Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
27-05-2022

Dr. Peter Verbaan schrijft in Confessioneel Credo (blad van de Confessionele Beweging in de Protestantse Kerk in Nederland) over Gods eerste en eigenlijke werk in de nieuwe schepping, tranen drogen:

‘Niemand heeft me ooit verteld dat verdriet hetzelfde gevoel geeft als angst’, luidt de beroemde openingszin van het essay ‘Verdriet, dood en geloof’ dat de Engelse geleerde en latere kinderboekenschrijver C.S. Lewis schreef na de dood van zijn grote liefde. En wie erover kan meepraten, kan zijn eigen ervaring van ontheemding, onzekerheid of onveiligheid erin terugvinden. Het blijft veelbetekenend dat Jezus zelf ook weende. We lezen het in Joh. 11:35, bij de dood van zijn vriend Lazarus en dat heeft vele rouwenden bemoedigd. We lezen erover in Luk. 19:41, als hij weent om de stad. En we lezen erover in Hebr. 5:7: ‘Christus heeft tijdens zijn leven op aarde onder tranen en met luide stam gesmeekt en gebeden.’ Grote predikers als bijvoorbeeld de Engelse John Donne (1572-1631) maakten daar verschillende soorten tranen van: de gewone menselijke tranen bij Lazarus, de profetische tranen bij de confrontatie bij de intocht te Jeruzalem en de hogepriesterlijke tranen bij zijn worsteling in Getsemane. (…)

Als je nooit hebt geweend

Het is een vraag die Kierkegaard in een dagboeknotitie opwerpt. Hij las een prachtig commentaar op het bijbelwoord dat God onze tranen zal drogen. En dat commentaar bestond uit de simpele vraag: hoe zou God dit kunnen als je nog nooit hebt geweend? Kierkegaard noteert: wat een waarheid in die eenvoud.

Er zijn ook mensen die in alles onaangedaan blijven – of lijken te blijven. Wat zal God dan moeten doen met het oog dat nooit weende? Predikers als de anglicaanse John Donne, de lutherse Johann Amt en de ethische hoogleraar A.J.Th. Jonker, waren er, luisterend naar de schriften en naar elkaar, allen van overtuigd dat God ons bij zich verwacht mét tranen in de ogen. Er zijn redenen te over om tranen in de ogen te hebben.

In koor zouden deze predikers over een dictator, die pralend uitriep dat hij in geen vijf en twintig jaar een traan gelaten had, het oordeel uitspreken: geen mens, maar een ijsberg, een steen. Met zo’n mens zal God niets weten te beginnen.


In Licht uit het Oosten. Oosters- en Oriëntaals-Orthodoxe kerken in Nederland en wereldwijd, een uitgave van de Willem de Zwijger Stichting, schrijft prof. dr. Heleen Murre-van den Berg over ‘De juliaanse en gregoriaanse kalender’:

Hoewel de feestcyclus grotendeels hetzelfde is als van de meeste andere christenen, vormt de jaarkalender tegelijkertijd een van de punten waarmee veel Orthodoxen zich onderscheiden van andere christenen. De meeste Orthodoxen vieren de hoofdfeesten gegroepeerd rond Kerst en Pasen volgens de juliaanse kalender. Deze juliaanse kalender volgt een oudere tijdsrekening die de kalenderhervormingen die in de zestiende eeuw door paus Gregorius XIII zijn ingevoerd niet heeft geaccepteerd. Deze kalender is in de loop van de tijd dertien dagen achter gaan lopen ten opzichte van de ‘gregoriaanse’ kalender die vanuit Rome langzamerhand wereldwijd de standaard is geworden.

Voor de viering van Kerst betekent dit dat veel Orthodoxe kerken dit feest dertien dagen later vieren dan de Westerse kerk: het Orthodoxe kerstfeest valt dan op 7 januari, gevolgd door Epifanie op 19 januari. Voor Pasen is het minder gemakkelijk zelf uit te rekenen omdat de christelijke kerk daarvoor geen vaste datum aanhoudt, maar de datum af laat hangen van het moment van de eerste volle maan van het voorjaar: Pasen valt op de eerste zondag na de eerste volle maan na 21 maart. De Orthodoxen houden daarbij 21 maart van de juliaanse kalender aan en berekenen van daaruit de paasdatum. Als de eerste volle maan volgens de gregoriaanse kalender meer dan dertien dagen na 21 maart valt, kan de paasdatum van Orthodoxen gelijk vallen met die van de overige christenen. Als de eerste volle maan vroeger valt, kan er wel tot maximaal vijf weken verschil zitten tussen beide data. In 2023 valt Pasen volgens de gregoriaanse kalender op 9 april, volgens de juliaanse op 16 april.

J. van der Graaf
J. van der Graaf