Waar bent u naar op zoek?

Fatalisme niet nodig

ds. H.G. de Graaff
Door: ds. H.G. de Graaff
08-04-2021

Ons DNA en onze opvoeding bepalen voor een groot deel wie we zijn. Maar daarmee is niet alles gezegd. Beslissend is hoe wij omgaan met onze bouwstenen. Verandering is mogelijk, niet het minst door het werk van de Heilige Geest in ons hart.

Je kunt de mensen slechts begrijpen, voor zover je hen liefhebt, en je zal hen méér liefhebben, naarmate je hen beter begrijpt.’ Intrigerend: je kunt de ander alleen maar begrijpen als je hem liefhebt. Dat is nogal wat, ook als ik ‘liefhebben’ hier zo interpreteer dat je telkens weer beseft dat de ander een schepsel van God is. Op grond daarvan ben je geroepen om je omgang met deze naaste steeds in dát licht te zien, je voor hem in te zetten en het goede voor hem te zoeken. Want in hoeverre begrijpen mensen elkaar werkelijk? Het is ons niet gegeven iemand te doorgronden. Dat doet alleen Jezus Christus, want ‘Hij wist Zelf wat in de mens was’ (Joh.2:25). Ons begrijpen is altijd ‘ten dele’ en fragmentarisch.

Karakterschema’s

Wil je het gedrag van de ander enigszins begrijpen, dan is een liefdevolle benadering essentieel. Daarnaast helpt het ook dat je enig inzicht hebt in zijn karakterstructuur en drijfveren. De dieptepsychologie biedt ons daarbij de helpende hand, met de beschrijving van verschillende persoonlijkheidstypen en de daarbij behorende karakterschema’s (zie kader p.8).

Natuurlijk is dat slechts een beperkte weergave van de complexe werkelijkheid. Het verbaast dan ook niet dat er kritiek gerezen is op deze schematisering. Dreigt niet het gevaar dat je iemand gaat benaderen vanuit het ‘hokje’ waarin hij volgens jou thuishoort? Doe je hem daarmee recht?

Een ander bezwaar is de suggestie die van zo’n schema kan uitgaan, namelijk dat iemands karakter helemaal vastligt. ‘Ik ben nu eenmaal zó, niks aan te doen…’ ‘Kan ik het helpen?’ De lust (en de moed) om te werken aan verandering vergaat dan bij voorbaat. Ondanks deze terechte vragen en bezwaren denk ik toch dat we er goed aan doen om te zien hoe volgens de dieptepsychologie onze persoonlijkheid en karakterstructuur gevormd worden.

Bouwstenen

Volgens de dieptepsychologie wordt ons karakter bepaald door drie factoren.

* Erfelijkheid. Een mens erft – als het goed is – 23 chromosomen van zijn vader en 23 van zijn moeder. Het voorgeslacht spreekt dus behoorlijk mee in de vorming van ons karakter.

* Omgeving. Ook de opvoeding drukt een stevig stempel op onze karaktervorming.

* De scheppende activiteit van de mens zelf. Niet wat we aan erfelijke eigenschappen en in de opvoeding meekrijgen, is beslissend; doorslaggevend is de manier waarop we hier zelf mee omgaan. Het valt niet te ontkennen dat sommige karakterelementen zo sterk afhankelijk zijn van erfelijke aanleg dat het lijkt alsof ze ‘in beton gegoten’ zijn. Maar zelfs dan is het nog de vraag wat je daar zelf vervolgens mee doet. Een karakterschema mag daarom niet fatalistisch worden opgevat. Erfelijkheid en opvoeding kun je vergelijken met een stapel bouwstenen waarmee je een levenshuis opbouwt in de vorm van een persoonlijke levensstijl.

Vanuit de pastorale praktijk ken ik mensen die een lastige eigenschap hebben meegekregen vanuit hun voorgeslacht of die beschadigd zijn geraakt door de » opvoeding die zij kregen, maar die tóch in staat bleken te zijn om met die lelijke bouwstenen een redelijk levenshuis op te bouwen. Helaas ken ik ook voorbeelden van mensen die mooie bouwstenen meekregen, maar daarmee niet veel meer dan een bouwval wisten te creëren.

