Waar bent u naar op zoek?

Hervormd Ouderkerk

ds. M. van Kooten
Door: ds. M. van Kooten
17-11-2022

Van historicus Dirk Ligtermoet, die werkzaam is bij een adviesbureau in duurzame mobiliteit, is een lijvig boek verschenen getiteld De lange geschiedenis van Hervormd Ouderkerk aan den IJssel met als ondertitel Rechtzinnig en bevindelijk van Lageweg tot Krimpen.

De auteur, die in Ouderkerk geboren en getogen is, geeft toe dat hij niet theologisch geschoold is en in het slotwoord van het 624 bladzijden tellende boek geeft hij ook aan van de gemeente en de gereformeerde gezindte vervreemd te zijn geraakt. Desondanks heeft Ligtermoet grondig onderzoek gedaan naar de Ouderkerkse kerkgeschiedenis.

Deze historiebeschrijving betreft ook kerkelijk Krimpen aan den IJssel, dat tot 1862 bij Ouderkerk aan den IJssel behoorde. Binnen de Ouderkerkse kerkenraad werd rekening gehouden met een evenredige vertegenwoordiging, terwijl de heer van Krimpen financieel in gelijke verhouding bijdroeg in de kosten van de ‘moederkerk’.

Vincent

Inleidend merkt de schrijver op dat Ouderkerk een heerlijkheid was onder de heren Van der Lek en in 1342 in handen kwam van de familie Van Nassau. Van 1723 tot 1749 was de heerlijkheid eigendom van Floris Camper, een vermogend predikant te Oost-Indië, die Ouderkerk voor 10.000 gulden kocht. Deze was bevriend met de bekende christen-arts Boerhaave en ligt begraven in de Pieterskerk te Leiden. Na zijn dood kwam de plaats weer jarenlang aan de Nassaus. Ligtermoet begint de historiebeschrijving met de voorreformatorische tijd en merkt op dat het feit dat de kerk gewijd is aan de heilige Vincent reden kan zijn dat er in Ouderkerk en Krimpen tot de dag van vandaag nogal wat mensen de naam Vincent of Cent dragen.

Vele predikanten en ambtsdragers komen voorbij vanaf 1579. Daarbij komen mooie, maar ook onthutsende dingen aan het licht, zoals over de tweede predikant, Albert Schagen, die in 1585 enige tijd Ouderkerk diende. Hij drong zich brutaalweg in diverse gemeenten als predikant op en werd door de synode ‘gantsch onbequaem bevonden’ en een ‘schandtvlecke’ voor de kerk genoemd.

Geen moderne prediking

Duidelijk is dat Ouderkerk aan den IJssel niet te kampen heeft gehad met moderne prediking, zoals dat in omliggende gemeenten als Ammerstol, Berkenwoude, Haastrecht en Stolwijk het geval was. Een van de eerste predikanten (Thomas Bruschenis, van 1585 tot 1624) stond in de roeringen rondom de remonstranten in de voorste gelederen om de gereformeerde theologie te verdedigen binnen de classis, waarin Gouda het grootste bolwerk van remonstrantisme was.

Indrukwekkend in de Ouderkerkse kerkgeschiedenis is de bekering van ds. G.A. Lentfrinck, nadat hij enige jaren in de gemeente stond. Hij diende de gemeente van 1730 tot 1774. Zijn levensverhaal is verschillende malen gedrukt.

Droevig is de afloop van ds. G. Boer (niet te verwarren met de later zo bekende G. Boer, die voorzitter is geweest van de Gereformeerde Bond). Hij was een vertegenwoordiger van de Vrienden der Waarheid en destijds een zeer begeerd voorganger. Gedurende de Ouderkerkse periode van 1859 tot 1884 kreeg hij 67 beroepen. Hij liet na zijn dood niet alleen een vermogen achter, bestaande uit onder andere zeven boerderijen, maar ook een geschokte gemeente, dit laatste vanwege zijn zedeloze leven.

Hein Heuvelman

Evenals de Afscheiding in 1834 ging ook de Doleantie in 1886 aan Ouderkerk voorbij. In die tijd diende ds. P.J. Hopman de gemeente. Hij heeft de christelijke school mee helpen oprichten, zij aan zij met schipper Hein Heuvelman. Mocht zijn prediking in zijn eerste gemeente Wouterswoude tot geestelijke opwekking leiden, in Ouderkerk botste hij met Hein Heuvelman. Deze miste het bevindelijke element, terwijl een paar kerkenraadsleden zijn bezwaar deelden. Hopman, die zich diep gekrenkt voelde, legde zijn bediening neer, maar kreeg in diezelfde tijd een beroep naar Langbroek, dat hij aannam.

De Lageweg

De komst van het wijkgebouw aan de Lageweg met een godsdienstonderwijzer in 1924 wordt uitgebreid beschreven. De stuwende motor achter dit alles was ds. G. Lans, die directeur van de GZB was voor zijn komst naar Ouderkerk. Zijn missionaire visie was daarbij de leidende factor. De heer A. de Redelijkheid is jarenlang aan het wijkgebouw verbonden geweest, terwijl hij ook hulp verleende op het dorp, wanneer dat nodig was. Helaas was de verhouding tussen hem en de predikanten J. Enkelaar en J.G. Woelderink niet best. Bij Enkelaar betrof het in zijn ogen diens ‘voorwerpelijke’ prediking en bij Woelderink diens verbondsvisie. Bij avondmaalsbedieningen waarbij De Redelijkheid aanwezig diende te zijn, ging hij in andere gemeenten voor.

Met ds. Enkelaar is alles weer goed gekomen. Mooi is het te lezen dat Enkelaar bij het jubileum van veertig jaar wijkgebouw in 1964 sprak: ‘Zeker, er was wel eens verschil van mening, verschil in geaardheid en over de manier van aanpak van het werk, maar wij hebben toch altijd getracht zo goed mogelijk te bouwen op het enige fundament Jezus Christus.’ Bij de begrafenis van Enkelaar te Werkhoven in 1967 sprak De Redelijkheid wederzijds ‘over de gereformeerde lijn in de prediking van de overledene en diens godzalige moeder’.

Scherpe analyse

Ligtermoet beschrijft ook de scheuring in 2004. Het lezen daarvan maakt jaren later nog emoties los. Vanwege de afstand die Ligtermoet heeft genomen van de gereformeerde gezindte, is er wel een scherpe analyse van de verhoudingen in de gemeente door de jaren heen, maar daardoor weet hij niet altijd de juiste geestelijke toon te raken.

Na het lezen van dit lijvige boek moest ik denken aan prof. dr. C. Graafland. Deze hoorde ik jaren geleden bij een Reformatieherdenking bidden: ‘Heere, wat moet u veel van de kerk houden dat U ze tot hier toe nog hebt in stand gehouden.’ Dat reikt nog verder dan de lange geschiedenis van hervormd Ouderkerk aan den IJssel.

ds. M. van Kooten
ds. M. van Kooten