blog
De gezindheid van Christus
Hoe niet-christenen kijken
De christelijke minderheid in ons land beseft dat in toenemende mate een seculiere meerderheid het beleid in stad en dorp bepaalt. Met het oog hierop én vooral voor het uitdragen van het Evangelie is het goed te weten hoe niet-christenen naar orthodoxe christenen kijken.
In een nieuwbouwwijk kwam een jong, christelijk gezin te wonen. De andere bevolkers van deze buurt waren mensen met verschillende vormen van samenleven: een latrelatie, een samenwonend paar waarvan beiden een huwelijk achter de rug hadden, twee homoseksuele mensen. Het opvallende was dat het jonge gezin jaren later van hun buren hoorde dat die er op bevraagd waren ‘hoe het eigenlijk is om naast zo’n gezin te wonen’. Die ontboezeming maakte hen duidelijk wat er vreemd, niet-standaard, geworden was in Nederland: niet de mensen met hun afwijkende levensvormen, maar een christelijk huwelijk en gezin.
Beeld van christelijk geloof
Veel Nederlanders die niet in plaatsen als Middelburg en Barneveld wonen, komen in hun dagelijkse leven weinig christenen tegen – en kunnen zich daarom moeilijk een reëel beeld vormen van waar het in het christelijk geloof in essentie om gaat. De kerkelijke verdeeldheid en de verscheidenheid aan dogmatische en ethische opvattingen maakt het waas voor de ogen van seculiere landgenoten alleen maar groter.
Juist op het moment dat ik dit schrijf, belt het tv-programma Nieuwsuur met de vraag of we hen in contact kunnen brengen met een SGP-gezin. Nu deze politieke partij zelfs door een VVD-premier bezocht wordt, wil men graag weten wat voor mensen die SGP’ers eigenlijk zijn, wat voor opvattingen ze voorstaan. Al is de Gereformeerde Bond breder dan de SGP, we spreken af dat een stagiaire van de omroep aanwezig is op onze bijeenkomst over huisgodsdienst in Kesteren, waarbij de eerste reactie is: ‘Ze zal in haar kleding met u rekenen.’ Sympathiek én veelzeggend.
***
Door de ogen van de ander naar onszelf kijken, dat doen we niet zo snel. Als we dat wel doen, zien we dat de niet-christen ons vooral beoordeelt naar onze levensstijl en onze morele keuzen. ‘Ben jij echt een christen die veel aan het geloof doet?’ vroeg men een meisje dat een nieuwe werkkring gevonden had. ‘Dus jij gaat nooit met iemand naar bed?’ klonk de met verbazing gestelde vervolgvraag. Dat is blijkbaar het thema waarop je je onderscheidt.
Meer dan christenen zich zelf vaak realiseren, zien religieuze buitenstaanders dat er onderscheid is, onderscheid dat gebaseerd moet zijn op ‘de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God’ (Rom.12:2). Het mooie van deze tekst uit de brief aan de Romeinen is dat Paulus in hetzelfde vers eerst spreekt over ‘de innerlijke verandering door de vernieuwing van uw gezindheid’. Het is onze levensroeping vanuit die gezindheid te leven.
Buiten de werkelijkheid
Het geeft christenen stof tot nadenken als blijkt dat zij in de samenleving vooral beschouwd worden als antihomoseksueel, als betweterig en veroordelend, als ouderwets en buiten de werkelijkheid staand, als ongevoelig naar anderen. Deze kwalificaties – onlangs te lezen op een internetsite – doen een hele bevolkingsgroep geen recht, maar geven wel een signaal af. Veel Nederlanders vinden het niet prettig te wonen in een omgeving met veel christenen, voelen zich dan buitengesloten. Ik denk dat we ons dat niet goed kunnen voorstellen, het ons ook niet bewust zijn.
Dat veroordelende imago voor christenen heeft te maken met onze postmoderne cultuur, waarin het lijkt dat de waarheidsvraag niet meer gesteld mag worden. De uitgedragen tolerantie is dan in de praktijk een vrijbrief voor onverschilligheid. Waar christenen wel de waarheid van Gods Woord belijden, ontstaat er inderdaad frictie – en het eerst in de levensstijl. De filosoof dr. Theo de Wit zegt ergens dat ‘als tolerantie de hoogste norm wordt, waardoor waarheid en gerechtigheid hun absolute betekenis verliezen, er intolerantie komt jegens mensen die nog wel een gevuld waarheidsbegrip kennen, zoals gelovigen’.
Veilige zone
De geboden van God zijn geen regels om de ontplooiing van mensen te beknotten, maar garanderen een veilige zone waarbinnen het leven kan opbloeien. Waar mensen wandelen binnen de grenzen van het verbond, komen ze naar de mening van hun Schepper het meest tot hun bestemming. Maar juist dan ontstaan er snel irritaties, bijvoorbeeld ten aanzien van de rustdag (koopzondagen), het heiligen van Gods naam (vloeken), de visie op het leven (abortus, een doodswens voor degenen die hun leven voltooid achten) of het huwelijk (ontrouw, beleving van seksualiteit). Waar christenen geen ruimte zien voor een uitgebreid economisch leven op zondag of voor het homohuwelijk, lijkt het alsof ze anderen hun normen willen opleggen, normen die niet zouden passen bij het leven dat we in 2012 leiden. Op al de genoemde onderwerpen wringt het als voor veel Nederlanders het leven een doel in zichzelf geworden is, waarin hun eigen gevoelens veel meer leidend zijn dan dat het geweten gestempeld wordt door een autoriteit buiten henzelf.
Confrontaties
De confrontaties die volgen, zijn veel meer dan een botsing van interessante meningen, maar komen voort uit een geestelijke strijd. Het Evangelie botst op een revolutionaire opstelling van de mens die zich losmaakt van God. Nu ons land het gewaad van het christendom steeds meer aflegt, zien we niet alleen dat de confrontaties heftiger worden, maar vooral dat het onbegrip ten aanzien van christenen toeneemt.
Deze situatie betekent dat we net als de eerste christenen 2000 jaar geleden ons moeten oefenen in het aannemen van de juiste houding ten opzichte van de samenleving. Het is uiterst actueel om na te denken over onze verhouding tot een overheid die steeds minder ruimte biedt voor op een godsdienstige overtuiging gebaseerde keuzen in het politieke debat, in het beleid van (christelijke) scholen. Die oefening hebben we nodig voor de omgang met vrienden, op ons werk, in de gemeenteraad, op de sportclub enzovoort.
Door de Geest
Het onderwijs uit de Bijbel is wat dit betreft heel concreet. Is niet een van de grondregels in Gods Koninkrijk dat niet door kracht of geweld, maar door de Heilige Geest (Zach.4) dingen die ertoe doen, tot stand komen? Daarom moeten wij die Geest als het ware de tijd geven om te werken en beseffen we dat zaken die we met onze activiteiten willen realiseren of forceren tot mislukken gedoemd zijn.
Dat geeft ontspannenheid, maar leidt niet tot gemakzucht. De profeet Micha heeft de kern van wat God van mensen vraagt onder woorden gebracht: ‘Niets anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God.’ Nieuwtestamentisch gezien mogen we de gezindheid die in Christus Jezus was, met ons leven, onze houding, onze woorden laten zien.
Koning van je leven
De brieven uit het Nieuwe Testament zouden we met het oog op de houding van een christen in een seculiere maatschappij eens geheel moeten doorlezen. Dan leren we van Petrus – die in een vijandige omgeving eerst zijn Meester verloochende – wat het is om God de Heere in je hart te heiligen. Wat is dat, als je verplicht wordt voor de keizer te buigen, dingen te doen waarvoor God geen ruimte geeft? Hem heiligen, dat is Christus in je hart erkennen als de koning van je leven. Als Hij onze Meester is, zullen we van Zijn liefde spreken naar anderen en die liefde in praktijk brengen. Met Hem konden de eerste christenen zelfs lijden aan. Ze waren er van overtuigd dat Christus de enige weg tot het eeuwige leven is.
Bidden en het goede doen op aarde – daartoe riep Bonhoeffer op ten tijde van een godloos regime van Hitler. Als we zo onze weg gaan, laten we – hoe paradoxaal het klinkt – de binnenkant van ons leven zien. Dan tonen we vergeving, gastvrijheid, naastenliefde, ootmoed en eensgezindheid. Bereidheid tot een offer is een stilzwijgend getuigenis. Die nederigheid van de kerk als houding in een nieuwe tijd maakt de blijdschap van Paulus (Fil.2:2) volkomen. In die weg ontvangen we een aandeel in de hemel, bij God. In die weg gaat de gemeente, de uit de wereld geroepen ecclesia, de toekomst van God tegemoet.
P.J. Vergunst