Waar bent u naar op zoek?

Geestelijk leven

ds. A.J. Mensink
Door: ds. A.J. Mensink
20-05-2021

Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. Romeinen 8:14

De Heilige Geest, Die op Pinksteren wordt uitgestort, heeft eerst de Heere Jezus Zelf vervuld en geleid. Dat werd onder andere openbaar in de volmaakte en liefdevolle gehoorzaamheid aan Zijn Vader: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God.

De Heilige Geest laat daarmee een wezenlijke trek van Zijn werk zien. Hij is de Geest van de gehoorzaamheid, omdat Hij de Geest van de Vader en van de Zoon is. Alles wat Hij aanraakt, wordt ingewonnen voor de wil van God.

Daarom is er in het Nieuwe Testament geen sprake van een tegenstelling tussen wet en Geest. Ze zijn daarentegen twee handen op één buik. Met dit verschil dat waar de wet alleen maar kan vóórschrijven zonder de harten zelf te veranderen, de Heilige Geest de wet ínschrijft in de harten. De wet gééft het ons te doen, de Geest léért het ons te doen. Laten wij eerlijk zijn: om die Geest zijn we als Adamskinderen toch meer dan verlegen? Van nature staat ons een andere wil op het lijf geschreven. Geen haar op ons hoofd die daar verandering in zou willen aanbrengen.

Beladen term

De uitstorting van de Heilige Geest hoort daarom voluit bij het Evangelie. Hij wordt ons uit genade gegeven, niet alleen om ons tót Christus te leiden en ons Zijn gerechtigheid toe te eigenen – dat alleen al is zo’n heerlijk werk – maar ook om ons het leven mét Christus te leren op de wijze van sterven en opstaan. Allen die zo door de Geest geleid worden, zijn kinderen van God.

Wat is het jammer dat zo’n rijke bijbelse uitdrukking een beladen term is geworden. Misschien ervaart u ook wel een grote verlegenheid als u gevraagd wordt of u een kind van God bent. De woorden ‘ik ben’ zijn ons al gauw te groot. In Romeinen 7 zijn ze Paulus ook te groot. In zijn leven speelt zich het tweegevecht tussen vlees en Geest af. De duivel zou de duivel niet zijn als hij ons bij die tweestrijd niet in de oren slist: ‘Zie je wel? Jij een kind van God? Kom nou!’ Begin daar maar eens wat tegen. Elke zonde die nog (tegen onze wil, dat wel, maar toch) in ons is overgebleven, doet ons met een bange David bidden: ‘En neem Uw Heilige Geest niet van mij.’ Want waarheen leidt dán de weg?

Nieuwe gehoorzaamheid

In Romeinen 8 wordt ons echter het overmachtige werk van de Heilige Geest ontvouwd. Hij is de Geest van Hem Die Christus uit de doden heeft opgewekt (vs.11), de Geest Die raad weet met alles wat zich tegen de wil van God verzet. Heeft Hij ons eenmaal aan Christus verbonden in een relatie van levend geloof, dan begint Hij ons ook aan Hem gelijkvormig te maken. Het geleid worden door de Heilige Geest is een wonderlijke, verborgen maar ook onweerstaanbare werking waarin wij voor de wil van God worden ingewonnen. Hij neemt ons bij de hand en gaat ons voor in de voetstappen van onze Zaligmaker. Hij begint ons op te voeden tot een nieuwe gehoorzaamheid.

Maar welk kind wordt zonder horten en stoten opgevoed? Ook een kind van God draagt niet zonder slag of stoot het beeld van de Vader. Maar intussen is de Heilige Geest met vaste hand bezig om ons als kinderen van God te leiden. In een nieuw verlangen om naar de wil van God te leven. In een oprecht berouw over onze misstappen en ons toegeven aan het vlees. In een heilig en kinderlijk geloof in de vergeving van onze zonden. Laat u zich door deze Geest leiden of is het een andere?

Strijd

Het is onbestaanbaar dat wie door de Heilige Geest geleid worden, géén kinderen van God zijn. ‘Als je gelooft en gedoopt bent, en je hebt Gods Woord in je hart en je richt je leven daarnaar, dan ben je geestelijk en al je werken zijn waarachtig’, schrijft Luther. Dat wij kinderen van God zijn, is dan ook niet zichtbaar in de overwinning, maar in de strijd. Het zijn, naar de woorden van Jezus Zelf, de armen van geest van wie het Koninkrijk der hemelen is. Als echte kinderen verlangen zij naar het leven met Christus. Onze werken maken ons openbaar.

ds. A.J. Mensink
ds. A.J. Mensink