Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
11-11-2021

Op verzoek van de Willem de Zwijgerstichting schreef dr. Herman Wesselink een brochure over verleden, heden en toekomst van bedreigde Nederlandse kerkgebouwen uit de periode 1800 – 1970. In Een sterke toren in het midden der stad schrijft hij:

In de eerste decennia van de twintigste eeuw volgden de gereformeerden in stilistisch opzicht ongeveer dezelfde stappen als de hervormde kerkbouw in deze periode. Maar in liturgisch opzicht was er een essentieel verschil. De gereformeerde kerkgebouwen waren gedurende vrijwel deze hele periode schatplichtig aan de theologische opvattingen van één man: Abraham Kuyper. Zijn theorie leidde in veel gevallen tot een vernieuwende ruimtewerking in de vorm van een waaier. Een waaiervormig bankenplan was volgens Kuyper het beste middel om de maximale betrokkenheid van de kerkganger bij de preek te garanderen. In 1911 bundelde Kuyper zijn artikelen uit weekblad De Heraut tot één werk, met de titel Onze Eredienst. In ongeveer vijftig bladzijden beschreef hij hoe het ideale gereformeerde kerkgebouw eruit moest zien. Hij stelde onder meer dat kerkgebouwen het karakter van een vergaderplaats moesten hebben in plaats van een heiligdom. Uit zijn boek blijkt dat de gereformeerde architecten en kunstenaars een zekere vrijheid hadden op gebied van het ontwerp, de stijlkeuze en de toepassing van kunst. Kuyper schreef daarover: ‘Zodra het op kunstconceptie en kunstuitvoering aankomt, moet niet de theoloog, maar de kunstenaar zelf de zoeker en vinder zijn. Wat de theoloog te doen heeft, is het gebruik, waartoe het gebouw dienen moet, duidelijk te omschrijven, en hieraan is, zoo wij meenen, in onze uiteenzetting voldaan, maar hoe nu met het oog op zulk een doel en gebruik, de kunst steen en hout te laten spreken is de zaak van de architect. Dat kan niemand hem aanpraten, dat moet opkomen uit zijn eigen verbeelding.’

Dat de invloed van Abraham Kuypers visie op de kerkbouw groot was, blijkt uit de prestaties van een aanzienlijk aantal architecten uit de gereformeerde zuil. Zij ontwierpen gedurende hun carrière grootse kerkgebouwen met een duidelijke eigen signatuur en een representatieve architectonische vormgeving, waarin de invloed van Kuyper te herkennen viel.


Onder de titel Waarheidszoekers verscheen van de hand van dr. Cees Zweistra een fundamenteel boek over complotdenken. Een willekeurig fragment, over ‘meelopers’:

Onze neef die in coronacomplotten zit, en fan is van Sven Ake Hulleman, doet eigenlijk niet zo heel veel kwaad. Zo lijkt het althans. Onze neef stuurt ons zo nu en dan screenshots van zijn posts, spreekt zich in appgroepjes fel uit tegen recente ontwikkelingen in het coronabeleid, maar verder gaat het er redelijk gemoedelijk aan toe. Hij heeft gewoon een baan, en tussen de bedrijven door houdt hij zich bezig met complotten. Soms zijn ze heel wild en soms wat minder. Hij maakt zich druk over klimaatpaus Frans Timmermans, die volgens hem niet meer is dan een loopjongen van Joodse bankiers. De volgende keer is het wat wilder. Hij stuurt een lange mail waarin hij ons aanraadt voedselvoorraden in te slaan, want er staat een grote omwenteling te gebeuren. In Canada zijn al banken omgevallen en in Duitsland heeft het leger ingegrepen en Angela Merkel achter slot en grendel gezet. Na een paar weken, nadat er op het aangekondigde moment niets gebeurde, krijgen we een mail waarin duidelijk wordt dat The Deep State heeft ingegrepen, zodat het moment van de grote onthullingen weer wat verschoven is. De voorraden kunnen in de kast blijven tot een volgende keer. Hij ondertekent zijn mail met de oproep om ‘in jezelf, het licht en de liefde’ te blijven geloven.

J. van der Graaf
J. van der Graaf