
Wie belijdenis doet, belooft persoonlijk de weg achter Jezus aan te gaan. Maar dat niet alleen. Ook verlang je ernaar je te voegen in de kerk als lichaam van Christus. Wat wordt met die uitdrukking bedoeld?
De metafoor van het lichaam heeft zeer oude papieren. Al bij de filosoof Plato (427-347 v. Chr.) komen we de beeldspraak tegen. In De Republiek vergelijkt hij de samenleving met een menselijk lichaam. Er gaat onmiskenbaar een conservatieve werking vanuit. Politici vormen het hoofd, soldaten het hart en de gewone werkende burgers de onderkant van het lichaam. De bedoeling is dat ieder individu zijn of haar plaats in het geheel inneemt. De standenmaatschappij moet in stand gehouden worden. De apostel Paulus ademt in deze cultuur. Zozeer zelfs dat hij de lichaamsmetafoor overneemt en verwerkt in zijn eigen theologische denken. Wel valt op dat hij vergeleken met zijn tijdgenoten creatief en innoverend te werk gaat. Bij Paulus wordt het concept van het lichaam niet langer uitgerold over de maatschappij of de kosmos. Centraal staat bij hem dat de geloofsgemeenschap van de kerk het lichaam bij uitstek is. Zowel in de lokale gemeentes als in de wereldkerk wil Christus’ lichaam gestalte krijgen. Door in te zoomen op de Korinthebrief en de Efezebrief gaan we op zoek naar wat dit concreet inhoudt.
De Korinthebrief
Tijdens zijn zendingsreizen sticht de apostel Paulus een bloeiende en levende gemeente in de havenstad Korinthe. Na verloop van tijd ontstaan er evenwel problemen. Er gebeurt in de kerk bijvoorbeeld groepsvorming: “Ik ben van Paulus, ik van Apollos, ik van Cefas, ik van Christus.” (1 Kor. 1:12) De spanningen lopen zelfs zo hoog op dat de gemeente uiteen dreigt te vallen en te scheuren. Daar komt bij dat hoogmoed en trots een aantal gemeenteleden in de greep krijgt en dat is terug te voeren op de charismata.
"*" geeft vereiste velden aan