Gedeeld geloof
Nu we weer op Nederlandse bodem zijn, kijken we met grote dankbaarheid aan onze God terug op onze studiereis naar Indonesië. Aan de hand van de drie kernwoorden herkenning, verwondering en uitdaging delen we iets van de oogst van onze reis.
Ten eerste herkenning. Het geeft vreugde als er ondanks alle verschillen (taal, volk, geschiedenis, cultuur) herkenning is in het ene Woord van God en in de ene Heiland, Jezus Christus. Door Zijn Geest bouwt, vermeerdert en bewaart Hij Zijn kerk wereldwijd. Die herkenning was er in gebed, lied en prediking.
Gebed
De predikanten in dienst van de Gereja Protestan Indonesia Luwu (GPIL) gaven aan dat het gebed levensveranderend is. Indonesische christenen zeiden tegen ons: ‘We zijn vrucht van het gebed van het voorgeslacht.’ Het samen naderen voor Gods troon raakte ons. Onze gebeden moesten wel vertaald worden in het Indonesisch, maar wat merkten we de eenheid in het gebed tot God. Zo werden we bepaald bij het geheim van al het (zendings)werk in Gods Koninkrijk: gevouwen handen hebben de meeste kracht.
Samen zingen
Het lied ‘Daar ruist langs de wolken’, in het Indonesisch gezongen door onze broeders en zusters, trof ons ook. Het was onze eerste kennismaking met het Indonesische lied. Mede omdat zendelingen door de GZB zijn uitgezonden, worden zowel de psalmmelodieën alsook bekende liederen uit de bundel van Johannes de Heer volop herkend en gezongen. Wat was het een vreugde om samen te zingen, zij in het Indonesisch, wij in het Nederlands. Het viel ons op tijdens de verschillende erediensten op zondag en doordeweeks (aan huis) dat men veel en ook goed zingt, soms ook in kleine koortjes. Het blijkt hoe belangrijk het is dat de beleving van het geloof tot uiting kan komen in wat men zingt. Het stelt ons mooie vragen met betrekking tot onze erediensten: Hoe zijn we in onze gemeenten innerlijk betrokken bij ons lied? En wat als het taalkleed van de berijming van 1773 sommigen hindert?
Prediking
Het verlangen om Gods Woord te verkondigen delen we van harte. De predikant in Indonesië is vaak een manusje van alles, die ook voor meerdere doordeweekse diensten verantwoordelijk is. Daarbij komt het hoge verwachtingspatroon rond pastoraat: bij een beetje griep wordt de dominee verwacht om te komen bidden. Het geeft worsteling om te midden van de veelheid van de dingen tijd en ruimte te maken voor studie van de Schrift, maar ook voor de persoonlijke overdenking en toerusting. Praktisch gezien betekent dit dat sommigen maar een één uur de tijd hebben – of nemen? – voor de voorbereiding van diensten… Daarnaast zijn er meer gemeenten in de GPIL dan predikanten. Dit betekent dat ook ouderlingen en diakenen voorgaan. Zij maken gebruik van prekenboeken, die elk jaar beschikbaar komen.
Rond een overlijden
Rond een overlijden van gemeenteleden wordt er in de periode van rouw dagelijks een eredienst (aan huis) gehouden. Daarvoor worden naast de eigen predikant ook gastvoorgangers of ouderlingen ingezet. Toen wij vertelden over pastorale zorg rond een overlijden en de concentratie op één rouwdienst, keken onze Indonesische collega’s ons met verbaasde ogen aan: ‘Waarom zijn jullie zo weinig aanwezig? Waar is dan de troost?’ Dit gesprek hield ons een spiegel voor: hoezeer is de dood weggedrongen uit onze individualistische cultuur? De dood is in Indonesië te midden van verdriet ook meer een gezamenlijk moment van ontmoeting als (dorps- en familie)gemeenschap, waarbij ook de waarde van het leven voor Gods aangezicht wordt beleefd. Een mooie onderstreping van deze gemeenschap is dat een gemeente niet geteld wordt in pastorale eenheden, maar in families (opa/oma, vader/moeder en kinderen). Het laat de verbondenheid van de generaties zien.
Verwondering
Psalm 23 en onze studiereis horen bij elkaar. We hadden vooraf deze psalm gekozen als handvat voor het gesprek over de geloofsbeleving van de christenen daar. Daarom hebben we deze psalm in de gesprekken steeds ingebracht. Dit bijbelgedeelte hebben we ook voor en na onze studiereis in onze eigen gemeente in de verkondiging centraal gesteld en het was de tekst voor de verkondiging in de diensten op Sulawesi waarin we voorgingen. Het was bijzonder dat precies deze psalm op die zondag op het preekrooster van de GPIL-gemeenten stond. Over leiding gesproken!
