Waar bent u naar op zoek?

Globaal Bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
17-06-2021

In Kontekstueel (tijdschrift voor gereformeerd belijden nú) maakt J. Wienen onderscheid tussen de begrippen ‘orthodox’ en ‘reformatorisch’. In zijn kroniek over ‘Orthodox’ schrijft hij: Recent las ik in Trouw in een artikel naar aanleiding van incidenten tussen kerkgangers en journalisten, dat de kloof tussen orthodoxe religieuze minderheden

en de liberale meerderheid in Nederland steeds groter wordt. Uit het artikel blijkt dat in dit geval het woord ‘orthodox’ min of meer als synoniem gebruikt wordt van ‘reformatorisch’. Het ging over twee reformatorische kerken in Urk en Krimpen aan den IJssel en een reformatorische school in Gorinchem. In het artikel wordt door godsdienstsocioloog Joke van Saane een vergelijking gemaakt met het orthodox-islamitische gezin waarin de bedreigde schrijfster Lale Gül opgroeide. In het artikel volgt een beschrijving hoe deze orthodoxen in elkaar zitten: hard en gesloten. (…)

Deze discussie frappeert mij, omdat ik het woord orthodoxie anders gebruik. Als mensen mij vragen in welke hoek van de kerk ik me het meest thuis voel, zeg ik meestal dat ik orthodox ben, maar niet bij een bepaalde groep hoor. Wat mij betreft duidt orthodox aan dat je in grote lijnen de klassieke geloofsvoorstellingen van de kerk gelooft, zoals die in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel zijn verwoord. Dat is heel ruim. Het woord heeft voor mij ook niets benauwds. Het zegt ook niets over gesloten gemeenschappen. Het betekent oorspronkelijk de rechte leer, de rechte mening. Het is hoe de kerk in grote meerderheid na veel nadenken, discussie en strijd haar geloof in God en in Jezus heeft geprobeerd te omschrijven. Het is voor mij niet als een gesloten waarheid om daarmee op anderen in te hakken, maar als een lied om gezamenlijk te zingen, over wat we geloven van een mysterie dat al onze begrippen te boven gaat en toch het allerwaarste en allerdiepste woord is over ons bestaan en over deze wereld. Soms zing je het met de kerk mee boven jezelf en je eigen (on)geloof uit. (…) Ik ga nog een stap verder. De aanduiding ‘orthodox’ voor de uiterste rechterflank van de gereformeerde gezindte is eigenlijk ongepast. Deze uiterste rechterflank koestert een aantal ideeën en leerstukken die niet uit de grote christelijke orthodoxe traditie stammen. Deze heel eigen karakteristieken, die hen onderscheiden van de bredere orthodoxie, roepen vaak juist de kwalificaties op die in het Trouw-artikel naar voren kwamen.


In Ecclesia (Orgaan van de Stichting Vrienden van Dr. H.F. Kohlbrugge) schrijft ds. J. Riemersma (Sliedrecht) over het heimwee, de leegte in ons hart:

Een koe loopt de hele dag met zijn kop naar beneden, op zoek naar mals gras. Daarmee is zij tevreden. Maar de mens is op communicatie aangelegd – in het horizontale vlak, van mens tot mens – maar ook op verticaal niveau, naar Boven, naar de hemel, naar God.

Was het niet Kierkegaard, die ergens vertelt over een boer die zomaar een ei vond in het gras en dat toen maar bij de andere eieren van zijn broedende kip legde? De kip behandelde dat ei als een van haar zelf. Maar wat er uit dat ei kwam, was het vreemdste kuiken dat de boer ooit gezien had. Het kreeg vleugels die veel te zwaar waren, te lomp, onhandig. En de snavel die recht moest zijn, was krom. Maar eens, op een dag, klonk er een kreet boven het boerenerf. Die vreemde jonge vogel keek omhoog en zag een enorme vogel rondcirkelen. En toen vertelde zijn instinct hem wat hij werkelijk was: een adelaar, geboren om te vliegen. Niet om in de grond te pikken, maar om naar boven te stijgen. Dat zat in hem. Net zoals God de eeuwigheid in ons hart heeft gegrift. Het heimwee naar Boven, naar die andere werkelijkheid. (…)

‘God heeft ons gemaakt met een leegte in het hart, een leegte die alleen maar gevuld kan worden met God zelf, met Zijn Geest, Zijn genade.’ (Pascal) ‘Want zo hebt U ons geschapen, gericht op U, en ons hart kent geen rust tot het rust vindt in U.’ (Augustinus)

J. van der Graaf
J. van der Graaf