Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
08-04-2021

In een lezenswaardig themanummer van Protestants Nederland over ‘Herman Bavinck, orthodox calvinist en modern wetenschapper’, schrijft dr. James Eglinton over de vriendschap van Bavinck met zijn studiegenoot Christiaan Snouck Hurgronje. Het is een ‘hechte vriendschap ondanks de grote kloof in geloof en religie’:

In de loop der jaren gingen hun levens in twee zeer verschillende richtingen uiteen: Bavinck vertrok naar Kampen en Amsterdam om daar te doceren en ontwikkelde zich tot een uitnemend dogmaticus. Snouck Hurgronje ging in Duitsland studeren, reisde naar Mekka en werd daarom moslim, omdat die stad verboden was voor niet-moslims. Hij werd zelfs besneden als onderdeel daarvan. Hij woonde jarenlang op Java, waar hij trouwde met meerdere moslimvrouwen en moslimkinderen kreeg. Hij keerde na een aantal jaren terug naar Nederland, waar

Ondanks al deze grote verschillen en achtergronden zijn Bavinck en Snouck Hurgronje regelmatig in contact met elkaar gebleven. Beide mannen hebben het ideaal van de zogeheten ‘kritische vriendschap’ gekoesterd. Zonder zo’n vriendschap, zo stelden zij, heb je alleen maar gelijkdenkenden als gesprekspartners. Maar dan worden je eigen ideeën minder uitgedaagd. Daarom hebben zij elkaars werk regelmatig gelezen en kritisch met elkaar besproken.

Een scherp denker moet in gesprek blijven met iemand in wie hij vertrouwen kan hebben, zonder de eigen veronderstellingen van de ander te delen, zo vond het tweetal. Bavinck heeft ooit hun verhouding beschreven als die van ‘tegenstanders die tevens vrienden zijn’. Hun gesprekken over de islam, de secularisatie, het Schriftgezag en de waarheid van het christelijk geloof laten duidelijk zien hoe groot hun onderlinge afstand was.

In mijn biografie laat ik ook zien hoe Bavinck waarschijnlijk niets wist over het dubbelleven van zijn vriend. Hij kon zich niet voorstellen dat Christiaan moslim werd om Mekka binnen te kunnen komen. Ze waren dus niet even open over alles. Maar toch konden ze uitstekend met elkaar opschieten, tot zelfs aan het eind van hun leven. De dag voor de dood van Bavinck schreef Snouck Hurgronje naar zijn vrouw, Johanna Bavinck-Schippers (1868-1942) dat hij ‘nog geheel onder den indruk was’ van zijn laatste bezoek. ‘Weemoedig, maar stichtelijk tevens. Anders dan vroom heb ik mijn goeden vriend trouwens niet gekend.’


Op 9 april hoop Gijsbert Leertouwer, ambtsdrager in hervormd Dordrecht en redactielid van De Waarheidsvriend, te promoveren aan de VU te Amsterdam. De titel van zijn dissertatie is Democratische legitimiteit in het onderwijsbestuur. Juridische varianten van een educatieve democratie in het funderend onderwijs. Van harte gelukgewenst! Enkele stellingen bij het proefschrift:

• Een democratische rechtsstaat die als kernwaarden vrijheid en gelijkheid zegt te hebben, gaat mank wanneer hij alleen voor het waarborgen van gelijkheid een algemene wet hanteert.

• Dat sommige burgers mogelijk meer kaas hebben gegeten van burgers dan van burgerschap, rechtvaardigt niet de veronderstelling dat het staatsburgerschap in betere handen is bij hen die graag een vorkje prikken in elitaire slow food restaurants.

• Het als risicovol afkeuren van een recht op eigen bubbel, bijvoorbeeld voor een bijzondere school met een strikt toelatingsbeleid, is even begrijpelijk als het verbieden van bubbelbaden vanwege veiligheidsrisico’s.

• In de profielschets voor professionele bestuurders moet niet bovenaan staan het vermogen om leiding te geven aan bevlogen personeel, maar de vaardigheid om met opvliegende burgers om te gaan.

• Om een tekort aan schoolleiders te bestrijden zou de negentiende-eeuwse, aristocratische wettelijke regeling voor de hoofdonderwijzer (‘vrije woning zoo mogelijk met een tuin’) een aantrekkelijk perspectief zijn voor moderne arbeidsvoorwaarden.

• Hoe betrekkelijk de aanduidingen conservatief en progressief kunnen zijn, blijkt uit het feit dat de partijen die al sinds de negentiende eeuw voorstanders zijn van de meest democratische rechtsvorm het democratiseringsstreven vanaf de jaren ’60 het meest hebben tegengewerkt, terwijl de partijen die zich vanaf de jaren ’60 het meest beijveren voor democratisering zich tot op heden het minst bekommerden om de meest democratische rechtsvorm.

J. van der Graaf
J. van der Graaf