Waar bent u naar op zoek?

Het oog op Jezus

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
07-01-2021

Vanaf het eerste begin tot de laatste dag heeft de kerk van Christus volharding nodig, geestelijk uithoudingsvermogen te midden van alles wat haar bedreigt. Elkaar kunnen we daarbij als gemeente niet missen, evenmin als identificatiefiguren. Voor alles hebben we Jezus nodig, ons oog gericht op de Leidsman en Voleinder van het geloof.

Waarom zouden we gehoor geven aan de oproep tot volharding? Als we de evangeliën lezen, de prediking van de apostelen horen, de brieven aan de eerste christelijke gemeenten overdenken, ontdekken we dat dit appèl een rode draad is, voortdurend gehoord wordt. In Handelingen 11 lezen we dat Barnabas naar Antiochië gezonden wordt om de jonge christenen te bezoeken. Blij werd deze gezant toen hij de genade van God zag, waarna hij de gemeente aanspoorde ‘om met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven’.

Eerst én tot het einde

Bij de Heere blijven… Het is een eenvoudige verwoording waarom het in volharding gaat. Waarom klinkt die oproep steeds? Het sterkste motief hiertoe is omdat de Heere dit waard is, omdat Hij recht op mijn leven heeft. Ons avondmaalsformulier zingt er bijna van, als de betekenis van het volkomen offer van de Heere Jezus verwoord wordt. De roeping om als christenen samen één lichaam te vormen is er ‘omwille van Christus, onze geliefde Zaligmaker, die ons tevoren zo uitnemend, zo bijzonder heeft liefgehad’. Zijn liefde was eerst (1 Joh.4:19) en tegelijk heeft ‘Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde’ (Joh.13:1). Christus heeft volhard toen ‘Hij wist dat Zijn uur gekomen was’, heeft in Zijn lijden gehoorzaamheid geleerd, bleef gericht op de wil en de geboden van Zijn Vader, hield de toekomst voor ogen. Volharding is Hem volgen, Die ons volharding geleerd heeft.

Het zal ons niet berouwen

de smalle weg te gaan.

Hij riep ons, de Getrouwe,

en Hij ging zelf vooraan.

Band met de gemeente

In de keuze voor het jaarthema voor 2021 kwam het bestuur van de Gereformeerde Bond bij ‘volharding’ als bijbelse notie, actueel voor vandaag en morgen. Ja, dat heeft alles te maken met de omstandigheden van de gemeente van de laatste tien maanden. Sinds coronavirus en lockdown bekende woorden werden, kunnen we zondags in beperkte omvang samenkomen, is het pastoraal en diaconaal naar de ander omzien moeilijk geworden.

Het bewaren van de band met de (wijk)gemeente is in een individualistische cultuur al een punt van aandacht, omdat het kerkelijke gras bij de buren vanwege allerlei redenen zomaar groener kan lijken. Zwaarder is het voor iedereen geworden om trouw te blijven, te volharden in de gemeenschap, in de gebeden voor en met elkaar. Als het fysieke contact ontbreekt, ontmoeting en aanraking niet mogen, als we ons niet zingend verenigen in boetepsalm of loflied, dan kun je je op jezelf teruggeworpen voelen. Aanmoedigen doen we elkaar daarom:

Blijf u standvastig scharen

bij wie Mijn Woord bewaren.

Geen ander appèl (volhard!) is er voor degenen die het wel goed en makkelijk vonden: thuis een kerkdienst naar keuze zoeken, op jouw tijd met jouw koffie…

Na de coronatijd

Hoe zal een grotendeels gevaccineerde gemeente achter het beeldscherm vandaan komen? De verantwoordelijkheid daarvoor heeft God in onze handen gelegd. Wat is tegengif tegen een verdere individualisering van kerk en geloof? Trouw en toewijding aan de gemeente, volharding in de gemeenschap, in de breking van het brood. In het onlangs verschenen magazine Bram, een ode aan Abraham Kuyper, vertelt minister Hugo de Jonge over de Rotterdamse wijkgemeente waartoe hij behoort: ‘Mijn vrouw is daar een van de ouderlingen die streng toeziet op het naleven van de coronamaatregelen.’ Nodig was en is die alertheid ten aanzien van de richtlijnen van de overheid, maar mooier zou zijn als ouderlingen binnenkort pastoraal bewogen zouden toezien op het functioneren van de volharding, opdat de gemeente gebouwd wordt.

Crisis en spanning

Volharden mag je als ‘het uithouden in de crisis’ typeren, het geduldig wachten en gelovig verdragen in moeilijke tijden. De Bijbel gaat hierin een spa dieper dan de omstandigheden waarin een virus de kerk in 2020 bracht. Verwante woorden worden dan lijdzaamheid, verdrukking, beproeving. Blijvend horen deze woorden bij het vocabulaire van een christen.

