Waar bent u naar op zoek?

Geloofsvervolging

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
31-03-2022

Geloofsvervolging is van alle tijden. Je hoeft er de Bijbel maar op na te slaan en we struikelen bijna over de namen. Abel, David, Jeremia, Daniël, Stefanus, Paulus, Silas, Johannes, allen brachten ze offers voor hun geloof: ze werden gedood, vervolgd, gevangengezet of naar een eiland verbannen. De vroegchristelijke kerk kende veel martelaren.

Confessioneel/Credo

In Confessioneel/Credo (blad van de Confessionele Beweging in de Protestantse Kerk in Nederland) schrijft ds. Kees Wesdorp over ‘Geloof onder druk’. De Rooms-Katholieke Kerk heeft een kalender met de gedenkdagen van de martelaren. Belangrijke data zijn 23 februari, de gedenkdag van Polycarpus (2e eeuw), en 7 maart de herdenking van de marteldood van Perpetua en Felicitas.

(Deze) twee jonge vrouwen behoorden tot een groepje van zes christenen die in de arena van Carthago in het begin van de derde eeuw werden omgebracht. Dit is nog maar een paar van de lange rij geloofsgetuigen, die de uiterste consequentie getrokken hebben en het ultieme offer gebracht. (…) Wat bewoog hen? Vibia Perpetua was dochter van een rijke edelman uit de stad Thuburbo in Africa, ten zuiden van Carthago. Zij had een schitterende opvoeding genoten en een voornaam huwelijk aangegaan, waaruit een zoon geboren was. Het leven lag in al zijn bekoorlijkheid voor haar open. Maar op haar weg had zij Hem ontmoet, die haar met Zijn leven duur gekocht en betaald had, die daarbij gezegd had: ‘Wie zijn leven niet haat, zal niet binnengaan in het koninkrijk van God’. De ontembare ziel, die in het tengere lichaam woonde, had toen gekozen. Spoedig werd zij gearresteerd, nog voordat zij gedoopt en officieel christen was. In de gevangenis is zij gedoopt. Over haar dagen daar heeft zij zelf verteld. Haar ervaringen zijn opgenomen in het geschrift ‘De Passie van Perpetua en Felicitas’. Zij schreef ondermeer: ‘Toen wij in voorarrest zaten en mijn vader op mij wilde inpraten en mij mijn geloof per se wilde laten afzweren, met een beroep op zijn liefde voor mij, zei ik: ‘vader, ziet u dat potje of kruikje daar?’. ‘Ja’, zei hij. ‘Kunt u het ook anders noemen dan het is?’ ‘Nee’. ‘Zo kan ook ik mijzelf niet anders noemen dan wat ik ben: een christin’. Mijn vader werd kwaad om die woorden en vloog mij aan om mijn ogen uit te krabben. Maar hij kwam niet verder dan slaan en toen vertrok hij. Hij was verslagen met al zijn door de duivel ingegeven argumenten’ (Passio 3). Perpetua werd alom geprezen om haar verzet tegen haar vader. Men zag hem als een pion van de duivel, zoals ook Perpetua het beschrijft. Zo wordt de martelaarsstrijd in het algemeen gezien. De duivel probeert met allerlei listen de belijdende christen van zijn stelligheid af te brengen en zijn geloof te verloochenen. Maar door innerlijke kracht en volharding overwinnen zij de tegenstander. Tot in de dood.

Doodsangst hadden de martelaren niet. In het verslag van de marteldood van Polycarpus tekent de schrijver over de martelaren op: ‘Zij kwamen tot een zo grote mate van verhevenheid dat geen van hen zuchtte of steunde. Daarmee toonden ze dat zij op dat tijdstip wel geofferd werden maar buiten het lichaam verbleven. Of liever, dat de Heer hen bijstond en toesprak. Terwijl ze zich richtten op de genade van Christus verachtten ze de aardse folteringen en kochten zo in één uur het eeuwige leven’ (Martyrium 2). Dit was de opperste navolging van Jezus. En hun band met Christus was zo sterk, dat ze Zijn kracht ervoeren. Zij werden om zo te zeggen zo in beslag genomen door de kracht van Christus’ liefde dat ze meer afwezig waren dan aanwezig. Zo in trance dat zij de folteringen en de pijn niet ervoeren. Dat wordt verteld over Felicitas, de andere jonge vrouw die met Perpetua voor de wilde dieren werd gegooid in de arena. Een wilde koe moest haar aanvallen. Het beest verwondde haar wel maar doodde haar niet. Felicitas had er niets van gevoeld wordt er verteld zozeer was zij in extase geweest (Passio 20). (…)

