Waar bent u naar op zoek?

Geen kwestie, maar genocide

dr. M.A. van den Berg
Door: dr. M.A. van den Berg
22-04-2022

Men wist in Nederland van de aard en omvang van de Armeense genocide. De dissertatie van Dirk Roodzant De Armeense gruwelen. Nederland en de vervolgingen van Armeniërs in het Ottomaanse rijk toont dat onmiskenbaar aan. En nog steeds weigert premier Rutte te spreken van genocide.

In het Frans bestaat een uitdrukking die mij in gedachten kwam bij het lezen van de aangrijpende studie van de historicus Dirk Roodzant over de ‘Armeense gruwelen’, de volkerenmoord door de Turken op het oudste christelijke volk van Armenië. Deze luidt bien etonnés de se trouver ensemble (opmerkelijk om samen te vinden). Het was een onaangename verrassing om te lezen dat de antirevolutionaire predikant/politicus van het begin van de twintigste eeuw, Abraham Kuyper, eenzelfde houding innam als de liberale regeringsleider van het begin van deze eeuw, Mark Rutte, ten aanzien van de duiding van de gruwelijke poging van Turkije om het Armeense volk – samen met ook andere kleinere christelijke minderheden – voorgoed uit te roeien. Beide Nederlandse politici weigerden om het een genocide (volkerenmoord) te noemen. Ze kozen ervoor om zich in woorden aan te sluiten bij de Turkse autoriteiten, die niet verder willen gaan dan ‘de kwestie van de Armeense genocide’. Wie het toch genocide noemt, komt in het huidige Turkije zelfs voor de rechter!

Kuyper en Rutte

Voor Kuyper was het vanwege zijn Duitsgezindheid en afkeer van de Engelsen, die in de Eerste Wereldoorlog tot de vijanden van Turkije behoorden. In tegenstelling tot verreweg de meesten van zijn geestverwanten weigerde hij koppig om de werkelijkheid te benoemen. Voor Rutte, als regeringsleider van een land waarin de koopman het tegenwoordig altijd wint van de dominee, lijkt de weigering om het over genocide te hebben puur uit opportunisme en de wens om Turkije niet al te zeer te ergeren voort te komen. Terwijl het Nederlandse parlement toch een en andermaal met overweldigende meerderheid heeft uitgesproken dat de gruwelen die de Armeniërs zijn aangedaan, niet anders genoemd kunnen worden dan wat ze zijn: een doelbewuste genocide.

Wie als Nederlander het aangrijpende monument van de Armeense holocaust in Jerevan bezoekt, kan een gevoel van schaamte niet onderdrukken. Wisten en weten Nederlanders echt niet wat er aan het einde van de negentiende eeuw en in het bijzonder in de jaren 1915-1917 voor gruwelen zijn geschied om de weerloze Armeniërs uit te roeien uit de samenleving, die de moderne Turkse staat zou moeten worden na de ineenstorting van het Ottomaanse rijk? Had Adolf Hitler toch gelijk, toen hij in de jaren dertig zei – slechts enkele decennia later – ‘wie herinnert zich nog wat er met de Armeniërs is gebeurd’? Het was voor hem een extra stimulans om hetzelfde te doen met de Joden. Het is huiveringwekkend om deze demonische constatering te lezen bij de uitgang van het Armeense genocidemuseum in Jerevan, de hoofdstad van het huidige Armenië.

Geen onwetendheid

Dat men in Nederland wel degelijk wist van de aard en omvang van de Armeense gruwelen, heeft Dirk Roodzant onmiskenbaar aangetoond. Terwijl dr. Lou de Jong – door Roodzant ‘’s lands kroniekschrijver van de Tweede Wereldoorlog’ genoemd – in de oorlog schreef dat de massale executies van meer dan een miljoen Armeniërs maar weinigen scherp voor de geest stonden, laat Roodzant het tegendeel zien. Men wist er vanaf in Nederland. Politici en diplomaten, journalisten en invloedrijke kerkleiders spraken er hun afschuw over uit. Nederlandse diplomaten, vaak van adellijke komaf, waren in Turkije zelfs getuigen van de wreedheden en lieten hun protest horen. Er is zelfs een periode geweest dat een Nederlander, L.C. Westenenk, als belangrijke vertegenwoordiger van zes grote naties aangesteld was en door Turkije geaccepteerd om als zaakwaarnemer van de Armenen te dienen. Totdat de zogenaamde Jong-turken, die na het afzetten van de Ottomaanse alleenheersers van Turkije een moderne staat probeerden te maken, daar een eind aan maakten. Turkije moest een eenheidsstaat worden, waarin alleen plaats was voor soennitische moslims. Voor alle christelijke gemeenschappen, waarvan de Armeense de meest omvangrijke vormde, zou er geen plaats meer zijn. Vandaar dat de genocide van 1915 tot 1917 feitelijk nog desastreuzer was dan de toch al vreselijke pogroms van 1894 en 1897, tijdens het bewind van sultan Hamid II.

Neutraliteit

Als het rampzalige lot van de Armeniërs destijds in Nederland op allerlei manieren onder de aandacht werd gebracht, is het natuurlijk ook de vraag wat er vanuit ons land is ondernomen om het voor de vervolgde geloofsgenoten op te nemen. Nederland was, hoe verzuild ook, immers nog steeds een christelijk land. Het probleem was dat de finale fase van de genocide zich voltrok in de tijd dat de Eerste Wereldoorlog plaatsvond. Engeland, Frankrijk en Rusland waren de vijanden van Turkije, terwijl Duitsland de belangrijkste bondgenoot was. Nederland deed echter zijn uiterste best om zijn neutraliteit te bewaren. Vergeleken met twee andere neutrale naties, Denemarken en Zwitserland, bevond Nederland zich in het midden. Meer dan in Denemarken, maar minder dan in Zwitserland was er sprake van Nederlandse steunbetuigingen. De overheid deed haar uiterste best om de precaire neutrale positie tussen twee vijanden Engeland en Duitsland zo goed mogelijk te bewaren. Dat maakte een al te openlijke pro-Armeense positie – zoals daar in Engeland sprake van was – te riskant. Daarbij kwam nog dat Nederland als kleine Europese natie ook een grote koloniale mogendheid was vanwege Indië als onderdeel van het koninkrijk. Daar leefden veertig miljoen moslims, die mogelijk voor problemen konden zorgen als Nederland zich officieel tegen Turkije zou keren vanwege deze kwestie. Een grootmacht als de Verenigde Staten, die tot 1917 nog neutraal was tot men zich bij de bondgenoten tegenover de as-mogendheden Duitsland en Turkije voegde, was voor de Armeniërs meer tot steun dan Nederland. De naam van de Amerikaanse ambassadeur Morgenthau als felle pleitbezorger voor de ten dode opgeschreven Armeniërs wordt door Roodzant met ere genoemd.

Oefenschool

Het viel voor Nederland niet mee om neutraal te blijven in de Eerste Wereldoorlog. Het maakte ons land en volk niet populair bij de twee kampen die met elkaar in oorlog waren. Dat de Duitse keizer na het verlies van Duitsland asiel kreeg in Nederland, heeft daar zeker een rol bij gespeeld.

Wij moeten ons uiteraard wel realiseren dat wij deze geschiedenis, ook die van de Armeense genocide, nu bezien door de ogen van diegenen die van nog grotere gruwelen weten die door Duitsland in de Tweede Wereldoorlog zijn gepleegd. De Armeense genocide was de eerste Europese genocide, maar niet de laatste. Je zou haast zeggen – zo zag Hitler het ook – dat de Armeense genocide een oefenschool is geweest voor de Joodse Holocaust.

Enige juiste beslissing

De dissertatie van Roodzant biedt veel meer dan de titel aangeeft. Niet alleen schetst hij een overtuigend beeld van het aangrijpende lijden dat de Armeniërs in het Turkse rijk is overkomen. Het geeft ook een goed overzicht van wat Nederland als volk van vrede en gerechtigheid rond de wisseling van de negentiende en twintigste eeuw onder leiding van de jonge koningin Wilhelmina voor de wereld wilde betekenen.

Het boek biedt zoveel dat het ook wat moeizaam te lezen is, maar dat doet niets af van de waarde. Nederland heeft niet echt iets kunnen betekenen toen de genocide plaatsvond, die meer dan een miljoen Armeense christenen het leven kostte. Maar er is altijd een mogelijkheid – zeker in een tijd waarin in allerlei historische kwesties te pas en te onpas met schuldbetuigingen wordt gestrooid – om ook in deze kwestie eindelijk de enige juiste beslissing te nemen. Het ware te wensen dat die politici en regeerders, die ruim een eeuw later nog steeds de Turkse terminologie gebruiken en spreken over ‘de kwestie van de Armeense genocide’ (onze regering) voortaan nooit meer zullen spreken over een kwestie, maar de Armeense gruwelen kort en goed noemen wat ze in vreselijke realiteit waren: een genocide. Roodzants gedegen studie kan hen daarbij zeker helpen.

dr. M.A. van den Berg
dr. M.A. van den Berg