Het zijn Markus 13 en Mattheüs 24 die ons dan voor de geest komen, hoofdstukken waarin Jezus de toekomst tekent: religieuze misleiding, oorlogen, opstand tussen volken, aardbevingen, hongersnoden, besmettelijke ziekten… Wetteloosheid zal toenemen, de liefde zal afnemen. Omdat er geen plaats is voor de wet, blijkt de liefde als vervulling van de wet verdampt. Huiver trekt door je botten als dit alles doordringt, als we als reactie zien dat mensen elkaar overleveren en elkaar haten zullen. Wat een spanning op aarde! Het is een spanning die in enkele woorden door de Heiland op noemer gebracht is: ‘Door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam’. (Matt.10:22)

Neergaande interesse

In ons land wees onderzoek in september jl. uit dat nog slechts 22 procent ‘God van belang’ vindt, waarin Nederland meegaat in de wereldwijde trend van neergaande godsdienstige interesse. Meer en meer zal dit het denken en doen van de maatschappij stempelen, onontkoombaar.

Midden in die spanning voor ouderen en jongeren klinkt vanuit de mond van Christus: ‘Maar…’ . ‘Maar wie volharden zal tot het einde…’ Het is een woordje dat een kantelpunt markeert. Wat is de passende reactie voor de gemeente? Waaruit bestaat de andere zijde van de medaille? Ik denk aan het open graf in een Nigeriaans dorpje, waarin een kleine gemeenschap van christenen enkele dagen eerder 27 geliefden moest begraven. Ik stond erbij toen een toerus

ter vanuit de kerk de aangeslagen en ontredderde nabestaanden vroeg: ‘Hoe denken jullie veilig te zijn, te ontkomen bij een nieuwe aanval van de moslimgroep? Alleen door te blijven bij God, bij Zijn Woord.’ Volharding is dat in de realiteit van Mattheüs 24.

Verzoeking

Zo is het leven van de nieuwtestamentische gemeente, die weet dat Christus haar ‘werken, verdrukking en armoede’ kent, die gelooft dat haar tranen in Zijn register opgetekend zijn en die in haar ‘verdrukking van tien dagen’ een opdracht en een belofte krijgt: ‘Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.’

Is dat voor Nigeria, voor Noord-Korea, China en voor christenen onder strenge regimes die in de martelkamer gedwongen worden Hem te verloochenen? Niet alleen, luister mee naar Jakobus (1:2- 4), de apostel die ons leert dat het ‘enkel vreugde’ is als we in verzoeking terechtkomen, ‘want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet.’ Jakobus wil het uithoudingsvermogen van christenen versterken, voor ons in een cultuur van verzoeking en verleiding waarin zoveel ons afleidt van concentratie op de toekomst van Christus, op het lopen van de loopbaan.

De belofte verkrijgen

Zonder volharding is er geen christenleven, wordt het hemelse Kanaän niet bereikt. Het ontneemt elke vrijblijvendheid aan het serieus nemen van ons jaarthema, beter: aan het serieus nemen van deze bijbelse notie. Hebreeën 10:36 zegt het zo: ‘Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen.’ Tegelijk zijn er in de gemeente mensen die zich onttrekken. Als Paulus ‘handeldrijft met het Woord van God’ (2 Kor.2:17), dan is zijn prediking voor ‘de een levensgeur die leidt tot het leven, voor anderen een doodsgeur die leidt tot de dood’.

Het is Christus Zelf Die volhard heeft door te letten op het loon van de rechtvaardigen, namelijk ‘de vreugde die Hem in het vooruitzicht gesteld was’. Zo kon Hij het kruis verdragen, de schande verachten, alle last en zonde afleggen die ons zo gemakkelijk verstrikt. De gemeente vandaag hoort daarom: ‘Houd het oog gericht op Jezus.’ Volkomen heeft Hij de wet vervuld, immers gekomen om de wil van God te doen. Als wij en onze kinderen bewaard moeten worden voor de boze, horen we Paulus’ woorden (2 Thess.3:5): ‘En de Heere moge uw harten richten op de liefde van God en op de volharding van Christus.’


Voor de agenda

Tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond, die DV gehouden zal worden op donderdagmorgen en -middag 27 mei, hoopt ons bestuurslid dr. R.W. de Koeijer uit Waddinxveen te spreken over ‘Maar wie volharden zal…’ Hij zal daarbij ingaan op de roeping om te volharden. Deze roeping krijgt (een) sterke aandrang in het licht van Gods toekomst.

In aansluiting hierop volgt tijdens de ambtsdragersontmoetingen op dinsdagavond 7 en 14 september een verdere doorvertaling naar het leven van ambtsdrager en gemeente.

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst