Waar bent u naar op zoek?

Het Evangelie in Toraja

Ds. D.C.G. van der Kraan
Door: Ds. D.C.G. van der Kraan
06-04-2023

‘Ik was uitgenodigd voor een christelijke bijeenkomst. Ik wist niet waarom, want zelf was ik geen christen. Toch besloot ik om te gaan. Ik begreep lang niet alles, maar de muziek, de liederen, de manier van bidden – het sprak me erg aan.’

Aan het woord is een nog jonge man in een stad in Indonesië. Hij vervolgt: ‘En onderweg in de trein naar huis voelde ik vrede, en ik voelde vreugde. De woorden van een lied bleven maar in me naar boven komen.’

110 IMT

Samen met GZB-directeur Martijn van den Boogaart, oud-zendingswerker dr. Bas Plaisier en huidig zendingswerker ds. Laurens Jan Vogelaar woonde ik vorige maand de viering van ‘110 IMT’ bij, een afkorting voor ‘110 jaar sinds het Evangelie Toraja binnenkwam’.

Van deze jongeman horen we hoe hij zo’n zes jaar geleden tot geloof in Jezus kwam en nu zelf werkt als evangelist. Hij vertelt ook dat de mensen in het dorp zijn familie onder druk zetten. Maar toch: hij ervaart vrede en blijdschap omdat hij Christus volgt. Tijdens deze reis waren er nog meer momenten van vreugde.

Tien dagen feestvreugde

De Gereja Toraja is mede ontstaan vanuit het zendingswerk van de GZB en is uitgegroeid tot een grote volkskerk die invloed heeft op allerlei aspecten van het leven in Tanah Toraja. Er werden maar liefst tien dagen van feestvreugde georganiseerd, met aan het begin en aan het eind een massale publieke kerkdienst.

Tijdens die eerste dienst, op donderdag 9 maart, sprak GZB-directeur Van den Boogaart de bijna 2500 aanwezigen toe. Hij refereerde aan woorden van Leslie Newbigin, die zei dat het delen van het Evangelie begint met een explosion of joy (explosie van vreugde). Naast alle koloniaalpolitieke redenen om in Indonesië zending te gaan bedrijven, is toch de vreugde van het kennen van Jezus Christus de diepste drijfveer geweest. Hoe belangrijk is het dan om ook nu, 110 jaar later, de vreugde van het Evangelie als motivatie vast te houden om in de context van Indonesië te blijven getuigen.

Dankbaarheid

Heel bijzonder is ook de toon van dankbaarheid richting de GZB. Tijdens eerdere ontmoetingen zei ds. Alfred Anggui, de voorzitter van de synode: ‘We willen graag laten zien aan de kerk in Nederland wie wij zijn. Kijk naar ons! Wij zijn vrucht van jullie werk. Wij zijn er dankzij jullie. God heeft jullie gebruikt.’ Toen ik dat weer hoorde, in aanwezigheid van 2500 anderen, werd ik er stil van. En ik kan alleen maar met dankbaarheid en respect denken aan de vele werkers die zich in die 110 jaar in Toraja, maar ook in zoveel andere gebieden, hebben ingezet.

Tegelijk werd ons duidelijk, mede door het vele onderzoek van dr. Bas Plaisier, dat God al aan het werk was vóórdat de eerste GZB’er voet aan land zette. Toen de eerste werker, A.A. van de Loosdrecht, in Tanah Toraja kwam, trof hij al ruim twintig gedoopte christenen aan. Dat plaatst de bijdrage van de GZB in het juiste licht.

Het bevestigt voor ons ook wat we zelf eerder schreven: zending is ‘volgen waar Hij gaat, in het voetspoor van de Geest’ om zo te ontdekken waar Gods Geest al ís en daarbij aan te mogen sluiten. Dat gebeurde 110 jaar geleden in Toraja maar geldt ook anno 2023, in het leven van die jonge Indonesische evangelist. Het maakt dat zendingswerk inderdaad begint bij een ‘explosie van vreugde.’

Ds. D.C.G. van der Kraan
Ds. D.C.G. van der Kraan