Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
01-04-2021

Vandaag fragmenten uit twee mooie biografieën. Uit de biografie van Hans Wiegel, geschreven door Pieter Sijpersma (uitg. Atlas, Amsterdam), over een gebeuren bij de troonwisseling van Juliana naar Beatrix:

In de week voor de inhuldiging moet Wiegel de minister-president vervangen; Van Agt is op bezoek in Indonesië en – als eerste Nederlandse premier – in Japan. Alle i’s voor de grote dag staan nu wel in het gelid; tijd om de puntjes erop te zetten. Juliana legt Wiegel de vraag voor of de troonswisseling niet een mooie aanleiding is voor gratieverlening aan een aantal gedetineerden. In februari heeft minister De Ruiter in de ministerraad dat idee al afgewezen, omdat, zegt hij, gratieverlening niet meer van deze tijd is. Het enige is dat het een sympathiek gebaar is, heeft hij uitgelegd. Collectieve gratieverlening stamt uit een tijd dat in het strafrecht de vergelding vooropstond. Tegenwoordig is de straf vooral gericht op de situatie van de veroordeelde. Daar past gratie niet meer bij. Rechters zijn ook geen voorstanders van gratieverlening, omdat er willekeur aan kleeft. Het is een gebaar dat van toepassing is op zeer uiteenlopende zaken en daardoor vragen oproept – en dat ook nog eens frustrerend is voor wie er niet van profiteert.

Van Agts biografen hebben opgetekend wat er gebeurt wanneer de vorstin het toch nog eens probeert bij de vicepremier. Het fragment verdient in zijn volledigheid te worden geciteerd. ‘Wiegel en Van der Voet (raadsadviseur Algemene Zaken) togen naar paleis Lange Voorhout om de boodschap over te brengen dat het kabinet daarin niets zag, maar zij gaf zich niet zonder slag of stoot gewonnen. Na ampele discussie riep ze op een zeker moment uit: “Kunnen we dan niet alle gevangenen in Nederland op de dag van de troonswisseling een slagroomtaart sturen?” Wiegel vertrok geen spier en antwoordde: “Majesteit, dat lijkt me een uitstekend idee. En dan spuiten we met slag


Uit Prediker van het Koninkrijk der hemelen. De levensreis van dr. Izaäk Boot, geschreven door Cees Hoogendoorn (uitg. de Banier, Apeldoorn); in de studententijd:

Izak richt zich niet alleen op zijn studie. Hij volgt de actualiteiten op de voet. Op zijn kamer zijn dan ook altijd de nodige kranten aanwezig. De ‘koude oorlog’ is in volle gang. Rusland is een wereldspeler geworden en Izak is geïnteresseerd in ontwikkelingen daar. Die wil hij wel met eigen ogen zien. Ook de Russisch- Orthodoxe Kerk heeft zijn belangstelling. Hij leeft uitermate sober, waardoor hij voldoende financiële ruimte heeft om in 1957 met de N.C.R.V. naar Rusland te reizen. Tevoren leert hij Russisch, om op de reis zoveel mogelijk informatie op te doen. Bovendien verwacht hij dat het Russisch voor de toekomst belangrijk kan zijn. Met de trein reist hij via Duitsland en Polen naar Moskou. De gemaakte fotootjes laten zien dat hij inderdaad een indruk heeft gekregen van het Russische volksleven en kerkelijk leven.

’s Zondags gaat hij in Moskou, in of bij het Sokolnikipark, naar een Russisch-Orthodoxe kerkdienst. De preek gaat over de ‘storm op zee’. Het is voor Izak duidelijk dat de priester de storm betrekt op de eigen kerkelijke situatie. Zonder te veel op de politieke toer te gaan, geeft de priester aan dat het communisme een storm in de kerk veroorzaakt. Hij bidt dat die gestild mag worden. Na afloop spreekt Izak met de voorganger. Deze is verheugd dat hij hem heeft kunnen verstaan en de boodschap heeft begrepen. Meer dan 30 jaar later preekt Izak als predikant over dezelfde geschiedenis. Hij stelt dat de Heere ook nu nog stormen stilt. Als voorbeeld noemt hij de val van het communisme, waardoor de Russisch-Orthodoxe kerk zich weer in vrijheid bewegen kan.

J. van der Graaf
J. van der Graaf