Waar bent u naar op zoek?

God is vol liefde

ds. H.J. van der Veen
Door: ds. H.J. van der Veen
30-03-2023

In de Bijbel worden twee woorden voor ons hart gebruikt. In het Oude Testament komen we ongeveer 850 keer het woord lev tegen. In het Nieuwe Testament staat rond de 250 keer het woord kardia. Meestal wordt het woord hart in figuurlijke zin gebruikt.

Beide woorden, lev en kardia, kennen we. We zeggen wel eens tegen iemand: daar moet je lef voor hebben of heb het hart niet, het lef niet om dat te doen. Ook kardia kennen we: als je problemen met je hart hebt, ga je naar een cardioloog. En als je een hartinfarct hebt gehad, ga je naar de sportschool voor cardio fitness.

Het woord hart heeft twee betekenissen. In de letterlijke zin wijst het woord hart naar de spier die het bloed door ons lichaam pompt: onze hartspier. In de Bijbel komt dit slechts een enkele keer voor. In figuurlijk zin wijst het woord hart naar het centrum van ons leven. In dat zenuwcentrum komen alle draadjes van ons leven bij elkaar. Al onze gedachten en gevoelens, ons denken en overleggen, onze verlangens en motieven worden in ons hart gewikt en gewogen. Salomo zegt daarom in Spreuken 4:23: ‘Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven.’

Gods hart

De Bijbel laat er geen misverstand over bestaan: God heeft ook een hart. En als je vraagt: wat zit er dan in het hart van God? Dan luidt het antwoord: liefde! Want God is liefde (1 Joh.4:16b). Dat Gods hart overloopt van liefde, wordt duidelijk aan het begin van het Johannesevangelie: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.’ (Joh.3:16-17) Met dat doel voor ogen gaat de Heere Jezus op weg van de kribbe naar het kruis. Op de laatste dag van Zijn leven spreekt Hij deze woorden uit: ‘Het is volbracht.’ (Joh.19:30) Het diepste verlangen van Zijn hart heeft Hij bereikt.

Hartstocht

In Silo staan vier mannen in dienst van de Heere. Het zijn Eli, zijn twee zonen Hofni en Pinehas en de jonge Samuel. Eli is inmiddels 98 jaar oud (1 Sam. 4:15). In lichamelijk opzicht beschikt hij blijkbaar over een sterk hart. Maar in geestelijk opzicht is zijn hart in de loop van de tijd hard achteruitgegaan. Als hij hoort hoe zijn zonen leven, kijkt hij hen niet eens zuur aan (1 Sam.3:13). Hij mest zichzelf vet met de stukken vlees die zijn zonen zich onrechtmatig hebben toegeëigend. Alles wijst erop dat het hart van Eli in tweeën gespleten wordt: half God, half wereld, half genade, half zonde, half Geest, half vlees. De harten van Hofni en Pinehas zijn volkomen verdorven (1 Sam.2:12). Zij ontheiligen allereerst de offerdienst (1 Sam.2:13-17) en vervolgens overtreden ze het zevende gebod (1 Sam.2:22). Kortom, het hart van deze twee priesters zit boordevol goddeloosheid. In Silo loopt echter ook nog een kleine jongen rond. Zijn naam is Samuel. Hij dient de Heere en hij krijgt gaandeweg meer aanzien en gunst bij de Heere en bij de mensen (1 Sam.2:26 en 3:19). Hij lijkt sprekend op de Heere Jezus (Luk.2:52) De conclusie ligt voor de hand: het hart van Samuel is vol van God.

Hartslag

Het hart van ieder mens is weer anders: er zijn harde en zachte harten, koude en warme harten, ongelovige en gelovige harten, gesloten en geopende harten, weekgemaakte en versteende harten, besneden en onbesneden harten, verslagen en verbrijzelde harten, verblijde en verheugde harten en harten vol van God en harten vol van goddeloosheid. De kardinale vraag is echter: wat leeft er in ons hart? Ondertussen klopt de Heere Jezus op de deur van ons hart en Hij nodigt ons uit: Doe Mij open en laat Mij binnen. (Openb.3:20) Laat Mij uw hart vervullen met geloof, hoop en liefde.

