Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
22-04-2022

‘Hoe ver zijn gereformeerden en evangelischen vandaag van huis?’ is een prikkelende vraag van ds. J. Belder op CIP. Hier volgt het slot:

Wie vernieuwingen en veranderingen afdoet als van de duivel en dat ook nog eens vanaf de kansel en via kerkelijke periodieken rondslingert (bij de komst van de Bijbelvertaling 1951, Psalmberijming 1967, Herziene Statenvertaling, Bijbel met uitleg), beweert nogal wat. Meent men ‘dit echt te moeten zeggen’, dan is het goed om na te gaan welke geest ons dit influistert.

Inmiddels zitten gereformeerden van nu met een Bijbelvertaling en psalmberijming vol archaïsche woorden en lastige zinsconstructies. Met pijn zag ik jaren geleden al gebeuren hoe kerkelijk betrokken jongeren Het Boek, Bijbel in Gewone Taal en de NBV werden ingejaagd door kerkelijke gezagsdragers die hun ogen sloten – en sluiten – voor de groeiende kloof tussen de taal van de Statenbijbel en de Psalmen 1773 aan de ene kant en hedendaags Nederlands aan de andere kant. Als jongeren – en niet alleen zij – niet weten wat ze zingen, verbaast de uitstroom naar evangelische kringen met een hoog entertainmentgehalte en sterke emocultuur niet. Het volstaat niet een beroep te doen op de Spreukendichter (24:21): ‘Vermeng u niet met hen die naar verandering staan.’ Over dooddoeners gesproken. Wie ook vandaag goed gereformeerd wil zijn, vindt zijn kracht niet in de traditie, maar in de Schrift. Tussen klassiek evangelisch en klassiek gereformeerd zit minder ruimte dan vaak gedacht wordt. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. De klemmende vraag is evenwel: hoe ver zijn gereformeerden en evangelischen vandaag van huis? Wordt het geen tijd te stoppen met krampachtig vasthouden aan tradities met kleine letter, die niet teruggaan op de Schrift? Ego- en emocultuur de deur te wijzen en weer voluit evangelisch-gereformeerd te worden! De Schrift alleen. Genade alleen. Het geloof alleen. Christus alleen. Soli Deo Gloria. Wie heeft daar nog iets tegen in te brengen… ?


Prof. dr. J. Hoek hield vorige maand op de predikantencontio van de Gereformeerde Bond een lezing over gereformeerde vroomheid in de 21e eeuw. Een fragment:

Wanneer niet telkens weer heel het Woord aan het woord komt, treedt er versmalling en vereenzijdiging van de vroomheid op. De kwetsbaarheid ligt op dit punt hierin dat in de gemeenten de leescultuur is afgenomen, dat de goede gewoonte van regelmatig lezen uit de Heilige Schrift in de gezinnen onder zware druk staat, dat de gemeente het bijbels ABC steeds minder kent, waardoor de prediking gauw te moeilijk wordt gevonden. Wanneer de voorgangers steeds minder kennis van de Bijbel kunnen veronderstellen, is er het gevaar dat de verkondiging van het Woord tot een evangelisatietoespraak of een meditatieve overweging verwordt.

Als voorgangers zullen we ervoor waken dat we niet louter ‘melkspijs’ opdienen en dat de nodige bouwstoffen voor geestelijke groei in onze verkondiging niet worden gemist. Daarbij moeten we ons realiseren dat we er niet meer van uit kunnen gaan dat allerlei bijbelse kernwoorden zoals rechtvaardiging, wedergeboorte, heiliging wel als vanzelf resoneren bij de gemeenteleden. Deze kernbegrippen moeten de gemeente opnieuw aangereikt en vertrouwd gemaakt worden vanuit hun bijbelse wortels. Op dit punt is er steeds huiswerk te doen voor ons als voorgangers.


Op 1 april 1922 werd in Dordrecht in de Grote kerk 350 jaar inname Den Briel herdacht. Ds. J. Severijn, de latere voorzitter van de Gereformeerde Bond, sprak stoere taal:

Het meerendeel van het geuzenvolk is veracht en het geheim zit niet in dat geuzenvolk, het geheim zit ’m in de daad Gods. De Godsdaad was die inneming van Den Briel. God had gewild dat dit zou geschieden. Zijn Woord moest gekend worden. Dat volk, dat God zich ten erve heeft verkoren, voelt wat in ’t geuzenhart omging. ‘Mijn schild en de betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer’?

J. van der Graaf
J. van der Graaf