Bewegingsvrijheid

Dat een mens niet ‘gekooid’ is door zijn karakterstructuur maar bewegingsvrijheid heeft, is een bijbelse grondlijn. Eén sprekend voorbeeld, dat met talloze te vermenigvuldigen is, is de tollenaar Levi. In Markus 2:14 lezen we dat Jezus Levi in het tolhuis ziet zitten. Dit ‘zitten’ versta ik óók figuurlijk, als een verstrikt-zijn in een kluwen van onrecht doen aan anderen in de vorm van afpersing en uitbuiting. Het is ook een ‘vastzitten’ aan de begeerte om met alle geweld rijk te willen worden, desnoods over de rug van anderen. Dan komt Jezus langs en zegt tegen hem: ‘Volg Mij.’ ‘En hij stond op en volgde Hem.’

Jezus’ woorden komen zo diep binnen bij Levi dat ze hem de kracht geven om de zuigkracht van de zonde te weerstaan, op te staan en een nieuw mens te worden. Zijn ‘boeien’ worden losgemaakt. Hij bouwt als navolger van Jezus met de lelijke bouwstenen die hij had geërfd een nieuw levenshuis. Ook na de zondeval bezit ons karakter de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen te kunnen veranderen. Dat is de hoopvolle en perspectief biedende boodschap van het Evangelie. We proeven er Gods genade en goedheid in.

Deze boodschap staat haaks op de tijdgeest. Volgens neurobioloog Dick Swaab ligt alles vast in de menselijke genen en is er nauwelijks ruimte voor zoiets als verandering in gedrag. Zijn boek Wij zijn ons brein was een bestseller; dat geeft aan hoe dit deterministische gedachtegoed leeft. Daartegenover verkondigt de apostel Paulus: ‘In Christus ben je een nieuwe schepping.’ (2 Kor.5:17)

Grenzen verleggen

Die vernieuwing is zo fundamenteel dat ze onze karakterstructuur niet ongemoeid laat. We moeten ons die vernieuwing echter niet zo voorstellen alsof we een totaal nieuwe karakterstructuur zouden ontvangen. Die vernieuwing houdt in dat we onze grenzen kunnen verleggen door onze goede eigenschappen te bevorderen en de lastige wat om te buigen. In meer of mindere mate, met vallen en opstaan, dat zeker.

Maar tóch, de voorbeelden zijn er. Een vader die na een driftbui geen houding aanneemt van ‘wen er maar aan, zo ben ik nu eenmaal’, maar die zijn kinderen oprecht excuses aanbiedt, vergeving vraagt en de strijd aangaat met zijn opvliegende aard. Of iemand die zijn loslippigheid leert te beteugelen door vaker op zijn lip te bijten in plaats van roddelend rond te gaan.

Karakterstructuren herkennen

Je karakter is dus geen noodlot. De menselijke verantwoordelijkheid wordt niet gesmoord door het karakterschema. Mits we oog houden voor de beperkingen van zo’n schema, kunnen we er goed ons voordeel mee doen:

• Het geeft zicht op zowel je positieve eigenschappen als de schaduwzijden van je persoonlijkheid. Die kennis van je zelfbeeld helpt je om je goede eigenschappen te bevorderen en de grenzen van je ongemakkelijke kanten (enigszins) te verleggen. Dat veranderingsproces begint met het herkennen van je karakterstructuur in het dagelijkse leven. Je betrapt jezelf erop. Maar hoe zou je het kunnen herkennen als je niet weet hoe het in elkaar steekt?

• Kennis van karakterschema’s helpt ook in de omgang met medemensen. Zo’n schema laat immers zien dat positieve eigenschappen onlosmakelijk verbonden zijn met negatieve. Het geeft je meer inzicht in het gedrag van je partner, kind, collega, buurman, etc. Het maakt je geduldiger in de omgang en milder in je oordeel. Dit ligt in de lijn van de oproep van de apostel Paulus: ‘Draag elkaars lasten’, (Gal.6:2) wat toch ook betekent: ‘Verdraag elkaars lastige karaktereigenschappen.’

