Waar bent u naar op zoek?

Gerommel met grondrechten

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
16-12-2021

De 2G-maatregel zal voorlopig nog niet worden ingevoerd in Nederland, heeft demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) vorige week aan de Kamer laten weten. ‘Vanwege een gebrek aan steun in de Tweede Kamer wordt de wetsbehandeling uitgesteld tot de week na het kerstreces’, lees ik in het nieuws. Wat betreft verplichte vaccinatie is voorlopig de druk van de ketel, maar het probleem blijft. En dat probleem is serieus genoeg.

De vraag is wat onze grondrechten nu eigenlijk waard zijn. Want lichamelijke integriteit is een grondrecht (hoofdstuk1, artikel 11 van de grondwet). De toelichting bij dit artikel is heel duidelijk: ‘In dit artikel staat het recht op de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Iedereen mag zelf bepalen wat er met zijn of haar lichaam gebeurt, of medische handelingen worden verricht en of voorgeschreven medicijnen worden ingenomen.’ Hoe duidelijk ook: er wordt nu mee gerommeld.

Trouw

Hoeveel waarde kunnen we nog hechten aan lichamelijke integriteit bijvoorbeeld bij euthanasie? Naar aanleiding van de zogenaamde koffie-euthanasie (de zaak-Arends) zijn er nieuwe richtlijnen opgesteld. Een demente bejaarde die wel een wilsverklaring had getekend, zei naderhand ‘niet dood te willen’ en maakte op het moment dat de euthanasie plaats zou vinden afwerende gebaren. Mag de arts in zo’n situatie doorgaan of niet? Met andere woorden: mag het verzet gebroken worden? Volgens de nieuwe richtlijnen mag dat. De nieuwe richtlijnen maken aan twijfel een eind. In Trouw van 20 november wordt het uitgelegd.

In de nieuwe code is die twijfel verdwenen: een slaapmiddel geven mag. Het moet zelfs als dat nodig is om de euthanasie ‘comfortabel’ te laten verlopen. Medicatie is niet bedoeld om verzet te breken, maar om ‘onrust en agitatie’ bij de patiënt te voorkomen. Critici blijven het bezwaar houden dat mensen zich niet kunnen verzetten.

Uitingen van de patiënt

Oud (oude regeling): ‘De arts moet (…) alert zijn op uitingen die wijzen op bezwaar tegen levensbeëindiging. AIs daarvan sprake is, dan kan uitvoering van de euthanasie niet plaatsvinden.’

Nieuw (nieuwe regeling): ‘Contra-indicaties afkomstig uit de periode toen patiënt zijn wil niet meer kon uiten, kunnen niet meer worden opgevat als de intrekking of aanpassing van de eerdere schriftelijke wilsverklaring. (…) De arts is niet verplicht om te informeren naar een actuele levens- of stervenswens van een patiënt die zijn wil niet meer kan uiten.’

In de zaak van Arends had de patiënte eerder gezegd ‘nog niet dood’ te willen, en kwam ze overeind tijdens de euthanasie. Dat soort ‘contra-indicaties’ betekenen niet dat een patiënt zijn wilsverklaring intrekt: hij is immers wilsonbekwaam, zo redeneerde de rechter. Uitingen van de patiënt kunnen wel meewegen bij het bepalen of hij of zij wel echt ondraaglijk lijdt. Op dit punt blijft de code onduidelijk, net zoals het arrest. Arends handelde zorgvuldig, maar andere artsen staan in soortgelijke situaties voor een lastige afweging.

‘Arrest te ruim uitgelegd’

‘Ik ben hier woedend over’, zegt Theo Boer, hoogleraar ethiek van de zorg aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen, en bekend criticus van een verdere liberalisering van de euthanasiepraktijk. ‘Het is een oproep aan artsen om maar hun gang te gaan.’ Boer spreekt van een ‘substantiële wijziging’ van de euthanasiecode, die volgens hem verder gaat dan de uitspraak in de zaak-Arends. ‘De Hoge Raad oordeelde redelijk voorzichtig. De toetsingscommissies geven een heel ruimhartige uitleg aan het arrest’, vindt hij. ‘Bovendien ging dat om één zaak, en dit heeft effect op een grote groep patiënten.’

Nederlands Dagblad

Over lichamelijke integriteit schrijft ook het Nederlands Dagblad van 4 december.

