Goed en gedurfd
Ethiek begint ergens in het middenrif. Als er sprake is van gedrag of een ‘manier van zijn’ die afwijkt van wat normaal wordt gevonden, hebben wij mensen snel een eerste reactie – vanuit ‘het middenrif’.
Dat gaat van: ‘dit moet kunnen!’ tot ‘dit kan en mag niet!’ tot ‘dat weet ik ook niet, hoor. En ik wil er niet over nadenken ook.’ Waar het om gaat is dat we bereid zijn ons te bezinnen op die eerste reactie en op datgene wat die reactie oproept. Dat we ons daarover laten informeren en er ook met anderen over spreken. Anders wordt de eigen eerste reactie zomaar de enige waarheid. Dan omarmen we kritiekloos wat daarbij aansluit, en ergeren we ons bij voorbaat aan wat daarvan afwijkt. Of we horen dat niet eens meer. Vandaag is sekse- en genderdualiteit volop in discussie en juist voor dit thema geldt dat mensen snel ‘eerste reacties’ hebben. Over wat kan en mag bijvoorbeeld. Seksualiteit en geslacht, het thema raakt iedereen.
Open en kwetsbaar Het is gezien de gevoeligheid van het onderwerp goed en gedurfd dat op initiatief van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond er nu een brochure ligt over het onderwerp genderdysforie. Het gaat om een handreiking aan kerkenraden bij de bezinning op het pastoraat aan mensen die worstelen met hun transgender zijn. Dat deze nood diep gaat, wordt direct duidelijk in het eerste artikel. Elbert Bot vertelt open en kwetsbaar over zijn zoektocht, zijn vragen en moeiten, en de weg die hij als transgender is gegaan. Ook wat dit betekent voor zijn naasten en voor de christelijke gemeente waarvan hij lid is, komt nadrukkelijk aan de orde. De auteurs van de brochure grossieren in hun bijdragen niet in ‘eenvoudige antwoorden op moeilijke vragen’. De lezer krijgt geen spoorboekje in handen om in elke situatie te weten wanneer hij welke afslag moet nemen. Het onderwerp genderdysforie wordt vanuit verschillende invalshoeken helder belicht en lezers en kerkenraden worden aan het denken gezet. In zijn bijdrage constateert prof. dr. J. Hoek dat de Bijbel geen pasklare antwoorden geeft over de omgang met genderdysforie. Het thema komt in de Bijbel niet voor. Wel beschrijft hij vanuit de Bijbel grondlijnen die voor de bezinning houvast bieden. Prof. dr. P.J. Verhagen geeft vervolgens goede feitelijke en medisch-psychologische informatie. Nodig om te weten. Ook wijst hij op het gevaar van stigmatisering en de werking van vooroordelen.
Een ‘zacht nee’
Spannend wordt het als in de laatste twee artikelen positie wordt ingenomen ten aanzien van de mogelijkheid van medische transitie voor transgenders. Op grond van zijn ethische analyse constateert prof. dr. ir. H. Jochemsen dat aan deze mogelijkheid vanuit de christelijke plichts- en doelethiek grote bezwaren kleven. Prof. dr. M.J. Kater wijst in zijn bijdrage het pastoraat de richting van een ‘zacht nee’ waar transgenders medische transitie overwegen. Tegelijk benadrukt hij dat waar een gemeentelid wel de weg van transitie kiest, hij of zij blijvende steun van het pastoraat en de christelijke gemeente mag verwachten.
Open gesprek
De handreiking benadrukt het gesprek binnen kerkenraden. Dat is wezenlijk. Eerste reacties én meer uitgelijnde visies ten aanzien van genderdysforie vragen om goed luisteren, eerlijke discussie en open gesprek. Het is aan de kerkenraden om ook in dezen de gemeenten voor te gaan in het oefenen van een christelijke levenshouding. In dit verband: voorgaan in de zoektocht naar hoe de gemeente van Jezus Christus een veilige thuishaven kan zijn voor al haar leden.