blog
Nederig en doortastend
Geestelijk leiding geven vandaag
Ambtsdragers moeten zo leiding geven dat ze zichzelf overbodig maken. Dan blijft het schip blijft op koers, ook als de stuurlui even uitvallen - als de dominee weggaat en de kerkenraad er na 1 januari anders uitziet.
De jaarlijkse gemeenteavond staat op de agenda. De kerkenraad ziet best tegen deze avond op, want het zou wel weer eens een lastige avond kunnen worden. Regelmatig zoeken spanningen en conflicten tussen gemeente en kerkenraad en gemeenteleden onderling een uitweg op de gemeenteavonden. Ondanks de beste bedoelingen van wie dan ook.
Tijdens de gemeenteavond wordt de vrees van de kerkenraad helaas bewaarheid. Op een cruciaal moment staat echter een gemeentelid op, neemt het woord en spreekt heel persoonlijk en betrokken maar ook niet voor misverstand vatbaar: ‘Als gemeente zijn we een gezin, en een gezin heeft een vader en moeder nodig. De kerkenraad moet voor ons die vader en moeder zijn.’ De hartenkreet raakt de kern van wat geestelijk leiding geven vandaag is.
Het beeld van een vader is nog bijbels ook. Paulus schrijft aan de Thessalonicensen dat hij de gemeente heeft aangemoedigd en opgewekt, net als een vader zijn kinderen (1 Thess.2:11). En even daarvoor zegt hij dat hij in Thessalonica is geweest, vriendelijk, zoals een voedster haar kinderen koestert (1 Thess.2:7). Dit beeld bevat veel leerzame elementen voor de gemeente van vandaag.
Crises
We merken dat in de gemeente steeds meer om leiderschap wordt gevraagd. Gemeenteleden verwachten van de kerkenraad geestelijke leiding te krijgen. Het valt me de laatste jaren op dat ook aan de Gereformeerde Bond steeds nadrukkelijker wordt gevraagd om leiding te geven. Hoe komt dat?
Het zegt iets over de situatie van dit ogenblik. Wanneer vragen kinderen om leiding? Als ze de weg niet meer weten. Wanneer vraagt een volk om een politiek leider? Als er door allerlei crises onzekerheid, onrust en spanning is gekomen. De roep om geestelijke leiding verraadt verwarring op het grondvlak.
Als het om de gemeente gaat, kunnen we denken aan de kaalslag van het kerkelijke leven, we zien statistieken dalen: minder dopelingen per jaar, minder belijdeniscatechisanten per jaar, minder financiën per jaar, steeds meer en steeds langduriger vacatures in de kerkenraad, jongeren die afhaken.
We moeten ook denken aan de theologische verwarring, het schijnbare succes van de evangelische beweging, de lusten en de lasten van de traditie, de gestage vervreemding van het gereformeerd belijden. Zijn dat niet allemaal factoren die onrust en verwarring in de gemeente teweegbrengen? Er is geen vanzelfsprekendheid meer. Dit onderstreept de roeping van ambtsdragers om leiding te geven, om de kudde Gods te weiden die hen bevolen is.
Kritiek
Terwijl de roep om leiding groeit, neemt tegelijk de kritiek op leiders toe. Leiderschap staat ook ter discussie. Het grote misbruikschandaal in de Rooms-Katholieke Kerk heeft het ambt geen krediet opgeleverd, integendeel. De financiële schandalen rond Amerikaanse voorgangers hebben mensen kritisch gemaakt. In onze eigen geschiedenis is ook niet altijd op een goede wijze leiding gegeven. Ambtsdragers stonden boven de gemeente, predikanten bleke pausen te zijn, kerkenraden verstrooiden de kudde meer dan dat ze haar vergaderden.