Hartzeer

Als God de situatie in Silo in ogenschouw neemt, kan het niet anders of het moet Hem pijn aan Zijn hart doen. Hij laat de goddeloosheid in Silo niet ongestraft. Hofni en Pinehas sneuvelen op het slagveld en Eli valt achterover van zijn stoel en breekt zijn nek.

De enige die de straf van God overleeft, is Samuel. We raken hier een belangrijk punt. Gods hart zit vol liefde, maar wie die liefde veracht, komt vroeg of laat in aanraking met Gods toorn. In onze tijd is het beeld van God aan het verschuiven. We horen aan alle kanten dat we kanjers en pareltjes, engeltjes en prinsesjes zijn. De indruk wordt gewekt dat God dik tevreden over ons is. Maar deze geschiedenis laat zien dat God echt niet alles goed, leuk en aardig vindt. Integendeel, God heeft een gruwelijke hekel aan de zonde; Hij heeft er hartzeer van. Hij is het hartgrondig oneens met alles wat er van nature in ons hart leeft.

Doen wat in Gods hart is

Terwijl in Silo het oordeel nog moet worden voltrokken, komt God reeds met deze belofte: ‘Ik zal voor Mij een trouwe priester doen opstaan; die zal doen zoals het in Mijn hart en Mijn ziel is.’ (1 Sam.2:35a) Wie is die getrouwe priester? Is het misschien Samuel of Zadok? (1 Kon.2:35) Bent u het misschien of ik? Zijn het de belijdeniscatechisanten? Nadat ze hun jawoord hebben uitgesproken, zingen zij vol overgave: ‘Mijn hart, o Hemelmajesteit, is tot Uw dienst en lof bereid! (Psalm 108:1 ber.) Zijn het de ouderlingen en diakenen? Nadat ze door de gemeente en dus door God geroepen zijn, mogen ze met vrijmoedigheid hun jawoord uitspreken. En sinds die tijd oefenen ze met vreugde hun ambt uit. Ze leggen er hun hart in en ze halen er hun hart aan op. Zijn het de proponenten en predikanten? De Heere zegt tegen de profeet Jeremia: ‘Ik zal herders geven naar Mijn hart.’ (Jer.3:15a) Het is een bijzonder voorrecht om de Heere van harte te dienen. Er daalt een diepe troost in het hart van een proponent of predikant neer als ze merken dat de Heere hun ambtelijke bediening zegent.

Trouwe Priester

Ondertussen is het volkomen duidelijk dat deze belofte niet ten volle vervuld is in Samuel of Zadok, in u of in mij. Deze belofte wacht op de komst van de Heere Jezus Christus. Hij is de getrouwe Priester, Die ons verkondigt wat er in het hart en de ziel van God leeft. Hij is onze trouwe Hogepriester, Die alles doet wat in het Vaderhart van God leeft. Hij is daarom onvervangbaar en onverbeterbaar. Hij offert Zichzelf op het altaar van Golgotha. Daar vergiet Hij Zijn bloed tot een volkomen verzoening van al onze zonden. Nadat Hij naar de hemel is gevaren, heeft Hij plaats genomen aan de rechterhand van Zijn hemelse Vader. Daar behartigt Hij vanuit de hemel onze belangen, door voor ons te bidden en te pleiten. En vandaag heft Hij Zijn doorboorde handen beschermend en zegenend op over ons leven, zodat wij ons in de hoede van deze goede Herder geborgen mogen weten. Naar lichaam en ziel en voor tijd en eeuwigheid. En zo is de Heere Jezus als onze trouwe Hogepriester dag en nacht bezig om te doen wat in het Vaderhart van God leeft.


Ik zal voor Mij een trouwe priester doen opstaan; die zal doen zoals het in Mijn hart en Mijn ziel is.

1 Samuel 2:35a

ds. H.J. van der Veen
ds. H.J. van der Veen