Waar bent u naar op zoek?

Geloof boven ervaring

ds. A. de Lange
Door: ds. A. de Lange
29-04-2021

Praktisch gezien heeft een gelovige weinig in handen. Gods beloften zijn toekomstgericht. De beloften zijn veelomvattend, maar het meeste ervan zullen we pas na ons aardse leven in volle werkelijkheid ontvangen.

Zo was het bij de aartsvaders: Abraham, Izaäk en Jakob. God had hun een land beloofd, een talrijk nageslacht, de Messias zou uit hen voortkomen. In hun levenstijd hebben zij er maar iets van gezien. Zo is het voor ons nog steeds.

Hebben we als gelovigen dan geen vergeving van zonde, vernieuwing van ons oude bestaan, eeuwig leven? Zeker wel. Maar het zijn zaken die we op de wijze van de belofte ontvangen. De volle werkelijkheid van deze dingen zullen we pas meemaken als we na ons leven bij God zijn. Nu hebben we vaak nog last van gedane zonden, betrappen we onszelf ook steeds weer op tegenstrijdigheid tussen wat we willen en doen en ons kennen van God en omgaan met Hem is beperkt. We zijn als de aartsvaders die de vervulling van Gods beloften vanuit de verte gezien en geloofd en begroet hebben. (Hebr.11:13) Dat geldt ons met hen, ook al zijn we boven hen bevoorrecht met heel de kennis van de weg die God met hen gegaan is, en het leven vanuit de gekomen Christus.

Overtuiging

Wat héb je nu eigenlijk als gelovige van God? Zijn belofte. Zwart op wit. En Hij laat niet na die beloften keer op keer te herhalen. Zijn Geest is er om die ons op het hart te drukken en in het hart te brengen. Dat doet wat met je. Je weet je aangesproken. Het treft je. Het geeft je een warm gevoel. Je wordt er rustig van. Om de belofte echt ‘binnen te halen’ is echter nog wat nodig: overtuiging, een diep weten van binnen, en je aan de beloofde werkelijkheid overgeven in vertrouwen.

Gewoonlijk gaat dat zomaar niet. Ketsen Gods beloften in al hun heerlijkheid niet vaak af op ongevoeligheid en hardheid? Wij zijn niet geïnteresseerd en hebben geen belangstelling. Wij hebben een bordje ophangen: ‘aan de deur wordt niet gekocht en bekeerd zijn we ook al’. De nood moet aan de man komen. De Heilige Geest is er om dat te bewerken. Hij gebruikt er ervaringen en bijbelwoorden voor. We worden geconfronteerd met onze schuld en ellende. Ons gebed om genade en onze hulpvraag aan God zijn het slot waarop de sleutel van Gods beloftewoord past. En zo gaan er deuren open tussen God en ons.

Ervaring

Wie door het geloof de belofte van God omhelst, ziet er zoveel in. Het geopende hart ontvangt er alle heil in. Dat geeft blijde en verwonderde gevoelens. Het is een heerlijke ervaring, die we wel steeds zouden willen vasthouden en altijd zouden willen beleven. We moeten echter niet vergeten hoe die gevoelservaring komt. De volgorde is: belofte – geloof – ervaring. Als we in ons leven met God ons de gevoelservaring herinneren en ernaar terugverlangen, is dat begrijpelijk. We komen echter niet tot nieuwe gevoelservaring door ons daarop te richten. We moeten terug naar de belofte, naar Christus, naar het hele Woord van God. Dat moeten we lezen, ontvangen, geloven. In die weg zal de gevoelservaring weer komen, zoals God ons die wil geven.

Er is onder ons een sterke hang naar het gevoelige leven. De nadruk ligt er vooral op dat je in het leven met God wat erváárt. Preken zijn dan pas goed als er veel ervaring in zit en die er ook door opgewekt wordt. De sobere Woordkerkdienst, met prediking als verkondiging van het Woord van God, waarin de gemeente met de psalmen het Woord van God zingt en meeverkondigt, bevalt dan maar matig.

