Waar bent u naar op zoek?

Groot uithoudingsvermogen

ds F. Maaijen
Door: ds F. Maaijen
03-09-2020

Met groot respect zie ik soms gebeuren dat ouders het volhouden met een kind, terwijl dat kind het bloed onder hun nagels uithaalt. In zulke situaties is er sprake van geduld, veel geduld, groot geduld. Gods geduld met ons is nog groter en weet van geen opgeven.

Als ik op bezoek ben bij een jubilerend echtpaar, zegt een van beiden soms: dat ik het toch zo lang met hem/haar heb uitgehouden. Gelukkig wordt het meestal met een glimlach erbij gezegd en ben ik weer gerustgesteld. In andere situaties is het echter wel eens de prangende vraag: hoe lang kan ik het nog volhouden met mijn man, mijn vrouw? Ook zo’n situatie vraagt om geduld.

Gods geduld

Geduld is Gods ijzersterke kwaliteit. Aan het begin van de Bijbel komen we het al tegen. De mensheid ontaardt. In Genesis 6 wordt als reden voor de komende zondvloed gegeven dat het hart van de mens een en al boosheid is. Godenzonen vermengen zich nota bene met vrouwen op aarde. Wat moet het voor God geweest zijn als Hij er spijt van heeft de mens te hebben geschapen?

De zondvloed komt niet als het een beetje uit de hand loopt met de mensheid. Ook niet als driekwart van de mensheid zich van God afkeert, zelfs niet bij 99 procent. God vindt nog slechts één man van wie gezegd mag worden dat hij vroom leeft en God vreest. Deze ene man, Noach, met zijn gezin zal God redden, maar dan geeft Hij de mensheid 120 jaar de tijd voor inkeer en omkeer. Nog 120 jaar moet God het aanzien. Wat een geduld van Hem.

In Sodom en Gomorra zijn zonde en boosheid hemelhoog. Abraham gaat door de knieën. Stel dat er toch vijftig rechtvaardigen zijn, zo houdt hij God voor. Er zijn er nog geen tien te vinden. Waren er maar tien, God zou de steden niet hebben verwoest. Geloof maar dat zo’n gebed van Abraham ondertussen wel een groot beroep op Gods geduld doet.

We zien dat het kwaad gigantisch is, maar Gods geduld houdt het uit, onvoorstelbaar lang. De mensheid mag zich gelukkig prijzen met zo’n God, zijn Schepper. Dat wordt ook gezegd in 2 Petrus 3:9. God wil niet dat enigen, zoals Noach en Lot, verloren gaan. Zolang er enigen op aarde zijn die vroom met God leven en Hem vrezen, zal de oordeelsdag niet komen. Dat is misschien wel de verbazingwekkende betekenis van die tekst. Zolang kan Gods geduld het blijkbaar uithouden.

Israël

Je zou het niet verwachten, maar met Israël gaat het anders toe. Je zou immers denken dat Gods uitverkoren volk bij Hem wel een potje kan breken. Integendeel. Nog maar amper als volk geboren, verlost en bevrijd uit Egypte, trekt Israël door de woestijn. Als Mozes op de berg is, bij God, duurt het wachten op zijn wederkomst voor Israël te lang. In zondige dwaasheid danst en dartelt het volk rond een gouden kalf.

Meer nog dan Mozes kookt God van woede. Zijn heilige gramschap gruwt ervan. Het is ook ongehoord van dat volk, toch? Van geduld bij God is geen enkele sprake. Het is over en uit, heel het volk zal worden gedood en met Mozes zal Hij een doorstart maken. Het is dat de middelaar Mozes zijn leven in de waagschaal stelt, anders was het met heel het volk afgelopen. Als doordenker kan worden gezegd dat verzoening betekent dat God weer tot Zichzelf wordt gebracht, namelijk tot Zijn ijzersterke geduld. Door het werk van de middelaar voor Israël.

