Godsontmoeting
Blaise Pascal had een geweldige geldingsdrang en streefde naar helderheid en verstandskennis, naar scherpe begrippen en wetten en bewijzen. Daarom is het een Godswonder dat de wijze Pascal ook in het uitverkoren-zijn mocht delen.
Op 19 juni is het 400 jaar geleden dat Pascal, de grote wetenschapper en verdediger van het christelijk geloof, werd geboren. Naast een korte beschrijving van zijn veelbewogen leven geef ik een vijftal gedachten (pensées) van hem door, die hem typeren.
Verborgen God
“‘Zij (de Schrift) zegt dat God een verborgen God is en dat Hij sinds het bederf van de natuur de mensen in een verblinding heeft gelaten, waaruit zij slechts kunnen worden verlost door Jezus Christus. (…) Vere tu es Deus absconditus (Waarlijk, Gij zijt een verborgen God).’
(Pensées (Gedachten), fragment 242)
Pascal gaat, net als Luther, diep in op Gods verborgenheid vanwege onze zonden. Wij mensen zijn volgens hem ‘God onwaardig’ door onze verdorvenheid.
Toch is Gods verborgenheid niet absoluut, maar relatief: een versluiering. Een God Die ondanks onze verblinding van geest en verontreiniging van hart zonder meer begrepen zou kunnen worden, zou niet de heilige God zijn. Juist Zijn verborgenheid zou een teken zijn van Zijn waarheid en heiligheid.
Stel dat God op een wijze zou zijn verschenen die alle mensen had kunnen overtuigen. Of dat Hij op zo’n verborgen wijze zou zijn verschenen dat Hij niet gekend zou kunnen worden voor hen die Hem met heel hun hart zoeken. Dat zou niet passend zijn geweest, terwijl het wel passend is dat Hij Zich verbergt voor hen die Hem met heel hun hart ontlopen.
Wij mensen reageren volgens Pascal niet zonder meer positief op God. We zijn tot God geschapen, zoals Augustinus zegt, maar we staan ook in de radicale rebellie. Niet alleen bepaalde mensen, maar allen. Het geloof gaat zo tegen onze natuur in.
Volgens Pascal ging die verborgenheid van God door tot de komst van Christus. Maar juist Zijn mens-zijn dreigt Hem ook te verbergen. Want hoe kan God werkelijk hier zijn? En dan zonder gestalte om Hem te begeren?
Het is terecht dat Pascal ons wil behoeden voor goedkope genade en voor een oppervlakkig christendom. Het is prachtig dat hij zegt dat God niet alleen roept, maar ook het oor geeft om te horen en de kracht om te volgen. ‘Er is genoeg helderheid om de uitverkorenen te verlichten en genoeg duisternis om hen nederig te maken.’
Tot zijn dood is Pascal lid gebleven van de Rooms-Katholieke Kerk. Dat blijkt uit zijn uitspraak dat Jezus na Zijn Hemelvaart bij ons is in het meest duistere mysterie dat er bestaat, namelijk: in de gedaante van de eucharistie.
Ongerijmde godsdienst
“‘Als men in strijd komt met de beginselen van het verstand, is onze godsdienst ongerijmd en belachelijk.’ (fragment 273)
Het menselijk verstand heeft zijn grenzen. We moeten steeds weer tot de erkenning komen van de eigen beperktheid van ons denken en tot ‘de nederige onderwerping van het verstand’. Als het verstand zijn grenzen overschrijdt en de openbaring ter verantwoording roept, is het hoogmoedig. Maar het verstand dat niet tot zijn grenzen gaat, is volgens Pascal zwak.
Denkend riet
“‘De mens is slechts een riet, het zwakste in de natuur, maar hij is een denkend riet.’ (fragment 347)
Volgens Pascal bestaat heel onze menselijke waardigheid in het denken en de ordening daarvan. We zien hier duidelijk de invloed van de augustijns-platoonse traditie. Het lichaam was ondergeschikt aan de ziel. We ontlenen onze waardigheid niet aan de ruimte, onze bezittingen, de materie en dergelijke – dat alles is maar ‘een stip in het heelal’. ‘Maar door het denken ben ik het, die het heelal omvat.’ Dat is een wijze les voor onze tijd met al haar aandacht voor het lichamelijke en de materie.