Zo heet zal het vuur ons voorlopig niet aan de schenen gelegd worden, maar kunnen wij hieruit wat leren? Dat vroeg de kerkvader Augustinus zich twee eeuwen later ook af in een van zijn gedachtenispreken (sermo 280). Waren dit superchristenen in wier schaduw wij niet kunnen staan? Zo’n offer wordt er van ons niet gevraagd, zegt hij, wij hoeven hen hierin niet na te volgen. Wel kunnen wij hen navolgen in de beslistheid van het geloof en in de vurigheid van de liefde. Dan staan wij wat vrijer tegenover het levenseinde. Wat wordt er niet allemaal opgeofferd om dit moeizame leven een stukje te verlengen. Sterven moeten we toch. We kunnen ons beter inspannen om na de dood gelukkiger te zijn dan ervoor. ‘Daarom doen wij er goed aan hun gedenkdagen met toewijding te vieren’, zegt hij. ‘Tegenover hun grootheid zijn wij maar klein. Maar de Heer heeft zowel groten als kleinen gezegend. Als wij niet in staat zijn hem met daden te volgen, laten wij het dan doen met onze liefde, met onze gebeden en met onze verbondenheid. Want zij en wij, samen zijn wij leden van het ene Lichaam van Hem, die Zijn leven voor ons allen heeft ingezet’.

China Info

Geloofsvervolging is er ook in de 21e eeuw. China leek lange tijd de teugels te laten vieren en meer ruimte te bieden aan kerken en christenen. De laatste jaren is aan die ontluikende tolerantie een einde gekomen. Op de ranglijst van christenvervolging die Open Doors elk jaar publiceert, staat China op nummer 17. In China Info (nieuwsbrief van Stichting China) las ik het volgende.

‘De vervolging is nu intenser dan tijdens de beruchte Culturele Revolutie’, aldus een Chinese predikant met wie Stichting China regelmatig contact heeft.

Ambtenaren liggen nu onder de loep van de overheden. Geef je je geloofsovertuiging niet op, dan bestaat de kans dat je je (overheids) baan kwijtraakt. (…) De journalist Zhang Wenshu publiceerde in een tijdschrift van een religieuze beweging over de nieuwe aanpak van de overheid om religie in de greep te krijgen. In de oostelijke provincie Shandong is een massaal onderzoek gestart naar de geloofsovertuiging van medewerkers in door de staat gerunde kantoren, ondernemingen, scholen en ziekenhuizen. Maanden geleden had de eerste aanzet hiertoe plaats. Enkele basis- en middelbare scholen kregen een brief van het ‘Opvoedkundig Bureau’ met het verzoek docenten, studenten en zelfs hun familie te toetsen op hun geloofsovertuiging. Een docente vertelde dat haar een officieel overheidsdocument werd overhandigd dat zij moest invullen. Het ging over haar overtuiging en de manier waarop zij invulling geeft aan ‘religieus onderwijs’. De schooldirecteur vertelde erbij dat elke vorm van bezig zijn met religie verboden werd. Bijbellezen in een klein groepje mocht ook niet meer. De docente vertelde dat het haar diep geraakt had. Ze is bang dat als haar geloofsovertuiging via zulke formulieren bekend wordt haar straf te wachten staat of zelfs ontslag.

Een ziekenhuismedewerker vertelde dat in zijn stad bij minstens twee ziekenhuizen onderzoek plaats had naar de geloofsovertuiging van het personeel. Ze moesten zelfs opgeven als ze diensten bijwonen van de door de overheid gecontroleerde Drie Zelf kerk. Velen vrezen voor hun baan en velen zeggen al slachtoffer te zijn van discriminatie op grond van hun overtuiging.

Een predikant vertelt:

‘Christenen ervaren al langer intensere vervolging onder Xi Jinping maar menen dat het na de uitbraak van de corona-epidemie veel erger geworden is’.

Van dat alles zijn we hier in het Westen (nog) gevrijwaard. Toch is er de vrees dat ook in het Westen door de corona-epidemie de burger meer onder controle van de overheid gekomen is dan voorheen. Dat kan op termijn voor kerk en onderwijs gevolgen hebben.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman