Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
19-08-2021

Predikant-dichter ds. A.F. Troost bracht een gedicht uit onder de titel ‘PkNee’:

Het hoge woord moet er nu uit!

Ik blaas het van de hoogste toren –

het scheelt me werkelijk geen fluit

of u het wel of niet wilt horen,

Maar alstublieft, houd nu eens op

om telkens ‘PKN’ te zeggen!

Gewoon niet doen! Ik smeek u: stop

ermee! Moet ik het uit gaan leggen?

Zeg zelf: noemt u mij AFT?

Noemt u de kroonprinses soms Ama?

Haar moeder Max, s.s.t.t.?

Die korte kreten – wat een drama!

Voorheen was ik gewoon Hervormd,

echt, ’NHK’ kwam niet ter sprake,

dat zei geen mens, je zei ‘Hervormd’.

Zo’n afkorting kun je niet maken!

En KPN dan? En NS?

Zo spreken wij, afkortingsmensen…

pc, tv en NOS –

heel goed, maar er zijn grenzen!

Het CDA, de SGP,

ook ik kort af, zodra ik kans zie.

Maar PKN? Nooit! Driewerf nee!

De bruid van Christus: een instantie?

Licht als een veer, zwaar als een zerk,

hoe vaak, hoe diep ze mij ook griefde,

mijn kerk, de Protestantse Kerk,

ze is geen club, maar Gods geliefde!


Een lezer citeerde uit Een pastorie in weer en wind van Betty van der Woude een vragenlijst die de scriba van de gereformeerde kerk in Rotterdam, op zoek naar een predikant, rond 1930 stuurde naar de kerkenraad van de gereformeerde kerk in Hasselt:

Vraag 1: Acht u de predikant geschikt om in een grote gemeente te dienen?

Vraag 2: Is zijn stem klankvol en v e r-dragend voor groote Kerkgebouwen?

Vraag 3: Is hij goed gezond en sterk van gestel?

Vraag 4: Is hij ijverig in huis- en ziekenbezoek?

Vraag 5: Is hij een goed catecheet en kan hij op de catechisatie goed orde houden?

Vraag 6: Is zijn voordracht goed en bezit hij kanselgaven?

Vraag 7: Kunt u nagaan of hij ijverig studeert?

Vraag 8: Is hij in de prediking meer onderwerpelijk of voorwerpelijk?

Vraag 9: Is hij aangenaam in den omgang?

Vraag 10: Is hij gehuwd, zoo ja, hoeveel kinderen heeft hij?


In OnderWeg (magazine vanuit de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) staat een gedicht van Ad den Besten (1925-2015) over hoe de Bijbel voor hem openging toen hij zestien was.

‘Ik zal raad geven’

Ik weet niet, wie er in mij heeft gesproken;

Ik weet niet eens of er wel iets is gezegd.

Ik weet alleen: er is een snaar gebroken,

Toen in mijn hand de Bijbel werd gelegd.

En ’s avonds heb ik, in een stoel gedoken,

Een rijtje Franse woordjes opgezegd,

Van Cicero geen snipper opgestoken…

Want in mij voerden God en ik gevecht…

Die avond heeft mijn hart het woord gevangen,

Dat ik vergooide als bedorven wijn:

Een zonnig wijsje danste door de gangen,

Het luchtig Menuet van Rubinstein…

Toen heb ik d’ oude tekst weer opgehangen:

‘Ik geef u raad; Mijn oog zal op u zijn.’

J. van der Graaf
J. van der Graaf