Het bericht schokte een aantal weken geleden veel natuurliefhebbers. Edelhert Hubertus, een imposant beest dat rondzwierf op de Hoge Veluwe, was in de bronsttijd tijdens een gevecht met een rivaal zo ernstig gewond geraakt dat hij uit zijn lijden moest worden verlost.
Hubertus was een publiekslieveling, niet echt mensenschuw en dus heel goed te observeren en te fotograferen. Bovendien was hij van forse afmetingen en had hij een indrukwekkend groot gewei. Aan Hubertus moest ik denken toen ik in de Bijbel door de Psalmen bladerde, op zoek naar psalmregels die ik kon verbinden met advent.
Al van oudsher worden er in de periode van advent psalmen gelezen en gezongen. Ik wil daar graag bij aansluiten. De psalmen komen dicht bij je eigen leven en kunnen het verlangen naar de komst van het Christuskind en de Koning der koningen voeden.
Een schreeuw
Hubertus, het grote hert dat zich op de Hoge Veluwe liet zien, is waarschijnlijk een andere dan die we tegenkomen in Psalm 42. Niet voor niets zijn er verschillende vertalingen die het woord hert vervangen door hinde. Niet alleen lijkt de Hebreeuwse zin deze richting op te gaan, het past ook beter bij de rest van de tekst. Van rivaliteit of jacht, zoals in de oude psalmberijming, is ook geen sprake. Er klinkt geen burlen, het intense keelgeluid dat bronstige herten gebruiken om indruk te maken op de dames, maar een kreet uit het diepe binnenste van de hinde. De hinde schreeuwt, smacht naar water. Het heeft dorst, haar keel is net zo droog als het land waar ze woont. In het Midden-Oosten zijn het vooral rotsige, dorre bergen waarop de herder zijn schapen en geiten weidt en waar de herten knabbelen aan doornachtige struiken.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 25 november 2021.
Neem een jaarabonnement (€ 49,00). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!