• Met de nodige voorzichtigheid is het mogelijk om karakterstructuren van je medemensen te herkennen. In tal van beroepen is dat onmisbaar (hulpverlening, onderwijs, etc.) maar ook in de christelijke gemeente; het is voor ambtsdragers en gemeenteleden geen overbodige luxe.

Nieren en hart

In de concordantie van de Bijbel komen woorden als ‘karakter’ en ‘persoonlijkheid’ niet voor. Toch zijn er bijbelse woorden die dicht in de buurt komen van de betekenis die wij geven aan karakters: de nieren en het hart. Nieren worden in de Bijbel gezien als de zetel van de gevoelens en het hart is beeld voor ons diepste zelf, wat ons ten diepste drijft. Wanneer David in Psalm 139:13 belijdt: ‘Want U hebt mijn nieren geschapen’, betekent dat zoveel als: ‘U hebt mijn karakter gevormd.’ Dat is een geloofsbelijdenis die wij met dankbaarheid mogen overnemen. Mijn karakterstructuur is geen toeval en speling van het lot. De Schepper heeft mij door Zijn Geest bewust met dit karakter in het leven geroepen. Niet óndanks, maar mét dit karakter mag ik mij – door het geloof om Christus’ wil – aanvaard weten als aangenomen kind van God. Op grond dáárvan mag ik mijn gebroken karakter dan ook aanvaarden als een onvervreemdbaar onderdeel van mijn unieke wezen.

Daarmee is echter niet alles gezegd. God aanvaardt ons zoals we zijn, maar Hij láát ons niet zoals wij zijn. Ook ons karakter wordt in een levenslange vernieuwingsproces omgevormd naar het beeld van Christus.


Vier persoonlijkheidstypen

De dieptepsychologie onderscheidt vier persoonlijkheidstypen: het onafhankelijke, afhankelijke, onveranderlijke en veranderlijke type. Twee paren die elkaars spiegelbeeld zijn. Ieder mens wordt door een van deze vier drijfveren het sterkst bepaald. Tezamen houden ze de mens in evenwicht. Daarvoor is een bepaalde harmonie van de vier impulsen nodig. Op grond van deze basisvormen is voor elk van de vier persoonlijkheidstypen een karakterschema samengesteld. Uitgebreide karakterschema’s zijn aan te vragen bij: hgdegraaff47@gmail.com

De onafhankelijke persoonlijkheid

De onafhankelijke of schizoïde persoonlijkheid heeft als kenmerkende karaktereigenschappen onder andere zelfstandigheid en onafhankelijkheid, angst voor zelfovergave aan en nabijheid van anderen, waardoor deze mens koel kan overkomen en contactarm kan zijn.

De afhankelijke persoonlijkheid

De afhankelijke of depressieve persoonlijkheid heeft als kenmerkende karaktereigenschappen onder andere aanvoelend, meelevend en hulpvaardig zijn, angst voor verlies, ongeborgenheid en geïsoleerd raken. Een mensenmens die zich uit angst om de ander te verliezen té afhankelijk kan opstellen.

De onveranderlijke persoonlijkheid

De onveranderlijke of dwangneurotische persoonlijkheid heeft als kenmerkende karaktereigenschappen onder andere trouw, plichtgetrouw, rechtlijnig en traditiebewust zijn. Deze mens speelt op zeker en neemt daarom geen risico’s, is bang voor het nieuwe en het avontuur waardoor hij niet flexibel, koppig en fanatiek kan zijn.

De veranderlijke persoonlijkheid

De veranderlijke of hysterische persoonlijkheid heeft als kenmerkende karaktereigenschappen onder andere vrijheidslievend, flexibel, uitbundig en levendig zijn, angst voor het gebonden zijn en daardoor weinig volhardend en ongeduldig. De mens die doorlopend op zoek is naar iets nieuws.

ds. H.G. de Graaff
ds. H.G. de Graaff