Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
14-05-2021

Toen in de kolommen van dit blad aandacht werd gegeven aan ‘de profielschets van predikanten’, beluisterde een lezer via internet een Engelstalige lezing van ds. Peter J. Leithart (Theopolis Institute Birmingham Alabama, USA). Hij vertaalde een fragment:

De uitoefening van het ambt van herder en leraar is het meest veeleisend, veelomvattend en uitdagendste beroep wat maar denkbaar is onder de stervelingen. De ideale predikant moet beschikken over de retorische spitsheid van Churchill, de bewogenheid van een moeder Teresa, het uithoudingsvermogen en de moed van een commando, de schranderheid van een advocaat, het geduld van Job, het visionaire van Ezechiël, de vindingrijkheid van een ondernemer, de managementkwaliteiten van een bedrijfsleider en de magnetiserende energie van een popster. De voorganger moet een voorbeeld zijn van toewijdingen tot Jezus in alle oprechtheid van karakter. Hij moet overal zijn en dat voor alles. (…) Wij hebben specialisten voor elk moment in elke levensfase, maar de predikant is een generalist: hij is aanwezig bij het kraambed als er een kind is geboren, bij beproevingen en bij het sterfbed als mensen zijn opgegeven. De predikant is een generalist in alle vormen en variaties van menselijk leed en ellende.

Zou de voorganger een specialist zijn, dan is hij een specialist in dood en sterven, een specialist niet alleen in fysiek sterven maar in alle scheuten afsterving en doodsangsten waaraan het vlees onderhevig is. De predikant is present bij al die geopende graven als vertegenwoordiger van de goede Herder. Hij belichaamt de zichtbare en tastbare aanwezigheid van Christus en de kerk bij ieder crisismoment. De voorganger heeft maar één ding te zeggen: het woord van het evangelie, woorden van het Leven te midden van de dood, de belofte van Leven dat pas begint bij het sterven in plaats van dat het zou eindigen bij de dood. Hij heeft maar één ding te doen: het aanreiken van het appèl en de vertroosting van het woord, zichtbaar bevestigd in brood en wijn.


‘Zo vroom als Anna ben ik niet’. Het is de kop boven een interview van Willem van der Meiden in VolZin met dr. Pieta van Beek, ‘nog gedoopt door dominee Mallan’, gespecialiseerd in het werk van Anna Maria van Schurman (1607-1678). Het begin en het eind:

In 2001 werd aan de Universiteit van Stellenbosch, ooit gesticht vanuit Utrecht, het 365-jarig bestaan van de Utrechtse universiteit gevierd. Ik hield daar een lezing en begon met de verzuchting van een vrouw in ballingschap: ‘O Utrecht, lieve stad, hoe zou ik u vergeten?’ Mijn gehoor dacht dat het over mijzelf ging, maar het zijn woorden van Anna Maria van Schurman, in een briefgedicht dat zij vanuit Keulen aan haar Utrechtse vrienden schreef. Toen ik dat gedicht voor het eerst las, was ik verkocht. Maar eigenlijk waren het toen ook woorden van mezelf, daar in Zuid-Afrika, want ik vond het voor vrouwen geen prettig land, ook niet na het verdwijnen van de apartheid. Het heeft me altijd gestoken dat ik er als vrouw bijvoorbeeld geen vaste aanstelling kreeg en voor een habbekrats moest werken: 5 procent van wat een man verdiende voor hetzelfde werk. (…)

Had je haar graag willen ontmoeten?

Jazeker! Heel graag. Want hoe meer ik over haar weet, des te meer blijft er aan raadselachtigs en onbekends over. Veel van wat zij deed kwam voort uit haar vroomheid en deed ze niet om te laten zien hoe goed ze erin was. Ik heb een groot lemma voor de Encyclopedie van de Nadere Reformatie geschreven. Ik heb onder deze orthodoxe protestanten tal van vrouwen ontdekt die vrijwel vergeten zijn, maar Hebreeuws hebben geleerd en gedoceerd en zich actief met theologie en talenstudie hebben beziggehouden. Sommigen leerden zelfs Arabisch. De geschiedschrijvers van de Nadere Reformatie houden het erop dat die beweging zo emancipatoir was, maar later werden vrouwen vastgepind op alleen hun vroomheid en telden geleerdheid, kunstzinnigheid en buitenshuis werken in combinatie met hun vroomheid niet meer. Sommigen waren kunstenares, drukster of diacones.

J. van der Graaf
J. van der Graaf