column
Geopend graf
Heeft mama het verdrietige nieuws al verteld? Ik loop de zolder op waar onze oudste dochter van vier in haar hut speelt. Ik zak op mijn knieën en kruip het holletje binnen dat met kleden tussen de boekenkasten en mijn bureau is gecreëerd.
‘Opa is gestorven,’ antwoordt de kleuter. ‘Nu is oma altijd alleen. Dan gaan wij vaak bij haar op visite, toch papa?’ Ik antwoord bevestigend. Toch nog onverwachts is mijn opa op hoge leeftijd overleden. Het is het eerste sterfgeval dat ons dochtertje bewust meemaakt.
‘Het is niet eerlijk,’ zegt ze opeens, terwijl we samen een puzzel maken. ‘Wat niet?’ vraag ik. ‘Ik wil niet dat opa gestorven is, ik wil dat opa weer levend is!’ ‘Dat begrijp ik, verdrietig hè, dat onze opa gestorven is.’ Tijdens het puzzelen praten we in flarden verder. ‘Als de Heere Jezus terugkomt, zullen alle mensen die gestorven zijn weer leven,’ leg ik uit. ‘Wanneer komt Hij dan? Ik denk dat de Heere Jezus altijd bij Zijn Vader in de hemel wil blijven,’ antwoordt ze wat verbitterd.
We gaan bij oma op rouwbezoek. ‘Bent u verdrietig omdat uw man gestorven is?’ vraagt de kleuter. Van tijd tot tijd loopt ze naar de kist. ‘Opa ligt heel stil en zijn ogen zijn dicht,’ stelt ze vast. ‘Maar waarom zit hij niet? Opa zat toch altijd in een stoel. Je kan toch niet meer bewegen als je gestorven bent?’
Ook tijdens de begrafenis observeert ze alles nauwgezet. Op de begraafplaats krijgt ze van een tante een plaatsje vooraan. De kleuter kijkt van de dominee naar de kist en weer terug. De dominee spreekt over het licht van Pasen, maar niemand neemt het een kind kwalijk als het die woorden vergeet.
‘Ik ben zo verdrietig papa,’ zegt ze de dag na de begrafenis. ‘Dat snap ik heel goed,’ zeg ik. ‘Heeft de dominee nog iets gezegd waar je blij van wordt?’ Zelf herinner ik me de woorden niet, maar plechtig zegt ze: ‘Als de Heere Jezus terugkomt, zal ook dìt graf geopend worden.’ De boosheid is weg. Het is Pasen voor een kind van vier.
Arjan Baarssen