Waar bent u naar op zoek?

Het verhaal van cijfers

Dr. J.A. van den Berg
Door: Dr. J.A. van den Berg
05-05-2022

Het meest recente SCP-rapport ‘Buiten kerk en moskee’ vertelt een droefgeestig sociologisch verhaal over de stand van zaken op het gebied van religie en zingeving. Het aantal gelovigen is nog verder gedaald. Zelfs de kleine lichtpuntjes die in eerdere rapporten werden genoemd, zijn uitgedoofd.

Eerst werd nog gedacht dat het aantal gelovigen dat zich verbonden weet aan een kerk weliswaar krimpt, maar dat het aantal zinzoekers groeit. Via die zinzoekers zouden er weer nieuwe ingangen zijn voor geloof en God. Nu blijkt de groei eruit en blijken de zinzoekers ook niet meer zo geïnteresseerd in christelijk geloof. Niemand die de kerk verlaat, zit nog op God te wachten. Missionaire plannen zijn eigenlijk gedoemd om te mislukken, lijkt de slotsom.

Beeld van verlies

Natuurlijk zijn er bij onderzoeken vragen te stellen. Kwantitatief onderzoek biedt een beperkte ingang om vast te kunnen stellen wat mensen eigenlijk menen of geloven. Welke vragen zijn er gesteld? Wat gebeurt er met je wanneer je een vragenlijst onder je neus krijgt met een paar opties die net niet aangeven wat je eigenlijk vindt?

Toch blijft onmiskenbaar een beeld van verlies overeind. We moeten de feiten eerlijk onder ogen zien. In absolute zin is de kerk in Nederland klein geworden. Dat ontkennen of negeren kan echt niet langer.

Minderheidspositie

Daarmee is niet alles gezegd. Cijfers vertegenwoordigen niet alleen feiten, ze brengen ook verhalen met zich mee, die ons iets willen laten geloven. Zonder dat je het merkt, knagen die aan je.

Een voorbeeld daarvan is de gedachte dat je wel ongelijk móét hebben wanneer de meerderheid niet gelooft wat jij gelooft. Het gegeven dat geloven in God in Nederland een minderheidspositie is, roept dus de suggestie op dat je ongelijk hebt als je wel gelooft. Maar, waarom zou dat zo zijn? Waarom heeft de meerderheid gelijk?

Er is trouwens ook geen bewijs voor een ander verhaal dat daaraan gekoppeld is. Namelijk dat er altijd vooruitgang zit in dat wat mensen denken en weten. Dat wat we vroeger meenden, zou achterhaald zijn en degenen die blijven geloven, niet van deze tijd en dus achterlijk.

Wetmatigheid

Het meest ontmoedigend en misschien wel het lastigste om te bestrijden is deze gedachte: dat wat krimpt, zal uiteindelijk verdwijnen. Dit verhaal zit vaak ook in ons. Het komt aan het licht wanneer we ‘nog’ zeggen: er is nog een gemeente, er zijn nog jongeren. Alsof we al weten dat dit straks allemaal voorbij is. De wetmatigheid is zo vanzelfsprekend dat we ons niet eens realiseren hoe atheïstisch of in het beste geval deïstisch dit denken is. Alsof inderdaad deze werkelijk losstaat van God en alles daarbinnen zich als een autonoom proces voltrekt.

Stel je nou eens voor dat God zich wél met de wereld en de kerk bemoeit. Sterker: dat Hij er liefde voor heeft. Het vraagstuk is niet ‘wij en de cijfers’. Het is: God, de mensen achter de cijfers en wij. Daarmee wordt het niet opeens makkelijk om kerk te zijn. In zekere zin wordt het ingewikkelder. Het is nog minder te voorspellen hoe het verder gaat. God is geen wetmatigheid. Hij is vrij en wij begrijpen Hem vaak niet. Hij heeft misschien wel een geding met ons. Het is wel open. Wel weten we dit: hoe uitzichtloos, dor, doods het in en rond de kerk ook mag lijken, van God kun je nooit te veel verwachten. Hij heeft het Pasen gemaakt.

Dr. J.A. van den Berg
Dr. J.A. van den Berg