Het Woord versus het ik
Wij leven in een cultuur waarin grote nadruk ligt op authenticiteit. En daar wordt streng op gecontroleerd. Denk aan politici die grote woorden gebruiken voor hun standpunten. De pers controleert of zij er zelf ook naar handelen. ‘Practice what you preach!’
Als dat niet het geval is, wordt dat breed uitgemeten en uitvoerig becommentarieerd, gevolgd door de ‘trial by media’ (een publiekelijke veroordeling). De lat ligt wat dat betreft hoog. Hetzelfde maatschappelijke vergrootglas ligt over de kerk en kerkmensen. Waar leer en leven van christenen niet met elkaar in overeenstemming zijn, wordt een hard oordeel geveld. Dat is tot schaamte van de kerk en tot schade voor de zaak van Jezus Christus. Het valt op hoe goed seculiere mensen weten wat we moeten belijden en hoe we moeten leven. Misschien moet de vraag gesteld worden: weten we het zelf nog wel zo goed?
Eenheid
Het is fundamenteel voor het christelijk geloof dat leer en leven een eenheid vormen. Maar wat is eigenlijk de verbinding daartussen? Ons uitgangspunt is dat God naar ons hart vraagt. Dat is het centrum van ons bestaan: het is de eenheid van ons verstand, onze wil en ons gevoel. Hoe we leven (door onze wil) moet overeenstemmen met wat we leren (met ons verstand) en daarop volgen de geestelijke ervaringen (in ons gevoel). Anders gezegd: dogmatiek, ethiek en spiritualiteit vormen een eenheid.
Het is kenmerkend voor het huidige kerkelijke leven dat er minder aandacht is voor leren en belijden. In onze cultuur ligt grote nadruk op het gevoel, de emotie, de ervaring. We zien ook in de kerk de neiging om het geloof in te vullen vanuit het gevoel. ‘Ik heb geen goed gevoel bij woorden als “een heilige en rechtvaardige God”, dat klinkt zo afstandelijk.’ Ook rondom allerlei ethische kwesties begint men bij emotie en behoefte. ‘De bijbelteksten waarin het gaat over homoseksualiteit, daar kan ik niets mee. Dat is niet meer van deze tijd.’ We kunnen stellen dat in leer en leven men begint bij het gevoel, vervolgens gaat men over tot handelen en ten slotte volgt er een vorm van rationele doordenking.
Hoogste gezag
In de kerk verloopt van ouds die lijn anders: het begint bij het leren (belijden), wat zich doorvertaalt naar het leven (ethiek) en dan volgt het ervaren (gevoel). Hier ligt een conflict met de tijdgeest. Ten diepste is dat hierin getekend: in onze cultuur ligt het hoogste gezag bij het ‘ik’, terwijl een christen God en Zijn Woord boven alles erkent.
De mens die met het ik begint, gaat deze weg: voelen, handelen, overdenken. De christen die met het Woord begint, bewandelt een ander pad: overdenken, handelen, voelen. Nogmaals, in ons hart voor God vormen verstand, wil en gevoel een eenheid. Maar hoe is de balans daartussen? In deze artikelen laat ik iets zien van het verband tussen dogmatiek, ethiek en spiritualiteit. De eerste twee artikelen focussen op de verhouding tussen dogmatiek en ethiek, het derde gaat over dogmatiek en spiritualiteit.
Fatsoenlijke doordenking
We leven in tijden waarin het spant rondom allerlei ethische kwesties, zowel buiten als binnen de kerk. Denk aan vragen omtrent huwelijk en seksualiteit, medisch-ethische kwesties, politieke issues, milieuproblematiek, omgang met de media enzovoorts. Het is nodig dat we leren om niet primair bij ons gevoel te rade gaan, maar om eerst te luisteren naar de Heilige Schrift, naar het belijden van de kerk en ook naar de inzichten van de (gereformeerde) theologie. Die bewustwording moet leiden tot een correctie op wat onze cultuur ons leert.
Dat is wel een hele uitdaging! Over het algemeen heeft dogmatiek niet zo’n goede naam. Saai, dor, moeilijk – dat zijn de woorden die bij veel mensen opkomen. Toch is de fatsoenlijke doordenking van het christelijk geloof een goede basis voor de ethiek. Wat is de inhoud van ons geloof en hoe kunnen we dat woorden geven? Dogmatiek wil daarin inzicht geven. Daarbij is het een heerlijke bezigheid: in de dogmatiek ruist de lofzang.
Kennis en inzicht
Bij ethiek veren mensen meer op. Dat heeft te maken met de praktijk van het leven. Zeker in een tijd waarin de kerk geconfronteerd wordt met gevoelige vraagstukken, die vooral door de maatschappij worden aangereikt en gecontroleerd. We hebben net al een paar voorbeelden genoemd. De ethiek kan in haar zoektocht naar antwoorden niet zonder de dogmatiek. Leer en leven grijpen op elkaar in.
Hier noem ik ook de hermeneutiek. In de dogmatiek liggen veel schatten van kennis en inzicht. In de ethiek krijgt dat een praktische uitwerking in het (dagelijks) leven. Maar het is moeilijk om dat door te vertalen naar onze snel veranderende cultuur en maatschappij. Daarom hebben dogmatiek en ethiek een vertaalslag nodig om het actueel te maken. Dit proces van doorvertalen en actualiseren noemen we hermeneutiek.
Heiligheid van God
Nu volgt een voorbeeld van hoe dogmatiek en ethiek op elkaar ingrijpen. Het gaat over de heiligheid van God. Petrus van Mastricht (1630-1706) schrijft daarover in een oud dogmatisch handboek. In de leer over God is de heiligheid van God een belangrijk onderdeel. Hij schrijft: wij belijden ten eerste dat God heilig is omdat de Schrift dat openbaart. Wat is die ‘heiligheid’? God is afgezonderd en afgescheiden van alles wat slecht en onheilig is. Daarom wijdt
God, ten derde, al Zijn werken aan Zijn eer. Ten vierde stelt Van Mastricht dat bij God al Zijn gedachten, woorden en daden overeenkomen met Zijn heiligheid. En ten slotte betekent het dat Hij een diepe afkeer heeft van alles wat onheilig is.
Als leer en leven moeten overeenstemmen, impliceert deze dogmatische leer veel voor onze ethische keuzen. ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ (1 Petr.1:16) In een tijd waarin weinig nog echt heilig lijkt te zijn, belijden wij dat God heilig is. Dat betekent – in lijn met het voorgaande – dat we in alles ons moeten richten op de Bijbel als norm van ons leven. Vervolgens moeten we ons afzonderen van alles wat kwaad en slecht is. Ten derde moeten we in alles van ons leven ons toewijden aan de eer van God. Ten vierde volgt daaruit dat onze gedachten, woorden en daden overeenstemmen met Zijn heiligheid. En ten vijfde moeten we in ons hart een diepe afkeer hebben van alles wat onheilig is.
Volgende week deel 2 van deze serie, met een bredere uitwerking van hoe dogmatiek en ethiek in de praktijk op elkaar ingrijpen en enkele voorbeelden van hoe zich dat laat doorvertalen naar de uitdagingen van onze tijd.