Waar bent u naar op zoek?

God wil meespreken

ds. R. van der Knijff
Door: ds. R. van der Knijff
03-12-2020

Tijdens het huisbezoek zoeken ambtsdrager en gemeentelid in het concrete leven van het gemeentelid naar een ontmoeting met God. Hierbij mogen ze met verwachting de Bijbel openen. Maar hoe doe je dat, de Bijbel inbrengen tijdens een gesprek? En op welk moment doe je dat?

Uit het praktijkonderzoek dat ik deed, blijkt dat het huisbezoek over het algemeen vier fasen kent. In de eerste fase gaat het over het concrete leven van het gemeentelid, waarna in de tweede fase vooral gesproken wordt over het staan in de gemeente. Vanuit deze twee fasen komt er iets naar voren waarover doorgesproken wordt, welk punt dit is wordt meestal door de ambtsdrager naar voren gebracht. Dat is de derde, de verdiepende fase. Daarna wordt het gesprek afgerond.

In de onderzochte huisbezoeken zie je dat er in de verdiepende fase gezocht wordt naar het licht van God over het gespreksonderwerp. Zowel gemeenteleden als ouderlingen verwijzen naar de Bijbel, zoekend naar richting en perspectief. De concrete lezing van de Bijbel vindt echter bijna altijd plaats op de grens van de verdiepende fase naar de afrondende fase. Een van de ouderlingen verwoordde dat als volgt: ‘Ja, ik vind het zelf toch wel mooi om uiteindelijk af te sluiten met het hoogste Woord, dus dat uit‑eindelijk toch de Bijbel spreekt, dat je daarmee toch ook God Zelf nog aan het woord laat.’

Geschikt moment

Het moment waarop de Bijbel wordt ingebracht, is iets om over door te denken. We lezen uit de Bijbel in het geloof en de verwachting dat God daardoor tot ons spreekt. Midden in het leven zoeken we naar een ontmoeting met die sprekende God, Die Zich tot ons richt. In de praktijk gaan we luisteren naar die stem van God op het moment dat ons gesprek eigenlijk ten einde loopt. God spreekt dan een afsluitend woord. Vaak spreekt de ouderling na een stukje gelezen te hebben nog wat over dit gedeelte, waarna hij voorgaat in gebed.

Met het oog op de ontmoeting met de ander en met God zou ik ervoor willen pleiten om de Bijbel eerder in het gesprek te openen. Dat leidt ertoe dat de stem van God niet afsluitend klinkt, maar in ons denken en spreken richting wijst. Gods stem spreekt dan mee in het gesprek, de ambtsdrager legt zo een bijbelwoord in handen van het gemeentelid. Dat wil zeggen: hij reikt iets aan waar de ander op kan reageren, waar de ander mee aan het werk kan. Daardoor kan de Bijbel iets in ons leven uitwerken: dat we in verdriet troost ontvangen, dat we op dwaalsporen worden teruggeroepen, dat we in zoektochten richting ontvangen. Het zoeken naar een geschikt moment om de Bijbel te openen heeft iets van balanceren. De Schrift moet niet te vroeg opengaan, want dan ligt het leven van de ander nog niet open. Dan is nog niet helder geworden over welk deel van het leven het licht van Gods Woord moet schijnen. Als de Schrift te laat opengaat, is er weinig ruimte om met elkaar te zoeken naar en te spreken over de betekenis van dit Woord voor het eigen leven. Het is de zoektocht naar een geleidelijke overgang naar de bewuste ontmoeting met God in het gesprek.

In gesprek

Vanuit het voorgaande is het mogelijk om twee hoofdlijnen te onderscheiden die kunnen helpen om de Bijbel op een vruchtbare wijze te gebruiken bij het reguliere bezoekwerk. Het eerste is het recht doen aan het karakter van de ontmoeting: het gaat om een gesprek. Het tweede is het recht doen aan de wijze waarop God ter sprake wil komen. In het huisbezoek gaat het om een ontmoeting voor het aangezicht van God, die tot haar kern komt in de ontmoeting met God Zelf. Die ontmoeting heeft de vorm van een gesprek. In dat gesprek krijgt de Bijbel een plaats. Dat heeft twee belangrijke consequenties. Allereerst betekent dit dat de inbreng uit de Bijbel betrokken moet zijn op het gespreksonderwerp. God wil meespreken: Hij voegt zich in het gesprek dat gaande is. Hij heeft een woord voor het gemeentelid in diens eigen omstandigheden. Ten tweede betekent het gesprekskarakter dat de ander kan reageren op

wat er vanuit de Schrift tot ons komt. De lezing uit de Bijbel vormt niet het slotwoord, maar nodigt uit tot een verdieping in het gesprek. Juist in dat gesprek tussen de Schrift en ons leven is God in ons aan het werk.

De Heere zorgt als Herder voor Zijn kudde, voor de gemeente. Dat doet Hij onder andere in het huisbezoek. Dit betekent dat het pastorale gesprek zo gevoerd moet worden dat God door dat gesprek heen voor Zijn schapen kan zorgen. Dat betekent dat we de Bijbel zo dienen te gebruiken dat het de liefdevolle zorg en ontferming van God voor de schapen uitdrukt. Het houdt ook in dat de lezing en het gesprek daarover het zich geroepen weten versterkt en oproept tot en ondersteunt in een leven van gehoorzaamheid en toewijding. De taak van de ambtsdrager is om God in de concreetheid van het leven van de ander aan het woord te laten, zoekend naar en biddend om een ontmoeting met God.

Gevaren

Wonderlijk dat God mensen wil gebruiken om Zelf aan het Woord te komen in ons leven. De Bijbel is een krachtig middel. Juist daarom is het belangrijk om er bewust mee om te gaan, want er kleven ook gevaren aan het gebruik van de Bijbel in het pastoraat. Gevaren in de communicatie, maar ook gevaren in verkeerd gebruik van het spreken van God. De ambtsdrager kan zo graag iets willen meegeven dat de ruimte voor gesprek en reactie in de knel komt. Of kan het lezen van de Bijbel zo’n gewoonte geworden zijn dat we niet meer beseffen dat het om woorden van God gaat?

Een heel ander gevaar ligt op het terrein van bewuste of onbewuste manipulatie: dat we het Woord van God gebruiken om onze eigen woorden te ondersteunen en gezaghebbend te maken, in plaats van het samen luisteren naar wat God tot ons wil zeggen.

Het lezen uit de Bijbel tijdens het huisbezoek is een goed gebruik. Laten we dit vasthouden. Niet als een gewoonte, omdat het nu eenmaal zo hoort. Maar met ons volle bewustzijn. In aanhoudend gebed: Heere, spreek in dit concrete leven, opdat wij kunnen leven tot Uw eer.



Ontmoeting rond een open Bijbel

In drie artikelen zoeken we naar een bewuster gebruik van de Bijbel tijdens het reguliere huisbezoek. We staan stil bij de volgende vragen:

1. Waarom gebruiken we de Bijbel tijdens het huisbezoek?

2. Hoe kun je de Bijbel gebruiken?

3. Wat betekent dit voor de concrete praktijk van het huisbezoek en hoe kun je je voorbereiden?

ds. R. van der Knijff
ds. R. van der Knijff