Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
24-06-2021

In de Oude Kerk van Putten werd op 7 februari 1945 een ‘gemeenschappelijke bedestond’ van de hervormde gemeente en de gereformeerde kerk gehouden. Hier volgt een fragment van de preek van ds. C.B. Holland (1878-1948), later uitgetypt door zijn schoonzoon R.J. van Ganswijk, over een ‘Godsgericht’:

Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des Heeren vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen. Wij hebben meer bidstonden gehouden en misschien denkt iemand in zijn binnenste: ‘God, de Heere hoort ons niet. Hij antwoordt ons niet. ‘Ja, de Heere hoort wel, maar als onze ziele het opmerkt, moeten wij zeggen: ‘De Heere antwoordt op onze bidstonden met vermeerdering van zijn oordelen. Hij beantwoordt ons gebed met openbaringen van Zijn toorn.’ Ik denk aan het Woord des Heeren bij Jesaja: ‘Als gij uw handen uitbreidt, verberg ik Mijn ogen voor u.’ (Jes.1:15a) (…) De tekenen der tijden geven ons te kennen dat wij een Godsgericht doorleven. En de nood van Gods volk is heden om door dit Godsgericht heen te komen op Godverheerlijkende wijze, onszelf te verloochenen, opdat onze hulp zou zijn van de Heere alleen.

Gemeente, de nood klimt bij de dag. Honderden mannen zijn uit ons midden weggevoerd in hechtenis of ballingschap. Geen enkel levensteken van hen komt tot ons. Tientallen zijn er die in dit Godsgericht het leven hebben verloren. (…)

De ellende neemt hand over hand toe. En wij kunnen de oordelen Gods niet meer pareren, niet meer wegwerken door onze barmhartigheid. Als een lawine komt de ellende over ons arme land en volk, dat in eigen wegen redding zoekt. En te midden van deze zondvloed van ellende hoort men de taal van de verdwaasde mens, die zegt: ‘Het gaat goed.’

Die woorden beletten alle ware verootmoediging voor de Heere. (…) Nu even letten op ons tekstwoord in 2 Samuël 24:14, op David, de man naar Gods hart. Hij had naast de Heere vertrouwd op de menigte van zijn strijdbare mannen. (…)

En dan bidt David niet: ‘O Heere, wees mij barmhartig, o, Heere, houdt Gij mij toch staande’, maar: ‘Heere laat mij vallen.’ (…) David bidt hier: ‘Laat mij vallen met mijn volk niet in handen der mensen, maar in de handen des Heeren, want ’s Heeren barmhartigheden zijn vele.’


Ds. M.L. Dekker en zijn vrouw zijn door de Gereformeerde Gemeenten uitgezonden naar Nazareth. Zij geven een impressie over de recente oorlog in Israël:

Oorlog verlamt een samenleving

Op onze telefoon hebben we een raketmelder geïnstalleerd. Bij elke raket die vanuit Gaza (of Libanon) afgevuurd werd, rinkelden er luide alarmbellen. Vaak 12 keer achter elkaar, omdat er meestal zo’n 12 raketten per keer in enkele minuten afgevuurd werden. Je kon dan ook gelijk zien op welke plaats ze gericht waren. U begrijpt dat zo’n melder aan de ene kant noodzakelijk is in dit land, maar aan de andere kant heeft het natuurlijk een enorme impact op de psyche van een mens. Ik moet altijd denken aan een overleden Joodse vriendin. Ze was afkomstig uit New York en was als studente naar het Beloofde Land gekomen. Op het eind van haar leven zei ze: ‘Het Midden-Oosten heeft mij uitgeput.’ Je merkt dat bij de mensen, maar ook bij jezelf. Je hebt niet zoveel energie meer. Daar komt bij dat de gemoederen tussen Joden en Arabieren in het land zelf explodeerden. Dat is nog nooit in deze mate gebeurd. Dat maakt je intens verdrietig. Broedervolken die tegen elkaar opstaan. Het ligt niet in mijn bedoeling om een analyse te geven van deze oorlog. De media hebben daar al genoeg over geschreven. Vaak in negatieve bewoordingen naar Israël toe. Het is beter om de oproep van Psalm 122 ter harte te nemen: Bidt om de vrede van Jeruzalem!

J. van der Graaf
J. van der Graaf