Hervertellers van de Bijbel vertellen seculiere en selectieve verhalen
Ze liggen op hoge stapels in de boekhandel en zijn in de bibliotheek voortdurend uitgeleend: 'De Bijbel voor ongelovigen' van Guus Kuijer en 'Bloedboek' van Dimitri Verhulst, concludeert dr. Janneke de Jong.
Waarom leggen Kuijer en Verhulst, die geen christen zijn, zich daarop toe? En waarom wordt hun werk zo graag gelezen?
In Nederland zijn al 45.000 exemplaren van Guus Kuijers eigentijdse navertelling van de Bijbel verkocht en recent is deel een in vertaling verschenen in Amerika.
Kuijer begon er in 2012 mee. In de tot nu toe verschenen vijf delen vertelt hij bekende Bijbelse geschiedenissen als boeiende verhalen over mensen in wie de lezer van nu zich kan herkennen. Daarvoor geeft hij de verhalen een eigen draai: hij kiest een origineel perspectief door een persoon vanuit zijn eigen specifieke beleving een geschiedenis te laten vertellen. Zo laat hij bijvoorbeeld de profetes Hulda (Chulda), over wie weinig in de Bijbel staat, allerlei bekende mensen ontmoeten: Jona vertelt haar wat hem wedervaren is en ook het verhaal van Job komt haar ter ore. Hulda vindt Jobs God maar vreemd.
Invalshoek
Door zo’n invalshoek kan de lezer zich goed in die personen verplaatsen. Dat blijkt wel uit de reactie van een van hen: ‘Zo mooi, zo verhelderend, zo indrukwekkend. Vooral de manier waarop Kuijer de profetes Chulda − een eigenlijk nauwelijks bekende bijbelfiguur waar ik zelf altijd overheen had gelezen − met een ruime portie vlees en bloed weet te bekleden en er een sterke vrouw van maakt die als kind al wist dat het de verkeerde kant op ging, maar haar hele leven blijft dwalen tussen haar twijfel en haar profetische gave, dat is gewoon meesterlijk.’
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 4 november 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)