Geen stoere calvinisten
Dr. Peter Gorter promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam op een proefschrift over gereformeerde migranten in Duitsland. Het gaat hier om een bijzonder interessante kerkhistorische studie, die evident in een leemte voorziet.
Althans, voor mij was dit helemaal nieuw. De titel van de dissertatie luidt Gereformeerde migranten. De religieuze identiteit van Nederlandse gereformeerde migrantengemeenten in de rijkssteden Frankfurt am Main, Aken en Keulen (1555-1600). Deze uitgave is een detailstudie van gemeentevorming die zich afspeelde in de schaduw van de Tachtigjarige Oorlog. Het archiefonderzoek moet zonder meer indrukwekkend worden genoemd.
Noodgedwongen aanpassen
Dit proefschrift is onderdeel van een onderzoeksproject naar gereformeerde vluchtelingen en migranten in het Duitse Rijnland in de tweede helft van de zestiende eeuw, waaraan Gorters promotor, prof. Mirjam van Veen, leidinggaf. Eerder dit jaar promoveerde Inge Schipper binnen dit project op een onderzoek naar gereformeerde migranten in kleine steden in het Duitse hertogdom Kleef.
Gereformeerden in de zestiende eeuw moesten zich in het buitenland noodgedwongen aanpassen om het voortbestaan van de gemeenten te waarborgen, zo blijkt uit dit proefschrift van Peter Gorter. ‘Het waren geen stoere calvinisten.’
Het onderzoek start in het jaar 1555, het jaar waarin Johannes a Lasco, Marten Micron en Petrus Dathenus een Nederlandse gemeente in Frankfurt stichtten. In de eerste drie hoofdstukken wordt op chronologische wijze de positie van de Nederlandse gereformeerde migranten in Frankfurt, Aken en Keulen beschreven.
In het vierde tot en met het zesde hoofdstuk gaat het over de aanpassing op het gebied van tucht, kerkorga nisatie en rituelen. In het vijfde hoofdstuk wordt de organisatie van de gemeente behandeld. In het zesde hoofdstuk lezen we over de invloed van de rijkssteden.
En in het zevende hoofdstuk volgt een beschrijving van het aangaan van relaties met andere gereformeerde gemeenten binnen en buiten de rijkssteden.
Ruimte onderhandelen
Gereformeerden moesten ruimte voor hun geloof uitonderhandelen. Plaatselijke omstandigheden hebben daarbij het proces van identiteitsvorming beïnvloed. In een tijd dat religieuze diversiteit ondenkbaar was, waren vervolging en vlucht het logische gevolg, aldus de jonge doctor. Vandaar dat migratie in de zestiende eeuw een massaal fenomeen was. Oorlogsgeweld, het gebrek aan religieuze vrijheid en een krimpende economie zorgden ervoor dat duizenden Nederlandse gereformeerden in de tweede helft van de zestiende eeuw de wijk namen naar onder meer de rijkssteden Frankfurt am Main, Aken en Keulen.
Daarbij was het uiteraard een hele opgave om als gereformeerde minderheid een gemeente op te bouwen. Geen van de drie voornoemde steden was namelijk gereformeerd. Keulen en Aken bleven rooms-katholiek, Frankfurt was vooral luthers gezind. Gorter maakt duidelijk dat men genoodzaakt was – om in de rijkssteden te kunnen blijven wonen en werken – zich aan te passen ten aanzien van kerkorganisatie, tucht en rituelen.
Met vele voorbeelden laat Gorter zien hoe de gereformeerden in het rooms-katholieke Keulen zich zo veel mogelijk moesten aanpassen om als gemeente te kunnen overleven. ‘Zij kwamen in het geheim en in kleine groepen samen. Gemeenteleden uit dezelfde familie of uit hetzelfde netwerk werden bij elkaar gezet om bij een mogelijke inval de schijn op te houden dat het slechts om een familie- of vriendenbezoek ging.’
Door de Nederlands-Amerikaanse kerkhistoricus Heiko Oberman (1930-2001) worden de gereformeerde migranten vaak getypeerd als onvervalste calvinisten, die een strenge kerkelijke tucht hanteerden en leefden vanuit het idee uitverkoren te zijn.
Maar volgens Gorter kun je de gereformeerde migranten in de drie rijkssteden niet – zoals Heinz Schilling en Oberman hebben gesuggereerd – omschrijven als stoere calvinisten, die probeerden de leer en ethiek van Calvijn overal te verbreiden. ‘De Nederlandse migrantengemeenten in Keulen, Aken en Frankfurt oriënteerden zich theologisch niet primair op Genève, maar op de gemeenten in Londen en Heidelberg. En een strenge tucht was in de Duitse rijkssteden praktisch onmogelijk.’ De jonge doctor behandelt de materie erg gedetailleerd!
Onsamenhangende en nochtans samenhangende anekdotische verhalen volgen elkaar alsmaar op.
Over het algemeen komt in de geschiedschrijving het beeld naar voren dat gereformeerde vluchtelingen de belangrijkste steunpilaar waren voor gemeenteopbouw in de jonge Republiek. Maar: ‘De Nederlandse migrantengemeenten in Keulen, Aken en Frankfurt voldoen niet aan dit beeld. Zij gaven prioriteit aan de instandhouding van de eigen gemeente en het contact met de gereformeerden in het Heilige Roomse Rijk, een uitgestrekte lappendeken van hertogdommen, graafschappen en bisdommen onder het gezag van een keizer.’
En de geschiedenis van de Nederlandse migrantengemeenten moet beslist niet worden gezien als een voorbeeld van confessionalisering, integendeel.
Kerkenraden waren niet rechtlijnig maar pragmatisch bij de uitoefening van de tucht. Tegenover de katholieke macht in de rijkssteden vormden gereformeerden en lutheranen echter een gezamenlijk front. Voor de opbouw van de gemeenten in de Lage Landen was weinig aandacht.
Belangwekkende studie
De theologische waardering van Petrus Datheen lijkt me een beetje onder de maat. Het is de vraag of hij van de gereformeerde leer afraakte, zoals de promovendus stelde. Al was zijn conflict met Willem van Oranje beslist een dieptepunt.
De migranten verzetten zich volgens Gorter ook tegen het bijeenroepen van de nationale synode van 1578 en zagen die als een uitdrukking van een afkeurenswaardig nationaal gereformeerd protestantisme.
De Nederlandse migrantengemeenten in Keulen en Aken zouden niet gebaat zijn bij een samenwerkingsverband dat alleen bestond uit Nederlandse gemeenten. In deze optiek was juist de samenwerking met Duitse en Waalse gereformeerden in het Heilige Roomse Rijk voor de Nederlandse migranten van essentieel belang.
Al met al een zeer belangwekkende studie, die impliciet licht laat schijnen over het leven van migranten momenteel onder ons.