Geen houdbaarheidsdatum
Mensen zijn vaak ontrouw in relaties. Dat kan je wantrouwend maken. Kan ik de ander wel vertrouwen? Kan ik mezelf wel vertrouwen? Psalm 136 roept ons maar liefst 26 keer toe: er is Iemand Die te vertrouwen is!
Veel hedendaagse liedjes hebben een opbouw waarbij coupletten en refreinen elkaar afwisselen. De coupletten zijn steeds verschillend qua tekst, het refrein is telkens hetzelfde. Vrijwel alle psalmen hebben niet zo’n opbouw. Er is echter een uitzondering: Psalm 136. In deze psalm is er eerst telkens een kort couplet van één zin, gevolgd door een kort refrein van één zin. De tekst van het refrein is: ‘Want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.’
Psalm 136 was waarschijnlijk oorspronkelijk een beurtzang, die bij de tempel werd gezongen. Vermoedelijk werd het couplet gezongen door een koor of een solist. Zij zongen: ‘Loof de Heere, want Hij is goed.’ (vs.1) Het volk dat bij de tempel verzameld was, antwoordde met het refrein: ‘Want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.’ Zo werd over en weer de lof op de Heere bezongen.
Trouwe liefde
In het refrein van Psalm 136 wordt dus gezongen over goedertierenheid. Het is een vertaling van het Hebreeuwse woord chesed. Dit woord wordt in de Bijbel vaak gebruikt om Gods verbondstrouw mee aan te duiden. Je zou het kunnen vertalen als: liefdevolle trouw, trouwe liefde. Het is trouw die geen sleur wordt, maar met de passie van de liefde blijft branden. Gods liefde is ook geen kortstondige bevlieging, die zo weer overwaait. Het is een diepe liefde, die trouw is en blijft. Echte liefde en trouw kunnen niet zonder elkaar.
Psalm 136 is in feite een lange uitleg van wat het woord chesed inhoudt. God wordt in deze psalm met name geloofd voor de schepping, de uittocht uit Egypte en de intocht in het beloofde land. Deze gebeurtenissen worden niet gezien als toevallige voorvallen, maar Israël merkt hierin Gods machtige hand op. Liefst 26 keer wordt in Psalm 136 een aspect van Gods goedertierenheid belicht en klinkt het refrein: ‘Want Zijn chesed is voor eeuwig.’ Aan deze 26 redenen om de Heere te loven zouden we nog vele andere kunnen toevoegen. Welke redenen zou u kunnen noemen om de Heere te loven?
Tot het uiterste
Richting de Heere zijn u, jij en ik alles behalve goedertieren. We beantwoorden Zijn liefdevolle houding met ontrouw. Adam en Eva deden dit als eersten en wij volgen hierin hun slechte voorbeeld. Maar zelfs door deze ontrouw heen blijft Gods goedertierenheid overeind staan. Hij zoekt Adam en Eva op in hun naaktheid en schuld. Hij roept hen tevoorschijn en brengt hun ontrouw aan het licht. Hij belooft daarnaast dat Hij trouw zal blijven. Er zal een Verlosser komen, Die de werken van de duivel zal verbreken (Gen.3:15).
Op Gods tijd is deze Verlosser gekomen om de schuld weg te nemen. Gods goedertierenheid zien we bij uitstek schitteren in de donkerheid van Golgotha. In Zijn liefde gaat de Vader tot het uiterste, door Zijn Zoon de godverlatenheid in te sturen. Christus pakt in Zijn grenzeloze liefde voor ons de beker van de toorn op en drinkt die tot de laatste druppel leeg. Aan het kruis van Golgotha zie ik dat God goedertieren is. Ondanks mijn ontrouw blijft Hij van mij houden. Hij zoekt ook mij op in mijn schuld en verkondigt mij dat er een Verlosser is. Wat een wonder! Heeft u de Heere al geprezen voor dit wonder?
Houvast
In een wereld vol ontrouw geeft het houvast om te weten dat de Heere goedertieren is. Ik mag weten: er is Iemand Die te vertrouwen is. Niet voor even, maar voor altijd. Op Gods liefdevolle trouw zit geen houdbaarheidsdatum. Want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. Zijn eeuwige trouw gaat zelfs over de grenzen van dit aardse leven heen. De liefdeband tussen de Heere en Zijn kinderen is zo sterk dat zelfs de dood die niet verbreekt. Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus.
Door de dood heen wordt de band tussen ons en de Heere zelfs alleen maar hechter, want na dit aardse leven zullen we door Christus’ offer zondeloos voor Hem gesteld worden. Er zal dan niets meer zijn wat de band tussen Hem en ons zal verstoren. Al onze liefdeloosheid en ontrouw is uitgezuiverd. Wat overblijft, is lofprijzing aan Hem, tot in alle eeuwigheid. Hij is het waard. Want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.