De oorsprong van het doopformulier is dynamisch en internationaal van karakter. Diepgravend onderzoek brengt interessante feiten naar boven, die nieuw licht werpen op bekende zaken.
De oorsprong van de formulieren uit de gereformeerde liturgie is goed aan te wijzen. Voor de formulieren van doop en avondmaal is de uitgave van het psalmboek van Datheen in 1566 het belangrijkste moment. In hedendaagse uitgaven zijn de (hertaalde) formulieren gewoonlijk te vinden in een bijbel in de (Herziene) Statenvertaling, veelvuldig in het ‘nawerk’ van de psalmberijming (1773), na de belijdenisgeschriften. De formulieren van doop, avondmaal en huwelijk behoren al tot het nawerk sinds de eerste psalmberijming van Petrus Datheen uit 1566.
Volkomen handboekje
Petrus Datheen schreef in het voorwoord van dat psalmboekje dat hij voornemens was om een ‘volkomen handboekje’ voor de kerkganger uit te geven. Destijds bevatte dit naast zijn psalmberijming ook enkele gezangen, de (Heidelbergse) Catechismus, gevolgd door het doopformulier, een ‘korte onderzoeking’ voor degenen die zich aan willen sluiten bij de gemeente, het avondmaalsformulier, huwelijksformulier en ten slotte een aantal christelijke gebeden. De formulieren noemt hij in zijn voorwoord onder het ‘voornaamste deel van de kerkorde’. Daarmee verwijst hij naar de kerkorde van de Palts uit 1563, de kerkorde waar ook de Heidelbergse Catechismus zijn kerkelijke oorsprong vindt.
Het doopformulier
De werktitel van mijn onderzoeksproject luidt: ‘De geschiedenis en dynamiek van het Nederlandse klassieke gereformeerde doopformulier (1566-1639)’. Op zichzelf zijn doop, kinderdoop en het klassieke gereformeerde doopformulier onderwerpen waar veel over gesproken en geschreven is.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 21 juli 2022. Neem een jaarabonnement (€ 49,95). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!