Na dit heftige gebeuren zal Israël toch wel voorgoed hebben afgeleerd zich zo te misdragen? Was het maar waar. Keer na keer valt Israël in de zonde terug. De zondeval is blijkbaar structureel van aard. Gods geduld wordt hevig op de proef gesteld. Zelfs in die mate dat op twee na geen enkele twintigplusser zijn voet zal zetten op de bodem van het beloofde land. Als refrein klinkt het in de tijd van de Richteren dat het volk doet wat kwaad is in de ogen van de Heere. De profeten vinden meer ongeloof dan hun lief is, dan God lief is. Meerderen moesten het met de dood bekopen. Dat Gods geduld het uithoudt met dat volk.

Laten we ons maar verwonderen over zoveel goedheid en genade. Gods verkiezende genade moet wel als graniet zijn om zo geduldig te kunnen en willen zijn.

Diepste punt

Met vreze en beven komen we bij het diepste punt. God gaf Zijn Zoon, de beloofde Messias.

Israël moet Hem niet. Weg met Hem, zo klinkt het. Wie geen raad weet met Hem, doet Hem maar weg. Liever een gouden kalf dan het goddelijke Lam, blijkbaar. Ik kan er geen woorden voor vinden wat dit voor de Heere moet hebben betekend. Op Golgotha zal Gods geduld wel aan zijn einde zijn en het graf in gaan, zo denk ik bang te moe.

Maar hoor, de Kruiseling bidt. Of de Vader het toch niet over Zijn hart zou willen en kunnen verkrijgen om Zijn volk genadig te zijn. Omdat de Vader niet voorbij kán gaan aan de zonde van het menselijke geslacht, geeft het Lam Zijn eigen bloed.

Die verzoening brengt God toch bij Zichzelf terug, bij Zijn ijzersterke geduld. Israël mag zich gelukkig prijzen met haar biddende Messias. De dag komt dat Israël zich gelukkig zal prijzen met haar Messias. En ze zal op die dag niet uitverwonderd raken over Gods geduld door alle eeuwen heen.

De kerk

En dan is er ook nog de kerk, die andere uitverkorene en beminde. Geen haar beter dan Israël levert de kerk zich telkens weer uit aan het humanisme en vermengt ze zich met het heidendom. Onze cultuur is haar geduld met de kerk aan het verliezen, menig keer begrijpelijk, dat wel. In Openbaring 3 zegt Christus in de zevende brief aan Zijn gemeente dat Hij geneigd zou zijn om haar als lauw water uit te spuwen. Deed Israël Christus buiten de deur, de kerk kan Christus gewoon buiten de deur laten staan kloppen. De kerk mag zich samen met Israël gelukkig prijzen met haar God en Zijn taaie geduld.

Gods geduld met mij

Welke troost geeft mij dit alles? Dat God het zolang met mij uithoudt en volhoudt. Gods kinderen zijn wel geliefd maar niet altijd van die lieverdjes. Soms zijn we zo tegendraads en hardleers als we maar zijn kunnen. Geduldig en liefdevol houdt de Vader mij vast en houdt Hij vol. Zijn geduld is ook heilige pedagogiek, heilzame opvoedkunde om mij te vernieuwen, ondanks alle teleurstellingen die Hij daarbij opdoet. En wat blijkt? In mijn leven groeit het geduld als een van de vruchten van de Geest.

Zijn geduld weet van geen opgeven. Daarom komt het goed. Hij zal het voor mij voltooien. Ik mag mij gelukkig prijzen met mijn God, Wiens geduld van geen opgeven weet.

God leren kennen

In deze serie buigen we ons over het geloof in de levende God. We belichten negen eigenschappen van Hem.

Hij is:

1. Eeuwig

2. Almachtig, alwetend, onveranderlijk

3. Heilig

4. Liefde

5. Goed

6. Rechtvaardig

7. Barmhartig

8. Geduldig

9. Trouw

De Heere heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.

2 Petrus 3:9b

ds F. Maaijen
ds F. Maaijen