Geen vijanden
Zelfs een open cheque is de familie Nassar aangeboden voor hun grond: ze konden elk bedrag invullen dat ze wensten
We refuse to be enemies. We weigeren vijanden te zijn. Dat motto staat in grote letters geschreven op een steen bij de ingang van de boerderij van de familie Nassar op de Westelijke Jordaanoever. Ik bezocht onlangs deze en veel andere christelijke Palestijnen. Hun lot en leed komt nauwelijks of niet aan bod komt, terwijl de Palestijnse navolgers van Christus nota bene onze zusters en broeders zijn.
Bij een van mijn bezoeken aan het land Israël, nog weer recent dus, ben ik onder de indruk geraakt van onze zusters en broeders onder de Palestijnen. Hun veerkracht, hun hoop, hun opzien naar Christus ondanks de toenemende moeiten en ellende. Het is in-druk-wek-kend.
Vooral de houding, de opstelling van de familie Nassar, van de boerderij de Tent of Nations heeft bij mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Zij worden door de staat Israël al vanaf 1991 gedwongen het eigendomsrecht op hun veertig hectare landbouwgrond te bewijzen, op straffe van onteigening. Hun eigendomspapieren, die teruggaan tot het Ottomaanse rijk, tonen dat recht onmiskenbaar aan. Desondanks blijft de staat Israël tegen hen procederen. De proces- en advocaatkosten voor de familie bedragen inmiddels honderdduizenden euro’s.
Daarnaast hebben zowel Joodse kolonisten als Palestijnse moslims uit de omgeving de familie en hun landbouwareaal al diverse malen aangevallen en vernield om hen te verdrijven en de grond in te nemen. De familie is zelfs een open cheque aangeboden voor hun grond: ze konden elk bedrag invullen dat ze wensten. Daoud Nassar zei me: ‘Ik doe dat niet, Peter, ik blijf op de grond van mijn vaderen. Wat baat het mij als ik de gehele wereld zou winnen maar schade lijd aan mijn ziel?’
De christelijke familie Nassar houdt haar levensmotto hoog: We refuse to be enemies. Als ze weer eens op de ene wang zijn geslagen, keren ze de andere toe. Dit naar Mattheüs 5:9: ‘Zalig zijn de vredestichters, zij zullen kinderen Gods genoemd worden.’ Laten we ook voorbede doen voor onze Palestijnse zusters en broeders, zoals de familie Nassar, en hen niet vergeten.