Nieuwe hoop
We hadden een onvergetelijke ontmoeting met een collega die een jaar geleden een herseninfarct heeft gehad, met grote gevolgen. Hij is deels verlamd, spreken kan hij nauwelijks meer, schrijven en lezen is hij letter voor letter weer aan het leren. Het woord ‘wanhoop’ viel zelfs tijdens het gesprek. Tegelijkertijd klonken woorden van hoop en geloof. De vrouw van onze broeder vertelde dat ze haar man regelmatig ’s morgens aantreft met zijn Bijbel op schoot, die dan vaak openligt bij Psalm 23. Hij had er vaak over gepreekt, maar weet nu écht wat het betekent. Het Woord van God geeft steeds nieuwe hoop. Wat zou hij nu graag over zijn God en deze hoop preken. Gods hulp door dit dal heen gaf ons verwondering. Psalmzingend, met tranen in de ogen, mochten we elkaar bemoedigen. In het gesprek over Psalm 23 trof het ons dat de psalm vaak concreet betrokken wordt op het leven van elke dag. Het water uit de psalm werd betrokken op de regen. Sawa’s (rijstvelden) hebben water nodig. Niet te veel, maar zeker niet te weinig. Ook regenwater behoort tot de herderlijke zorg van de Heere. Gaan wij in onze uitleg en toepassing toch niet te snel naar de geestelijke betekenis van het water? Zodoende keken we ook regelmatig even in de spiegel. Hoe afhankelijk weten wij ons van de concrete zorg van de Heere?
A.A. van de Loosdrecht
Het was indrukwekkend om in Rantepao het huis te bezoeken waar A.A. van de Loosdrecht, de eerste zendeling in Indonesië, met zijn vrouw heeft gewoond en gewerkt. Hij is daar op een verschrikkelijke manier vermoord. Al rijdend in Rantepao en omgeving merkten we: ‘Ook hier is God begonnen.’ Het werk van de zendelingen draagt nog altijd vrucht. De dankbaarheid voor het zendingswerk namens de GZB werd verschillende keren door de christenen die we hebben ontmoet, verwoord.
Op straat in Makale zagen we een groepje jongeren met op hun T-shirt in grote letters Katekese. Deze jonge mensen gingen op Hemelvaartsdag het geloof belijden in de gemeente. Kennelijk mocht iedereen dat weten… Zo maakt God Zijn belofte waar: ‘De volken zullen U belijden.’ (Ps.67)
Uitdaging
Naast de vele mooie aspecten kwamen er ook confronterende vragen op ons af. Het is wennen om, zelfs tijdens de erediensten, steeds opnieuw de gebedsoproep vanuit de moskee te horen. Het viel ons op dat de meeste christenen de vele moslims om hen heen als (goede) buren beschouwen, maar van een missionaire betrokkenheid hebben we weinig gemerkt. Het is ook lastig als evangelisatie onder moslims verboden is. Maar hoe kun je dan toch van Christus getuigen? Hoe doen wij dat zelf met een toenemend aantal moslims in ons land?
Ook de bestuurlijke kant van het kerkelijk leven kent op Sulawesi haar eigen dynamiek. We woonden de instituering van een nieuwe kerkelijke gemeente bij. We waren getuige van de bevestiging van ambtsdragers. Het gaf verdriet om te zien dat deze kerk in aanbouw nog geen 300 meter verwijderd stond van de gemeente waarvan men is afgescheiden.
Verder werd ons iets duidelijk van het belang om het dienen in Gods Koninkrijk in vrijheid te kunnen doen. De gemeenten zijn vaak niet heel rijk en dus is steun van elders nodig. Maar een goede verdeling van de steun maakt weer kwetsbaar, waarbij macht en positie een rol gaan spelen. Controle en transparantie zijn en blijven belangrijk.
Goed onderwijs
Wij waren ons voor de reis bewust dat de Nederlandse aanwezigheid in Indonesië ook zwarte bladzijden heeft opgeleverd. In onze contacten werd daar zelden over geklaagd. Veelmeer klonk door wat er aan goeds is gebracht, in onderwijs, gezondheidszorg en wat het Evangelie betreft. Voor ons een les om meer de dankbaarheid en verwondering te onderstrepen dan de klacht en het onvolmaakte. Het onderwijs is onder andere door het zendingswerk sterk gestimuleerd. Voor veel christenen is het onderwijs voor hun kinderen nog altijd erg belangrijk. Van de kinderen die een opleiding hebben afgerond, hangen dan ook met trots de foto’s in de huiskamers. Zijn wij ons bewust van het voorrecht van een goede opleidingsomgeving? En van een grote mate van leesvaardigheid?
Stimulerend
Deze reis geeft ons veel redenen tot dankbaarheid en verwondering, en uitdagingen en vragen ter doordenking. Het persoonlijke contact met familie Vogelaar in hun leef- en werkomgeving heeft ons allen bemoedigd en onze vriendschap nog verder verdiept. Het was een stimulerende en gezegende invulling van de vrije studieruimte die we als gemeentepredikanten kennen. We danken onze kerkenraden voor de ruimte die we kregen, en zeggen tegen onze collega’s: ‘Van harte aanbevolen.’
Ds. L.W. den Boer, ds. B. Jongeneel en ds. J.A.C. Olie
zijn respectievelijk predikant van de hervormde gemeente te Goedereede, Lunteren en Delft.