Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
16-09-2021

Waar Joden in het algemeen allergisch reageren op ‘zending’ onder hen en ‘wij’ om theologische redenen zijn gaan spreken over ‘getuigend gesprek’, komt rabbijn Lody van de Kamp in het Nederlands Dagblad tot een opmerkelijke benadering: een ‘zendingsgesprek’:

Christenen en Joden mogen, nee, moeten elkaar bevragen. Ook wanneer dat pijnlijk of zelfs heftig kan zijn. Zolang dat maar gebeurt vanuit een diep geworteld respect voor elkaars geloofsleven en vanuit de erkenning dat voor ieder van hen het verstaan van G’ds woord integer en oprecht is.

Binnen de Joodse gemeenschap wordt nog wel eens geïrriteerd gereageerd op zendingsactiviteiten in de richting van de Jood. In voorkomende gevallen wordt dit zelfs beschouwd als een vorm van antisemitisme. Sterker nog, Jodenzending wordt door anderen gezien als het ultieme antisemitisme. Dus de vergrotende trap. (…)

Hoe erg is de zendingsbenadering van de christen naar de Jood toe eigenlijk? Vooropgesteld dat de intentie respectvol, integer en zuiver geloofsmatig is, gaat de christen daar zelf over. Het eigen verstaan van ‘ga op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen’ in Mattheüs 28 kan die christen soms dwingen om de Jood op diens ‘ongeloof’ aan te spreken.

Nee, als Jood vind ik dit niet leuk. En mijn weerwoord op dit Bijbels verstaan is voor mijn christelijke gesprekspartner vaak ook niet leuk. Maar dat laat onverlet dat de een niet het recht heeft om de ander te beletten om te getuigen. Dat is nu eenmaal de opdracht die de Eeuwige binnen het kader van de geloofsovertuiging hem of haar heeft meegegeven.

Nogmaals, zo’n soort gesprek dient integer en oprecht te worden gevoerd. En als dat zo gebeurt, dienen wij zo’n gesprek niet af te doen als anti-Joods of zoiets dergelijks. Helaas gebeurt dat nog weleens. ‘Ik wil graag met christenen in gesprek. Behalve met hen die aan zending doen.’

Dit soort uitspraken staan haaks op de rechten waar wij als Joodse burgers in ons land waar godsdienstvrijheid in de grondwet staat, al eeuwen gebruiken van maken. Wij wensen te geloven en uit te dragen wat ons jodendom ons voorschrijft. Datzelfde recht mogen wij als Joden anderen vanzelfsprekend dan ook niet ontzeggen.

(…) Godsdienstvrijheid is een tweerichtingsverkeer voor alle gebruikers van ’s Heeren wegen.


Voor Petrus (kwartaalblad van de Protestantse Kerk) voerden de predikanten Rob Visser en Paul Visser een gesprek met Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Een fragment:

Dit is de wereld waarin Falcke thuis is. Wat een verzameling sterren lijkt, is in werkelijkheid een cluster sterrenstelsels, legt hij uit.

Daarvan zijn er, naast onze eigen Melkweg, in de ruimte wel twee biljoen. ‘Het licht in het midden is het centrale sterrenstelsel in dat cluster. Daar zitten misschien wel duizend miljard sterren in. In het midden zit een superzwaar zwart gat.’ (…)

Twee paleizen

‘U bent er open over dat u gelooft’, weet Rob Visser. ‘Is dat geloof gegroeid toen u een jonge wetenschapper was, of was dat er al?’ De sterrenkundige, die ook als lekenprediker voorgaat in de Evangelische Kirche Frechen, vertelt dat hij is opgegroeid in een christelijke omgeving. ‘De kerkdiensten vond ik als kind nogal droog. Ik twijfelde niet aan God, maar Hij voelde heel ver weg.’ Dat veranderde toen hij ongeveer 14 jaar was. ‘Op een ochtend werd ik, zonder dat er iets bijzonders was gebeurd, doorstroomd door het besef: God is liefde. God is persoonlijk, ervoer ik toen.’ Dat beleeft hij ook zo als hij bezig is met zijn werk. ‘Zonder mijn geloof zou het heelal indrukwekkend en ook bedreigend en leeg zijn.’ Hij noemt het de ‘twee paleizen’ van God: ‘Een paleis zegt iets over de koning. God heeft als ene paleis het heelal, dat laat zien hoe groot en overweldigend Hij is. Als mens stel je niets voor. Het andere paleis is de stal van Bethlehem. Daaraan zie je: God benadert de mens.’

J. van der Graaf
J. van der Graaf