Godsbeeld en mensbeeld
Welk beeld hebben we van God? Dat is een vraag van het grootste gewicht. Deze week schrijft dr. Hanneke Schaap-Jonker over de samenhang tussen godsbeeld en mensbeeld.
De Bijbel gebruikt een veelheid aan beelden om uit te drukken Wie de Heere is en hoe mensen Hem ervaren. De God Die ons bevattingsvermogen te boven gaat, wordt bijvoorbeeld Rots, Licht, Herder, Vader en Trooster genoemd, maar ook een loerende beer (Klaagl.3:10), een wreedaard (Job 30:21) en de God Die toornt, straft, in de steek laat, en Zich verbergt – maar Die Zich ook weer ontfermt en verlost (Jes.54:7-9). Al deze beelden gebruiken mensen nog steeds om woorden te geven aan hun godsbeeld en te omschrijven hoe zij de Heere ervaren.
In de psychiatrie komen we de godsbeelden (in vaktaal: godsrepresentaties) die cirkelen om thema’s als afwijzing, verlatenheid en straf relatief vaak tegen, hoewel er op zichzelf geen aanwijzing is dat geloof als zodanig psychiatrische stoornissen veroorzaakt (zie kader).
Tegelijk kunnen psychische problemen en geloofsworstelingen wel degelijk samengaan en elkaar wederzijds beïnvloeden. Hiervoor zijn minstens twee redenen. Ten eerste hangen godsbeeld en zelfbeeld nauw samen. Ook is het zo dat het godsbeeld functioneert als een ‘bril’ waardoor je selectief waarneemt. In het vervolg werk ik deze twee aspecten uit.
‘Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd’ leest Maaike in haar Bijbel (1 Joh.3:1), en ze denkt: ‘Ja, zo is het, wat geweldig!’ Tegelijk overvalt haar een oneindig triest gevoel: God houdt helemaal niet van haar. ‘Ken je het gevoel dat een leraar op school een hekel aan je heeft?’ vraagt ze me later. ‘Nou, precies dat gevoel heb ik bij God.’
Het godsbeeld ontwikkelt zich in de vroege jeugd en wordt gekleurd door ervaringen met andere mensen, van wie de ouders de belangrijkste zijn. Deze ervaringen gebruiken kinderen voor de vorming van hun zelfbeeld (‘ik ben blijkbaar de moeite waard’) en hun beeld van anderen (‘anderen hebben het beste met mij voor’).
Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 16 oktober 2015.