Opwekkingsliederen

In dat kader past het graag zingen van liederen uit de bundel Opwekking. Hoeveel moois daar ook in te vinden is, de liederen werpen ons (te) weinig op het Woord. Dr. G. van den Brink schreef daar eerder over dat ‘in dit soort liederen de dimensie van het geloof mijns inziens tekort komt. Wij worden niet behouden door wat we al of niet voelen, maar door het geloof in de betrouwbaarheid van Gods beloften. Maar liederen die dáárvan zingen, zijn in deze bundel – letterlijk en figuurlijk – minder in tel. In de Bijbel is ook sprake van een opstijgen als op adelaarsvleugels (Jes.40:31), maar daar geldt die belofte degenen ‘die de Heere verwachten’. Dat wil zeggen: die Hem geloven, ook zonder Hem telkens te voelen. Dat lijkt me een typerend verschil.’ Verder stelt Van den Brink vast dat als liederen niet beklijven, ze ook niet tot het geestelijk bezit van de gemeente gaan behoren. ‘Of is daar misschien ook minder behoefte aan, omdat men met dit soort liederen meer iets van zichzelf uit dan iets van Gods kant ‘int’? Juist wat dit laatste betreft zijn de psalmen onovertroffen: we uiten met de psalmen niet altijd eigen stemmingen, maar we brengen ons er vaak het ‘nochtans’ van Gods trouw en genade mee te binnen, soms tegen onze eigen gevoelens in. Veel meer dan de opwekkingsliederen behoren de psalmen in al hun weerbarstigheid dan ook tot het geloofsgoed van de gemeente.’

Naakte beloften

De naakte belofte van God moet ons genoeg zijn en nergens anders mogen wij de zekerheid van onze zaligheid zoeken (Calvijn). De naakte belofte is ondertussen geen arme of lege belofte. Ze wordt gedragen door de liefde en de betrouwbaarheid van God. Ze wordt door de Heilige Geest zo in ons hart ingedragen dat wij als de arme en zwakke mensen, die we zijn, toch vast en zeker mogen horen en geloven dat God in Christus ons aanneemt en voortaan geheel verzorgen zal. God staat belovend garant voor rechtvaardiging en heiliging en heerlijkmaking. De Geest van God, Die ons de belofte doet geloven, is en geeft de garantie daarop. Zo mogen gelovigen verzegeld zijn met de Heilige Geest van de belofte (Ef.1:13). Ze zijn dan zelf helemaal niet zulke sterke en zekere gelovige mensen. Maar God is zeker, Zijn belofte is vast en dat is de zekerheid van de gelovige en zijn geloof.

Aangevochten

Gelovigen gaan in deze wereld door moeilijke perioden heen. Soms is het in de geloofsbeleving stil en koel. Er roert zich weinig in het binnenste. En het lijkt wel alsof bijbelwoorden geen boodschap overbrengen. Alsof het alleen maar voor een ander is. Of je gaat door een depressieve periode heen met negatieve gedachten over alles en iedereen, te beginnen bij jezelf – God niet uitgesloten. Of de duivel is bezig en ongeloofsgedachten en twijfelvragen knagen aan je ziel en je kunt nergens meer bij.

Wat moet je dan? Wat heb je dan nog? De belofte van God, die onverminderd en onveranderd waar blijft. Ze is Gods licht in ons donker. Ze brengt ons Christus, Die boven de twijfel verheven Zijn schreeuw in onze nacht laat horen: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ en meteen zegt Hij: Ik heb u zo lief als Mijzelf, want Ik geef Mijzelf voor u – Ik zal u niet verlaten en u niet loslaten. Zoals dr. A. de Reuver zei: ‘Wij loven en geloven door de Geest bevindelijk wat Christus deed en doet voor ons. Trots alle aanvechtingen. Want alles wat gelooft, mag geloven met een schreeuw, mag geloven zónder geloof te voelen. Want bevinding betekent geworpen worden op Gods beloften in Christus Jezus.’

Strijden

Om te leven uit Gods beloften is het zaak dat wij strijden. ‘Strijd de goede strijd van het geloof.’ Strijden vraagt inzet, inspanning, volhouden, verzet en vastberadenheid. Calvijn sprak de goede woorden: ‘Het verschil tussen goddelozen en vromen is niet dat de laatsten nooit last van twijfel hebben; zij zoeken er echter wel van af te komen, terwijl de goddelozen er bewust aan toegeven en de beloften laten voor wat ze zijn. Goddelozen stemmen de beloften op geen enkele wijze toe, omdat hun gemoed met verkeerde gedachten vervuld is. Maar de vromen, die de beletselen in hun vlees gevoelen, bestrijden deze opdat zij Gods Woord niet de weg versperren en zoeken medicijnen voor hun kwalen, waarvan zij zich bewust zijn.’

Wij leven uit de beloften, totdat ons geloven overgaat in zien. Dan zullen wij zien wat geen oog heeft gezien en horen wat geen oor heeft gehoord en beleven wat in geen mensenhart is opgekomen, maar wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. En het is precies wat Hij ons beloofd heeft.

ds. A. de Lange
ds. A. de Lange