Doodsstrijd
“‘Jezus zal in doodsstrijd zijn tot het einde van de wereld: gedurende die tijd moeten wij niet slapen.’ (fragment 553)
Het gaat hier over Christus in Gethsémané. Hij is daar volgens Pascal alleen op aarde. Zonder iemand die Zijn leed meevoelt en deelt. Hij zoekt tevergeefs gezelschap en verlichting bij de mensen, zonder die te vinden. Zijn leerlingen slapen, terwijl we altijd met Hem zouden moeten waken. Wie? Hij, Blaise Pascal! Maar waakt hij ook? Dan is Jezus daar met de woorden: ‘Wees getroost, je zou Me niet zoeken als je Me niet reeds gevonden had.’ ‘Ik dacht aan jou in Mijn doodsstrijd, Ik heb deze bloeddruppels voor jou vergoten.’ En ik? ‘Ik moet mijn wonden bij de Zijne voegen, mij met Hem verenigen.’
Het plaatsvervangend lijden van Christus wordt hier heel indringend vertolkt. Maar ook het ‘meegekruisigd sterven in Zijn kruisdood’.
Niet van filosofen
“‘God van Abraham, God van Isaac, God van Jacob, niet die van de fi losofen en geleerden.’
Dit is een regel uit het zogenaamde Mémorial. Na Pascals vroege dood in 1662 ontdekte men in de voering van zijn jas een stukje dubbelgevouwen perkament. Daar stonden enkele notities op. Het begon met de datum en het uur van zijn bekering: 23 november 1654, vanaf ongeveer half elf in de avond tot ongeveer een half uur na middernacht. Dat maakt dit wonder voor hem des te groter. Vooral de woorden dat de echte God niet die van de filosofen en geleerden is, spreken boekdelen. God heeft ‘het dwaze van de wereld’ immers uitverkoren ‘om de wijzen te beschamen’ (1 Kor.1:27).
Aan deze Godsontmoeting ging een diepe, geestelijke crisis vooraf. Hij vertrouwde zijn zuster Jacqueline hierover toe dat hij – doordat hij veel te druk was geweest en de wereld veel te lief had gehad – last had gekregen van zijn geweten en dat hij een walging van de wereld en haar genoegens had gekregen. Maar ook dat hij geen enkele aantrekking meer tot God voelde. Het is daarom opmerkelijk dat hij Gods bijzondere ingrijpen niet met haar en anderen deelde, hoewel het in zijn werken wel volop tot uiting kwam.
Blaise Pascal (1623-1662)
Blaise Pascal werd geboren op 19 juni 1623 in het Franse Clermont-Ferrand. Hij verloor zijn moeder, toen hij drie jaar oud was. Hij groeide op met zijn twee zusters, Gilberte en Jacqueline. Al op jonge leeftijd bleek hij zeer begaafd te zijn, vooral in de natuur- en wiskunde.
Zijn zus Gilberte, die later een biografie over hem schreef (Vie de Blaise Pascal), beweert dat hij nooit een andere leermeester heeft gehad dan zijn eigen vader, die jurist was.
Pascal deed belangrijk geometrisch onderzoek en vond zelfs de rekenmachine uit die bekend werd als de ‘Pascaline’. Verder bewees hij dat er in de natuur wel degelijk een ‘vacuüm’ kon bestaan. De exacte wetenschap eiste (te) veel van zijn geestelijke vermogens en beheerste hem helemaal. Toch kreeg hij ook meer en meer aandacht voor de mens.
Door zijn vader en zijn zuster Jacqueline kwam hij in contact met een kort tevoren ontstane religieuze stroming: het jansenisme. Deze augustijnse stroming rond het klooster Port-Royal stond een reformatie binnen de Rooms-Katholieke Kerk voor. Ze beklemtoonde het primaat van de genade. Pascal ervoer meer en meer dat er iets hogers moest zijn. Het ontketende een worsteling in hem, die in 1654 tot een geestelijke crisis leidde. De crisis werd ‘opgelost’ door een bijzondere Godsontmoeting, waarvan hij getuigenis aflegde in het Mémorial. Port-Royal heeft de geleerde Pascal nooit geheel kunnen accepteren. Hij stierf op 19 augustus 1662, op slechts 39-jarige leeftijd.