Terwijl de gemeente enerzijds roept om leiding, accepteert ze die leiding ook niet zomaar. De gemeente blijkt mondig te zijn. Ze blijkt, mede door de huidige kerkorde, ook heel graag democratisch geregeerd te worden. ‘Je doet het toch nooit voor iedereen goed’, zeggen de kerkenraadsleden wel tegen elkaar.
Managementcultuur
Het is zoeken naar wat echt geestelijk leiding geven is, omdat we in een managementcultuur leven. Vooral in de Randstad zijn veel ambtsdragers en gemeenteleden gewend in managementstructuren te werken. Op een kerkenraadsvergadering kun je zomaar een document uit een commissie op tafel hebben liggen, geschreven door gemeenteleden of ambtsdragers, waarin het aan voetnoten, literatuurverwijzing (ook Engelse), en woorden als input, output, meetfactoren en risicofactoren niet ontbreekt. Voor elke kwestie maken we een protocol, een stappenplan, berekenen percentages en verhoudingen – en het ergst van alles lijkt me dat aan het begin van de kerkenraadsvergadering iedereen zijn notebook openklapt of zijn iPad tevoorschijn tovert en vanachter deze digitale verschansing zijn inbreng in de vergadering levert.
Midden in die vergadering horen we die roep: ‘We zijn een gezin. En we hebben een vader en moeder nodig!’
Opgelegd
Wat zijn bijbelse lijnen als het om geestelijk leiding geven gaat? Een van de meest fundamentele noties in de Schrift is dat de gemeente des Heeren is. Hij is de grote Herder der schapen, het Hoofd van de gemeente. Hij is het ook Zelf die voor het leiden en weiden van Zijn gemeente mensen roept. Leiders worden in de Bijbel altijd geroepen, soms tegen wil en dank. Leiders dringen zichzelf niet op, maar zij weten hoe dan ook van de roeping des Heeren. De zaak is hen opgelegd.
Hoe belangrijk is het om als ambtsdrager je roeping levend te houden. Natuurlijk om erop terug te kunnen vallen, als het ambt zwaar en teleurstellend is. Je mag dan tegen Heere zeggen: ‘Heere, help me toch. Het is immers mijn zaak niet, maar de Uwe.’ Want Hij Die roept is ook getrouw. Hij zal ook de wijsheid en bekwaamheid geven die een ambtsdrager nodig heeft om zijn ambt en plicht getrouw te verrichten, tot Zijn eer.
Tegelijk hebben ambtsdragers het besef van hun roeping bij voortduur nodig, om te weten dat zij niet voor een eigen zaak strijden en geen eigen belangen hebben te verdedigen of te bevechten – hun belang ligt Boven. Zoals de zaligheid buiten jezelf ligt en we haar dus ook buiten onszelf hebben te zoeken, zo ligt ook het doel van het ambt buiten jezelf. Ambtsdragers willen de gemeente aan de voeten van Christus brengen en bewaren, opdat zij in geloof en bekering voor haar Heiland leven zal, aan Hem verbonden.
Geen pretenties
Als het om de roeping gaat, geeft de apostel Paulus in 1 Timotheüs 1 een ontroerend en persoonlijk getuigenis over de manier waarop de Heere hem in dienst nam. Hij zegt dat God hem trouw heeft geacht toen Hij hem een plaats gaf in de bediening (vs.12). Getrouw geacht – de Heere nam Paulus in dienst, niet omdat de Heere in Paulus speciale kwaliteiten vond – maar omdat Hij hem trouw áchtte, voor trouw hield. Zoals Hij goddelozen voor rechtvaardigen houdt, door de genade van Jezus Christus. Ambtsdragers hebben het ambt gekrégen. Uit genade.
Dat betekent – voor Paulus en voor iedereen die in de dienst van Christus mag staan – dat geestelijk leiding geven altijd gepaard gaat met nederigheid. Laten ambtsdragers geen pretenties hebben, dat ze wat zijn of weten of kunnen. Wat dat betreft is een zwart pak heel gevaarlijk; je wordt er gemakkelijk wat mee. En voorin de bank zitten: je wordt er gemakkelijk wat mee. Niet om de zwarte pakken in de ban te doen, maar laten wij de hoogmoed, het vlees, de eigendunk in de ban doen. Doet een ambtsdrager dat niet, dan geeft hij geen leiding in de stijl van Christus. Hij kwam niet om te heersen, maar om te dienen. Hij wendde Zijn volmacht aan om te dienen; Hij gaf daarvoor zelfs Zijn leven. Hij liet Zijn stem niet op de straten horen, zocht Zijn eigen eer niet, zei en deed niet de dingen waarmee Hij (met eerbied gesproken) kon scoren bij de massa. Nederigheid en ootmoed kenmerken de bijbelse leider.
Keuzes maken
Bijbels leiderschap is niet alleen nederig, het is ook doortastend en beslist, al klinkt dat misschien tegenstrijdig. Mozes is resoluut als hij het volk rond het gouden kalf aantreft. Hizkia schroomt later niet zelfs de koperen slang te vernietigen. Nehemia laat zich bij de herbouw van Jeruzalem niet afschrikken door complotten en laster. De apostelen oefenen in de nieuwtestamentische gemeente tucht. En zegt Paulus in 1 Korinthe 15 niet dat we in ons ambt standvastig en onwankelbaar moeten staan?
Dat heeft alles te maken met de vastheid van het Woord en het werk van God. Dan betekent leiding geven ook keuzes maken, ja en nee durven zeggen. Als we kijken naar onszelf, dan zijn we nederig. Maar kijken we naar de zaak, dan zijn we beslist. En niet andersom.
Op eigen benen
Een heel andere bijbelse lijn wat betreft het leiding geven vinden we in Efeze 4, het bekende hoofdstuk waar Paulus spreekt over de ambten die de verhoogde Christus aan Zijn gemeente heeft gegeven. In de Statenvertaling lijkt het alsof Paulus een rij opdrachten aan de ambtsdragers geeft: dat hun ambt dient tot volmaking der heiligen, tot het werk der bediening en tot opbouw van het lichaam van Christus. In het Grieks, en ook in de Herziene Statenvertaling, is duidelijk dat er een getraptheid in zit: de ámbten rusten de heiligen toe, zodat de heíligen in staat zijn het werk der bediening (dienstbetoon) te doen.
De vergelijking met het vaderschap dringt zich weer op: een goede vader rust zijn kinderen toe om zelfstandig te worden. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar je leert je kind toch op eigen benen staan? De kerkenraad geeft geen leiding aan de gemeente omdat de gemeente niets kan, maar omdat de gemeente haar roeping moet leren vervullen die ze van Godswege heeft: een koninklijk priesterdom te zijn, een volk dat voor de Heere leeft.
Ik verbind daar meteen maar een praktische les aan: je kunt wel eens gefrustreerd zijn dat een kerkenraad of gemeente bepaalde dingen niet weet of niet kan. Maar met frustratie bereik je niets, alleen afstand. Wat de gemeente niet weet of kan, moet je haar niet verwijten maar leren. De gemeente is er immers niet voor de kerkenraad, maar de kerkenraad voor de gemeente. En de gemeente is er voor de Heere.
Gezamenlijk
Een laatste bijbelse gegeven is dat de Heere nooit de leiding van Zijn gemeente bij één persoon legt. Mozes heeft Aäron, later Jozua en de zeventig oudsten. In Handelingen 15 worden beslissingen over de besnijdenis en de doop van heidenen door de gezamenlijke apostelen genomen. Dat maakt de beslissingen betrouwbaarder en transparanter. Beslissingen in de gemeente moeten altijd getoetst kunnen worden. De gemeente moet wel weten dat ambtsdragers in de kerkenraad geen flank of stroom uit de gemeente vertegenwoordigen.
A.J. Mensink
Ds. A.J. Mensink is hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.