Waar bent u naar op zoek?

Frans Hazeleger wint S. van der Linde-prijs

24-06-2021

‘Het Fonds Gereformeerd Protestantisme reikt eens in de drie jaar de Prof. dr. S. van der Linde-scriptieprijs uit voor de beste theologische masterscriptie op het terrein van (de geschiedenis van) het gereformeerd protestantisme. Als overgebleven juryleden – na het overlijden van prof. dr. W. Balke in januari – zijn prof. dr. A. Goudriaan en ik blij dat we collega dr. W.H.Th. Moehn – een leerling van Balke – als zijn opvolger in ons midden mogen verwelkomen. Voor de prijs komen alle MA-scripties in aanmerking die handelen over ‘Reformatiegeschiedenis’ in de breedste zin van het woord en die door een student aan een Nederlandstalige academische theologische instelling geschreven zijn. Wie dus nog op zoek is naar een scriptieonderwerp en daarmee een prijs wil winnen, weet op welk terrein zij of hij het zoeken moet.

In 2020 heeft de jury unaniem besloten om de scriptie te bekronen van Frans Hazeleger, met de Latijnse titel ‘Custos utriusque tabulae’. De scriptie is in 2019 geschreven voor de Research Master Theology & Religious studies aan de Vrije Universiteit. De titel betekent vertaald: ‘Hoeder van beide tafelen’. Kenners van de gereformeerde theologie weten dan meteen dat de scriptie gaat over de rol van de overheid bij de handhaving van de Tien Geboden. Als het gaat om de tweede tafel van de wet, zal iedereen – ook leden van D66 – het erover eens zijn dat de overheid doodslag en diefstal moet bestraffen, maar hoe zit het met de sabbatsrust, de vormen van blasfemie en afgoderij? In de huidige context is alleen bij de SGP nog iets terug te vinden van het theocratische ideaal dat de overheid voor beide tafels van de wet moet opkomen in het publieke domein.

Hoewel, ook een seculiere overheid kan er niet omheen dat neutraliteit niet bestaat. Zij moet immers ook uitspreken of de sekte van het spaghettimonster een religie is met gelijke rechten als christendom. De overheid moet zelfs bij sommige asielzoekers de waarachtigheid van hun bekering onderzoeken. Hoe doe je dat zonder inhoudelijke norm?

Daarover gaat deze scriptie niet, maar Hazeleger zet wel helder uiteen hoe de theologen van de Nadere Reformatie in hun context de rol van de magistraat zagen. Ik citeer uit zijn conclusie: ‘De vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie zagen een belangrijke rol voor de regering met betrekking tot de handhaving van de eerste tafel van de decaloog.’ Zij volgden daarmee de lijn van de gereformeerde Reformatie, maar benadrukten twee punten meer dan vorige generaties, namelijk de onafhankelijkheid van de kerk en de heiliging van de zondag als nieuwtestamentische sabbat.

Dat het ook om concrete zaken ging blijkt uit het volgende citaat van de Groningse predikant Gregorius Mees: ‘Veele Dienstknechten des Heeren zijn sonder inkomsten […] ’t Is seer bedroeft als de Gesanten van den Koningh des Hemels ende der Aerde / nauwelijcks Broodt hebben om te eeten / noch kleederen om aen te trecken…’.

De scriptie zelf is in het Engels geschreven en maakt zo een aspect van de rijke Nederlandse theologiegeschiedenis internationaal toegankelijk. Een van de juryleden schreef in zijn oordeel: ‘De scriptie analyseert zeer veel divers materiaal nauwkeurig en overzichtelijk in een competent en gedisciplineerd geschreven werkstuk.’


Aan het einde van de ontmoetingsdag voor studenten theologie, op 15 juni, reikte prof. dr. H. van den Belt de Prof. dr. S. van der Linde-scriptieprijs uit. Hieronder volgt het grootste deel van zijn toespraak.