Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
07-01-2021

Twee fragmenten uit een interview in het Nederlands Dagblad met de kersverse voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. J.A.W. Verhoeven.

Dominee worden was voor Jan Verhoeven geen jongensdroom. Toen hij op het gymnasium zat – de bèta-versie met veel exacte vakken – had hij nog geen idee wat hij zou worden. Zelfs toen hij theologie ging studeren, was het voor hem nog geen uitgemaakte zaak dat hij predikant zou worden. Paradoxaal genoeg is zijn keuze voor de theologie terug te voeren op het moment dat zijn oudere broer het geloof losliet. ‘Hij geloofde er niets van en is later boeddhist geworden.’ Jan was toen een jaar of vijftien, zestien en zoekende. Door het radicale afhaken van zijn broer ging hij anders luisteren in de kerk. Bestaat God? Is het waar wat er in de Bijbel staat? Kun je hiervoor leven en sterven? ‘Met die honger ben ik theologie gaan studeren, vanuit de gedachte dat ik dan wel antwoorden zou krijgen. Dat was natuurlijk helemaal niet zo. Het heeft me veel jaren gekost om dat voor mezelf op een rijtje te krijgen. Het was een wat eenzame worsteling. Toen ik zesdejaars was, had ik kunnen preken, maar ik vond dat ik dan wel overtuigd moest zijn van deze grondvraag, anders kun je niet de kansel op. Ik ben erg geholpen door een predikant bij wie ik wat catechisatie gaf. Die was een soort vader voor me; hij heeft me over die drempel heen getrokken.’

Ontspannen missionair

Die kloof tussen wereld en kerk is even pijnlijk als onvermijdelijk, zegt Verhoeven. Hij ziet ook: de Protestantse Kerk vergrijst, krimpt en maakt in hoog tempo de omslag van een volksbeweging naar een kerk in de marge. Maar dat los je niet op door de vraag te stellen hoe je als kerk relevant kunt zijn in de huidige maatschappij. ‘Wij hoeven het evangelie niet relevant te maken; dat is in zichzelf al relevant. Ik sta er ontspannen in. De roeping is dat we zelf dicht bij God leven, dan ben je vanzelf missionair. Met het maken van allerlei plannen kunnen we het seculiere denken echt niet weren. Onze roeping is alleen maar dicht bij God te leven en het aan Hem over te laten. In die zin ben ik wel relaxed. Onderschat niet wat er in de gemeenten gebeurt aan missionair werk. We horen meer en meer dat er volwassenen worden gedoopt, mensen die geen enkele kerkelijke achtergrond hebben. Ik heb weleens een telefoontje gehad van iemand die vroeg: “Bent u dominee? Kunt u me vertellen wie God is?” Ik ben bij haar langs geweest. Later is ze gedoopt en heeft ze belijdenis gedaan. God doet van alles waar wij geen grip op hebben.’


Van 1854 tot 1864 stond in Wijngaarden ds. W.F. Thieme. Hij gaf, meldde mij een lezer, een bundel preekschetsen uit, die werden verzorgd door uitgever D.A. Thieme in Arnhem. Een voorbeeld, wel echt van vroeger:

Op. III: 15a

“Ik weet uwe werken, dat gij noch koud zijt, nog heet.”

De Laödisesche lauwheid.

Ze is eene ziekte, die:

I) Boosaardig aanzien heeft;

II) Doodelijke verschijnselen openbaart;

III) Hevige besmettelijkheid bezit;

IV) Pijnlijke genezing behoeft.

I. Daar zij is: krenking van den eenigen Meester, en verwaarloozing van de Protestantsche voorregten.

II. Ze laat volgens het tekstverband (vers 17), de droevige teekenen zien van sterke inbeelding omtrent volmaakte zielegezondheid, en van volslagen gebrek aan alle zieleleven.

III. Ze werkt het Christendom tegen; ze plant de zonde voort.

IV. Ze behoeft allezins het scherpe heelmes, o.a. van bedreiging en van vermaning. Zie vers 16, 18, 19.

J. van der Graaf
J. van der Graaf