. Beter is het om dichter bij de betekenis te blijven. De opdracht is niet het ‘heengaan’ op zich, maar wat tijdens dit heengaan gedaan moet worden. De volgelingen van Jezus ontvangen de opdracht om anderen tot discipelen te maken. De mensen die zelf leerling zijn en aan Hem verbonden, spreken tot anderen om de blijde boodschap te omarmen. Vers 19 begint met ‘Gaat dan heen…’ . Er staat letterlijk zoiets als ‘Eenmaal gegaan zijnde’ of ‘Eenmaal op weg’. In de King Jamesvertaling: ‘Go ye therefore….’

Zij die gaan, zijn door Jezus apart genomen (zie Mark.7:33). Daarbij gebeurde het volgende: ‘Hij raakte de tong aan.’ Wie gaan? Het zijn mensen die ‘een verhouding met God uit de eerste hand hebben’ (Kierkegaard). Kleine mensen die enkele dagen geleden allemaal gevlucht waren, ontvangen genade om te gaan. Met de oren geopend en met een losgemaakte tong gaan ze uit om de ‘woorden van het leven’ te verkondigen. Een discipel van Jezus heeft een persoonlijke relatie met Hem en zal uit liefde ook anderen vertellen dat Jezus redt.

Totdat Hij komt

Het eschatologische aspect van het Koninkrijk van God en daarmee verbonden de verwachting van de wederkomst van Christus komen doorlopend in de geschiedenis van kerk en zending aan de orde. ‘En ga haastig heen’, daar is haast bij, want sterven er jaarlijks niet miljoenen mensen die nog nooit iets van Jezus hebben gehoord? Omstreeks 1870 vroeg een Chinese man aan een zendeling die hem het goede nieuws over Jezus vertelde, hoe lang hij dit al wist. ‘Dat weten wij al ruim negentienhonderd jaar.’ Waarop die man hem vroeg: ‘En waarom vertel je ons dat nu pas en ben je niet eerder gekomen, want mijn ouders en grootouders hebben dit nooit geweten.’

Het bekendmaken van Gods heilrijke daden heeft haast. Israël moest in de nacht voor de uittocht uit Egypte het offerlam eten: ‘Uw middel omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand. U moet het met haast eten, het is Pascha voor de Heere’ (Ex.12:11). De herders kwamen met ‘haast’ naar Bethlehem om de geboren Zaligmaker te zien (Luk.2: 16). Johannes ontvangt op Patmos de openbaring ‘van wat spoedig moet geschieden’ (Openb.1:1) en de vrouwen moeten met haast gaan vertellen dat de Heere is opgestaan. Uw verlossing is nabij – uittocht; het Licht der wereld is verschenen – geboorte van Jezus; de laatste dingen zijn ophanden – Jezus komt; en de blijmare ‘onze Heere leeft’ – Hij regeert.

Tegenwerking

Waar is in 2021 het bewustzijn binnen onze kerk van de urgentie om te gaan? Veel landen en tientallen miljoenensteden zijn nog een onoverwonnen fort. De verwachting van de wederkomst ging in de negentiende eeuw, dé zendingseeuw, gepaard met een sterke drang tot zending. In de laatste decennia van die eeuw meldden duizenden, onder wie veel studenten, zich aan om uitgezonden te worden, om nog vóór de wederkomst zoveel mogelijk mensen van Jezus te vertellen.

Zendingswerk gaat niet zonder tegenwerking. In Mattheüs 28 staat de opdracht om heen te gaan naar de volken, maar ook de instructie die de wachters kregen van de overpriesters om voor geld de leugen te verspreiden dat het lichaam van Jezus gestolen was.

Tegen alle tegenstand in staat het woord van Jezus: ‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ (Joh.16:33)

In Afrika stonden mijn vrouw en ik bij Cape Maclear bij een aantal graven van de eerste zendelingen. De meesten waren gestorven in de bloei van hun leven. In Dohnavur (Tamil Nadu, India) zagen wij het graf van Amy Carmichael, die 56 jaar onafgebroken in India gewerkt heeft (zie kader p.10). De graven van zendelingen zijn de ‘stepping-stones’ (springplanken) voor het Evangelie. Uit liefde voor Jezus zijn zij ooit uitgegaan met het Evangelie. Wanneer men eens bij onze graven zal staan, wat zal dan van ons gezegd worden? Laat het zijn: Uit dank voor Jezus’ offer op Golgotha zijn ze in gehoorzaamheid heengegaan en ze hebben in deze gebroken wereld verteld dat Jezus leeft.


Go ye

In 1893 vertrok de Ierse zendelinge Amy Carmichael vanuit Engeland en na ruim vijf maanden ging ze in Ceylon aan wal. Ze had een houten plankje meegenomen waarop ze met grote letters geschreven had: ‘Go ye’ (Ga, jij). Gedurende haar hele leven hing dit plankje bij haar aan de muur om dagelijks herinnerd te worden aan haar eens gegeven woord van overgave aan God. Bron van dit gaan was voor haar het offer van Jezus Christus voor een wereld verloren in schuld. Ze zei: ‘Jezus heeft twee doorboorde handen. De ene hand legt Hij hier op ons en de ander op degene die in Zijn Naam heengaat.’

dr. J. Kommers
dr. J. Kommers