De grondrechten zijn niet alle even bekend, en ten onrechte bestaat het idee dat ze een rangorde kennen. Gelijke behandeling (artikel 1) is beroemd en wordt zwaarder geacht dan iets als het briefgeheim (artikel 13). Het laatste artikel (23, vrijheid van onderwijs) wordt zelfs bejegend als rudimentair, wormvormig aanhangsel dat je kunt missen als de ontstoken blinde darm. Niet ieder grondrecht lijkt ook voor elke burger even relevant: er zijn er die nooit eens gaan betogen (artikel 9) of een petitie tekenen (artikel 5). En de godsdienstvrijheid (artikel 6) wordt gezien als antiek privilege voor gelovigen, dat slechts bij vergissing nog bóven de populaire heilige Vrijheid van Meningsuiting (artikel 7, ‘Sint VvMU’) staat. En dan artikel 11: de onaantastbaarheid van het lichaam – dat heeft iets van een hulpmiddel dat je bijna nooit gebruikt (de krik of gevarendriehoek). Dus áls je het nodig hebt, weet je niet waar het ligt en hoe het werkt. Het lost ook niet alle lijfelijke kwesties op; kort na een aanrijding kun je verplicht worden bloed af te staan (zelfs in bewusteloze toestand, als de Officier van Justitie het gelast). En als je halfdood in het ziekenhuis belandt, lig je al aan een infuus of onder het mes voordat je een kik hebt kunnen geven.

Grondrechten worden vooral beschouwd als iets waarmee een minderheid of individu zich kan beschermen tegen de opvattingen, de wil en dreigende dwang van de meerderheid. Maar grondrechten vragen gezamenlijk onderhoud, en elk recht schept ook verplichtingen. Zoals een goed geschoold christen weet dat de Wet van God niet tien verboden bevat, maar tien geboden: regels en opdrachten voor een leven uit liefde. Zo kun je de Grondwet ook lezen als richtinggevend denkraam voor een vreedzame samenleving.

Bij medische ethiek denken mensen vooral aan persoonlijke keuzes (met name rond het begin en einde van het leven) en aan dilemma’s van de medische wetenschap, onderzoek en technologie. Daarmee raakte het onderwerp opgesloten in de spreek- en behandelkamers, ziekenhuizen en laboratoria. Maar nu blijkt de corona-crisis morele vragen op te roepen waar we met elkaar uit moeten komen.

Zoals: kun je burgers verplichten tot een kleine, preventieve medicatie (inenting) – om daarmee kolossale gevolgen te voorkomen voor henzelf (wekenlange opname in het ziekenhuis, waar ze ongevraagd veel méér farma krijgen ingespoten, simpelweg om in leven te blijven) en voor de samenleving (die opdraait voor kosten en gevolgen, omdat ze schaarse zorgcapaciteit moet verdelen: jouw acute ic-opname staat de even urgente, levensreddende behandeling van een ander in de weg).

Het lezenswaardige artikel reikt helaas geen overtuigende argumenten aan om covid-vaccinatie af te dwingen. Dat de lichamelijke integriteit niet absoluut is, is nogal logisch. Een politieagent mag iemand arresteren en de handboeien omdoen. Als het leven acuut in gevaar is, is het logisch dat een arts opereert. Dat is heel iets anders dan iemand te verplichten zich te laten vaccineren. Want er is geen acuut levensgevaar voor de persoon in kwestie. Het artikel geeft zelf aan hoe gevaarlijk het gerommel met grondrechten is: gerommel met de vrijheid van onderwijs geeft nu al genoeg onrust. Als dit een trend gaat worden, dan raken we in een rare en griezelige samenleving verzeild. Vreemd is het om in het artikel te lezen dat de grondrechten onderhoud vereisen: ‘grondrechten vragen gezamenlijk onderhoud, en elk recht schept ook verplichtingen.’ Lees wat hier staat, in een handomdraai worden de zaken omgekeerd: een recht wordt een… plicht! Als burger ben ik eigenlijk moreel verplicht om van een recht, dat de overheid mij zelf gegarandeerd heeft, af te zien. Wie het zo benadert, licht de grondwet uit z’n voegen. En zo gaan we al ‘rommelend’ het nieuwe jaar in. Zelfs wordt de wet van God erbij gehaald om het betoog te ondersteunen, omdat ook de wet van God ‘onderhoud’ vraagt: het zijn, zegt het ND, geen verboden maar geboden: het zijn tien verplichtingen. Dat lijkt me, zacht gezegd, aanvechtbaar: Psalm 119 is een loflied op Gods wet. De geboden van God zijn geen verplichtingen, ook geen rechten, maar wel voorrechten. Dat is veelzeggend.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman