Waar bent u naar op zoek?

blog

Excuses en de kerk

19-06-2019

De Protestantse Kerk erkende vorige maand ‘het leed dat remonstranten berokkend is op de synode van Dordt’. Maar, excuses kregen ze niet. Over subtiel taalgebruik en het omgaan ons het verleden.

In kerkelijk Nederland is er volop aandacht voor de Synode van Dordt, vier eeuwen terug. Hier werden ‘gereformeerde accenten in katholieke theologie’ gelegd, zoals de ondertitel luidt van Dordt in context, het boek van dr. G. van den Brink. Bij alles wat over de synode en over de Dordtse Leerregels gezegd kan worden, staat voorop dat het ging om het God-zijn van God, om het genadekarakter van de genade. In navolging van Augustinus en Calvijn wilde de kerk in Dordrecht recht doen aan het onnavolgbare en uitkiezende handelen van God. Prof. Van den Brink, die aangeeft dat de synode het ‘exegetische gelijk toch wel aan haar zijde had’, eindigt zijn boek met de gedachte dat we Hem in Zijn veelal aangrijpende weg niet narekenen kunnen. ‘Maar zo is Hij ook de God die ons mateloos vertroost in zijn verkiezende genade.’ 

Met leugens begonnen

In Dordrecht kwam vier eeuwen terug de strijd tussen een confessionele kerk en een tolerante kerk tot een ontknoping. Het eindigde met het wegsturen van de remonstranten, over wie ds. Johannes Bogerman zei: ‘Gij zijt met leugens begonnen, gij zijt met leugens geëindigd. Gaat heen.’ 

*** 

En nu, vier eeuwen na dato, spreekt de scriba van de Protestantse Kerk, dr. R. de Reuver, van ‘een pijnlijk moment, in het bijzonder voor de remonstranten’. Ja, dat was het zeker, ook omdat de kerk van Christus verder verdeeld raakte en in Antwerpen de Remonstrantse Broederschap opgericht werd.

De erkenning van pijn vanwege het verleden door onze scriba – een kerkelijke ambtsdrager met veel verantwoordelijkheid – is door de remonstranten dankbaar opgemerkt. ‘Dat zijn tekenen van vriendschap en vrede. Met erkenning van verschillen gaan we zo in verdraagzaamheid samen op weg.’ Overigens is het de vraag of die erkenning namens de synóde uitgesproken is; ik herinner me niet dat de Protestantse Kerk in 2018 over de inhoud en reikwijdte van de Leerregels van Dordt gesproken heeft. 

Verkiezing en ijver

Dat deed de hervormde synode in 1961 wel, in haar bezinning over de verkiezing. In dat kader schreef ds. L. Vroegindeweij uit Delft in De Waarheidsvriend: ‘De Leerregels belijden dat één zucht om genade, genade is. Nooit zal enig mens ooit om de genade van Christus vragen. Als God niet alles doet in een bescha­mende doorzettende verkiezing en ijver (God is een ijverig God!), wordt niemand in de zaligheid ingebracht. Waar ligt het verschil? De remonstranten hebben nooit geweten hoe groot het gewicht van de zonde is.

Het was de Leerregels te doen om de rechtvaardig­making van de goddeloze en zijn heiligmaking. Het is de kerk er om te doen God te prijzen, omdat Hij hen van vijanden vrienden heeft gemaakt en uit vrije onverdiende genade gezocht en gezaligd. ‘Waarom was ’t op mij gemunt?’ Het is voor mij onbegrijpelijk dat enig waar gelovige daar iets op tegen kan hebben,’ aldus ds. Vroegindeweij. 

In dagblad Trouw gaf dr. De Reuver aan ‘dat het niet uit angst voor de orthodoxen in de kerk is dat hij geen sorry zeggen wil’, maar wel het leed erkent. Uiteraard is dat terecht, want wie bij het maken van excuses berekenend te werk gaat, is verkeerd bezig. Je volgt je hart én aanvaardt de consequenties… of je wilt van excuses niet weten. Het was in 1995 dat koningin Beatrix tijdens een staatsbezoek aan Indonesië verontschuldigingen wilde uitspreken voor het optreden van ons leger tijdens de dekolonisatie, maar premier Wim Kok weerhield haar ervan, uit angst voor commotie onder de oorlogsveteranen. Ja, dán kun je beter niets zeggen. 

Rooms-Katholieke Kerk

Bekend zijn de excuses van paus Johannes Paulus II (het jaar 2000) voor de misstanden die uit naam van de Rooms-Katholieke Kerk begaan zijn of waartegen de kerk zich niet gekeerd heeft. Hij dacht daarbij aan de wegvoering van de Joden in de oorlog, aan ketterverbrandingen, aan de onderdrukking van de vrouw. Wie hiertoe overgaat, moet de Joden voortaan de plaats geven die hen toekomt, moet de vrouw eren in haar eigen positie.

Ja, hoeveel zijn excuses waard, áls ze (eindelijk) over onze lippen komen? Een ‘goede spijtbetuiging’ kent, aldus een studie uit 2016 van de universiteit van het Amerikaanse Ohio, zes elementen: het uitdrukken van de spijt, de uitleg van wat er misgegaan is, het tonen van berouw, het aanbod om het goed te maken, de vraag om vergiffenis én vooral het nemen van verantwoordelijkheid. Wie dit tot zich door laat dringen, is direct genezen van ‘gemakkelijke excuses’, waarin de consequenties achterwege blijven. Albert Speer, ooit minister in het kabinet van Hitler, kwam er vanwege zijn verontschuldigingen over de misdaden van de nazi’s na de oorlog genadig af, hoewel hij zweeg over zijn persoonlijke aandeel. Zonder dat laatste element blijven excuses slechts woorden.

J.P. Coen

Met excuses over het verleden kan een mens ook weinig als het doel slechts is om afstand van het verleden te nemen én aan te geven dat onze tijd echt ‘verlichter’ is. ‘Diepe spijt’ betuigde ons land in 2001 op de antiracismetop van de Verenigde Naties over de slavenhandel. Een jaar later onthulde koningin Beatrix het ‘Nationaal monument slavernijverleden’, maar… tot excuses kwam het niet. Want excuses kunnen gepaard gaan met schadeclaims en de roep om financiële compensatie.

Vorige zomer kreeg de J.P. Coenschool in Amsterdam-Oost een andere naam, nu we weten dat ten tijde van het regime van de zeventiende-eeuwse gouverneur van Nederlands-Indië velen vermoord zijn. Dat is een keuze – al moet je een mens altijd in de context van zijn tijd laten staan. Belangrijker is echter hoe wij vandaag omgaan met ‘slavernij’. Wegkijken als we horen over gedwongen prostitutie, over mensenhandel, over uitbuiting is vele malen erger dan een Amsterdamse tunnel naar J.P. Coen vernoemen… 

Verdraagzaamheid

De erkenning van de pijn van de remonstranten is een leeg gebaar als hiermee gecommuniceerd wordt dat verdraagzaamheid uitgaat boven het belijden van de kerk. Dr. De Reuver liet de Remonstrantse Broederschap terecht weten wat we niet zonder elkaar kunnen als het om het verstaan van de waarheid gaat. Om de liefde van Christus in haar hoogte en diepte te kennen, zijn al de heiligen onmisbaar. Daarom is er in de kerk het gesprek gaande over waarheid en eenheid, juist de kerk die voortdurend bedreigd wordt door dwalingen in haar midden en aanvallen van buitenaf. Als een brullende leeuw zoekt de duivel de gemeente van Christus immers te verslinden.

Bij een getuigend gesprek hoort verdraagzaamheid naar de ander, omdat ten diepste de Heilige Geest mijn naaste inwint voor de waarheid van het Evangelie. In de gebrokenheid van dit leven, waarin we ten dele kennen, zoeken we het goede voor de ander en voor onszelf. In die context leert Paulus ons (Kol.3:13): ‘Verdraagt elkaar en vergeef de een de ander, als iemand tegen iemand anders een klacht heeft.’ 

Vergeving

Echter, dat is verdraagzaamheid naar de ander, niet naar (Gal.2:4) ‘misleidingen met mooiklinkende redeneringen’. Omdat God de zonde niet verdragen kan en omdat Christus Zijn leven gaf voor de heiligheid van Zijn gemeente, belijdt de kerk het geloof in de Vader, de Zoon en de Geest. Op kruispunten in haar geschiedenis deed ze dat ook. Erkenning van een breuk in haar verleden is dan allereerst de roep om vergeving, vergeving die we vragen aan God Zelf.

We raken hiermee niet alleen aan kerkelijk jargon, maar beseffen dat de bijbelse notie van de vergeving dieper gaat dan sorry zeggen en excuus maken. Als de kerk de plek is waar Jezus samenwoont met zondaars, dan leeft remonstrants en gereformeerd of luthers van Zijn vergeving. Liefde tot die Heiland leert ons de ander om vergeving te vragen, leert vergeving te schenken. In het bijzijn van een zondares zei Jezus het in het huis van een Farizeeër ooit zo: ‘Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefgehad.’ 

Het Woord als een lamp

Spreek ik woorden van excuus over de zonden van mijn overgrootvader of ben ik vandaag vergevingsgezind naar de ander? Besteedt de kerk aandacht aan haar geschiedenis met de remonstranten uit 1619, in de behandeling van de afgescheidenen uit 1834, in het negeren van diepe armoede in de negentiende eeuw… of getuigt ze vandaag van de waarheid, heeft ze morgen een diaconaal hart?

Overdoen kunnen we het verleden niet, evenmin als we de geschiedenis uitwissen kunnen. Voor vandaag hebben we als een lamp voor onze voet het Woord. Opdat mijn achterkleinkinderen zich niet voor mijn woorden en houding moeten verontschuldigen.

P.J. Vergunst