Waar bent u naar op zoek?

blog

Rekenschap en hoop

Hoe reageer je concreet op toenemende ontkerkelijking?

25-01-2016

De supermarkt in jouw dorp gaat zondags open, billboards in jouw straat adverteren met erg schaars geklede dames, pornobladen zijn te koop in winkels waar jij al jaren klant bent. Wat is dan heel concreet je houding?

Dit najaar was ik op een zondagmorgen in de Grote Kerk van Nijkerk. Om elk misverstand te voorkomen: niet als kerkshopper, maar omdat een van de predikanten zijn ambtsjubileum herdacht. Het was kort voordat de gemeenteraad van Nijkerk met een nipte meerderheid besloot om de koopzondag in te voeren, een besluit dat op deze zondag al in de lucht hing.

Nadat de plaatselijke VVD het niet langer kon aanzien dat ondernemers tien procent omzet zouden missen doordat de mensen in Amersfoort winkelden, viel de coalitie, waarvan CDA en ChristenUnie eveneens deel uitmaakten. De nieuwe gelegenheidscoalitie regelde als eerste de koopzondag. Een sociaal leefpatroon én geestelijke bezinning van de Nijkerkers (Hoevelaken incluis) werd geofferd op het altaar van de economie, een afgod die nooit genoegen neemt met minder. Om over het negeren van Gods richtlijnen – tot ons gekomen in Zijn heilige wet – door dit besluit maar te zwijgen.

Volstrekte rust

Op weg naar Nijkerks Grote Kerk liepen we door een paar winkelstraten, waar volstrekte rust heerste. Slechts enkele kerkgangers, schuin voor ons, waren ook onderweg. Ineens kan de stilte dan op je vallen – in dit geval was het een weldadige stilte, waarvan je denkt: ‘Wie wil dit moment in een leven vol prikkels, te midden van een overdosis aan informatie, kwijt?’ Dan zaag je toch aan de tak waarop je zelf zit, dan moet je haast voor jezelf op de vlucht zijn.

***

Ideaal en werkelijkheid, ze vallen vanuit christelijk perspectief gezien in Nederland steeds minder samen. In die realiteit leven we, doen we ons werk, vervullen we onze roeping. Een jongere generatie weet soms nauwelijks meer van andere tijden, en beleeft minder pijn aan het teloorgaan van Gods geboden in het publieke leven. In elk geval, we mijmeren niet over de teloorgang van wat was, maar zoeken als christen vandáág te leven.

Zacharia

Dat is een accent dat de Bijbel ons voortdurend voorhoudt. In het heden (van de genade) mogen we God zoeken en dienen. Wie het eerste hoofdstuk van de profeet Zacharia opslaat, is genezen van de gedachte dat vroeger alles beter was. ‘Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden.’

In Haggaï 2 lezen we dat het volk verlangde naar eertijds, naar de heerlijkheid van de eerste tempel. In die situatie spreekt de profeet: ‘Wees sterk, heel de bevolking van het land, spreekt de HEERE. Werk door, want Ik ben met u.’

Boete per zondag

In onze roeping om vandaag de Heere te dienen sluiten we echter de ogen niet voor wat er in de samenleving gaande is. Sinds twee maanden – kort na het besluit in Nijkerk – mogen alle winkels in Capelle aan den IJssel op zondag open. Daarbij treden vastgoedeigenaars steeds dwingender op, met als gevolg dat ondernemers uit het grootste winkelcentrum die dicht blijven per zondag een boete van € 500 krijgen ten bate van de winkelierskas. Ondertussen spreken seculiere partijen over ‘een eigen, vrije keuze’ om al dan niet open te zijn. Het is duidelijk dat hier sprake is van onrecht, een situatie waardoor winkeliers meer dan ooit alert moeten zijn op welke afspraken ze ondertekenen.

Van tijd tot tijd lezen we dat (hervormde) kerkleden – of aanhangers van de SGP – oproepen tot een boycot van winkels die op zondag open zijn. Zijn dat acties waarmee we moeten pogen de zondagsopenstelling van een winkel terug te draaien? Ik denk het niet. Allereerst niet omdat christenen er geen goed signaal mee afgeven. Eigenaars van supermarkten ervoeren dit in het verleden als ‘chantagepraktijken om mij kapot te maken’.

Radioreclame

Los van het praktische feit dat we ook samen niet zoveel voor elkaar krijgen, zoeken we eerst de relatie met de ander. Dat betekent het gesprek aangaan, onder woorden brengen hoe het je raakt als de geboden van God terzijde geschoven worden. Of dat succesvol zal zijn? Dat is niet het belangrijkste.

Ondertussen mogen we niet denken dat het aangaan van een gesprek ‘toch niets uithalen zal’. Nadat ik vorig jaar een ondernemer een briefje schreef die in een radioreclame Gods Naam misbruikte, antwoordde deze man geïrriteerd ‘dat u het wel druk zult hebben om de maatschappij te wijzen op dergelijke ongenoegens’. Enige dagen later meldde het RD uit de mond van dezelfde ondernemer echter dat ‘provocatie niet de bedoeling is. En ondanks dat het aantal klagers op één hand te tellen is, gaan we de reclame direct aanpassen.’

Positief

Omdat Aalburg een christelijke signatuur heeft, sprak de gemeente ooit met reclamemakers af dat aanstootgevende reclame taboe is. Om die reden ageerde de SGP in dit dorp vorige maand succesvol tegen in bushokjes geplaatste afbeeldingen van een vrouw in lingerie. Terecht merkte de fractieleider erbij op dat ‘dit lastige materie is. Eigenlijk zou je er iets positiefs tegenover moeten stellen, maar dat is in dit geval moeilijk’.

Ja, christenen zijn niet als eerste ergens tegen, maar dragen een positieve boodschap uit – en desnoods doen ze dit met woorden. We raken hier aan het jaarthema van de Gereformeerde Bond, vreemdelingschap en hoop. Zouden we in de christelijke gemeente, ook door de prediking, mogen leren dat anno 2016 gebed, dienstbetoon en getuigenis betere reacties zijn dan gezamenlijke acties naar die landgenoten die vervreemd zijn van het Evangelie?

Vrijmoedig

Toen Petrus op de pinksterdag het Evangelie verkondigde, riep dat vanwege zijn stelligheid en vrijmoedigheid weerstand op. Vreemd moeten we daar niet van opkijken. Dr. W. Aalders heeft erop gewezen dat de vrijmoedige belijdenis van de apostel(en) voortkomt uit hun ontmoeting met de verhoogde Christus. Ze wisten Wie de Waarheid was, ze wisten dat er een Licht voor alle volken opgegaan was. Ja, zonder het liefhebben van de Heere Jezus kun je als Zijn getuige geen vrucht dragen.

Het was – de eerste eeuwen na de geboorte van Christus – de tijd dat de omgeving het niet verdragen kon als christenen hun geloof exclusief als het enig ware geloof naar voren brachten, én de verering van bestaande goden verwierpen. Daarom werden ze geweerd uit bepaalde hoge posities, werden kerken verwoest. Hoe reageer je dan?

Barmhartigheid

Als eerste door gebed, ook voor de overheid. Een gebed uit het jaar 96 na Christus verwoordt dit: ‘U hebt hun koninklijke macht gegeven door Uw majesteit en onuitsprekelijke kracht, opdat we de aan hen door U gegeven heerlijkheid en eer erkennen en wij ons aan hen onderwerpen, waarbij we ons in niets tegen Uw wil verzetten.’

Dan is er dienstbetoon. Eusebius verhaalt dit in zijn kerkgeschiedenis. Het waren de mensen die bij epidemieën met gevaar voor eigen leven, de zieken verzorgden, de gewonden verbonden en de hongerigen te eten gaven. Zij lenigden ook de noden van hen die niet tot de christelijke gemeente behoorden. De verbreiding van het christendom vond plaats door hun barmhartigheid jegens vreemdelingen, zorg voor de begrafenis van de doden en de heiligheid van hun leven. Een toespitsing op ons leven vandaag is niet moeilijk, toch?

Altijd bereid

Ten derde kwamen de eerste christenen voor hun mening uit, in navolging van Paulus, die in de synagoge met de Joden sprak, op de markt met de Grieken, in staatsgebouwen met de overheid. Rekenschap geven van de hoop die in je is – is dat niet beter dan het boycotten van een supermarkt? Dan kom je bij 1 Petrus 3: ‘Heilig God, de Heere, in uw hart en wees altijd bereid tot verantwoording aan een ieder die rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en eerbied.’ Opvallend is dat deze levenswijze plaatshad in een tijd die gekenmerkt werd door angst en onzekerheid.

De christen die rekenschap aflegt, heeft aan de wereld een boodschap. Dat kan lijden voor Christus betekenen, de versmaadheid ván Christus, maar… voor Gods kind een reden tot vreugde.

P.J. Vergunst